Worden zoals een kind – welke vier eigenschappen kun jij leren van kinderen?

27

jul

Marijke Gootjes-Verhoeve

De titel kan verschillende reacties bij je oproepen. Misschien ben je gek op kinderen, houd je ervan om kind met de kinderen te zijn en wil je nooit helemaal volwassen worden! Maar het kan ook zijn dat je je afvraagt waarom we moeten worden zoals kinderen. Waarom vindt Jezus kinderen belangrijk en wat kunnen we dan van hen leren? We kennen waarschijnlijk allemaal de woorden van Jezus: ‘Laat de kinderen tot mij komen!’ We gaan met elkaar de tekst bekijken en samen naar antwoorden zoeken!

Jezus houdt van kinderen

De mensen probeerden kinderen bij Hem te brengen om ze door Hem te laten aanraken, maar de leerlingen berispten hen. Toen Jezus dat zag, wond Hij zich erover op en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij Me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan! Hij nam de kinderen in Zijn armen en zegende hen door hun de handen op te leggen.
 – Marcus 10:13-16 (NBV)

De leerlingen van Jezus dachten dat kinderen niet belangrijk voor Jezus zouden zijn. Er waren zoveel mensen die zijn aandacht vroegen, dat ze het niet nodig vonden dat ouders hun kinderen naar voren schoven. Jezus windt zich daarover op, omdat de leerlingen niet goed begrijpen hoe het werkt voor God en Hij de kinderen wel degelijk belangrijk vindt. Jezus stelt de kinderen als voorbeeld voor elke gelovige: we moeten zijn zoals kinderen en als een kind openstaan voor Gods koninkrijk.

1. Afhankelijkheid van kinderen

Eigenlijk geeft het tekstgedeelte ons geen antwoord op de vragen uit de inleiding. In andere teksten zien we echter dat God onze Vader wil zijn en dat wij zijn kinderen zijn. Blijkbaar vinden wij als volwassenen die rol moeilijk en is het nodig dat Jezus ons erop wijst dat wij dezelfde afhankelijkheid (weer) aannemen als kinderen bij hun ouders. Want hoe vaak leiden we niet ons eigen leven en zetten we God onbewust op een zijspoor. Denken we het zelf wel te redden, maar ervaren we ook angst, twijfel en onzekerheid? Het is belangrijk dat we onze positie (er)kennen als kind van God.

Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn en om Hem te kunnen aanroepen met ’Abba Vader’. De Geest zelf verzekerd onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
– Romeinen 8: 14-16 (NBV)

Behalve afhankelijkheid zijn er andere eigenschappen van gezonde, kleine kinderen waarvan we, op basis van verschillende teksten, kunnen aannemen dat Jezus hieraan gedacht heeft.

2. Vertrouwen van kinderen

 Vertrouw op de HEER en doe het goede… Leg je leven in handen van de HEER, vertrouw op Hem…
– Psalm 37: 3a en 5a (NBV)

Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij [zei Jezus].
– Johannes 14:1 (NBV)

God wil dat we Hem vertrouwen en kleine kinderen zijn daar zó goed in! Ze springen zomaar ergens vanaf in het vertrouwen dat ze gevangen worden en geloven alles wat gezegd wordt. Vertrouwen is een teken van overgave, van geloof dat de ander het beste met jou voor heeft. Durf jij God volledig te vertrouwen?

3. Leergierigheid van kinderen

Kinderen leren de eerste jaren van hun leven enorm veel en het gaat hen makkelijk af, ze staan er open voor en hebben er (meestal) plezier in. In Deuteronomium 6:7 zien we dat de Israëlieten hun kinderen de leefregels van de Heer moeten inprenten, zodat ze de regels niet vergeten en ernaar zullen leven.

God wil ons discipelen, vormen naar het beeld van Jezus, maar zijn wij nog kneedbaar? Zijn wij net zo leergiering en enthousiast als kinderen om te leren vanuit Gods Woord en door zijn Geest, en zijn we bereid ernaar te leven?

4. Puurheid van kinderen

Kinderen zijn echt en zuiver en reageren vanuit puurheid. Ik heb een keer op de fiets gezeten met onze oudste dochter achterop en onze zoon voorop en het regende pijpenstelen! Ik baalde dat ik geen auto had, maar de kinderen waren God aan het prijzen door voluit te zingen. Wat kon ik veel van hen leren!

Hoeveel van ons zijn het kind in onszelf kwijt geraakt, door beschadigingen, door ons aan te passen en gewenst gedrag te vertonen, door te mopperen en te klagen in plaats van dankbaar en tevreden te zijn? Laten we het kind in onszelf weer terughalen, de verborgen wensen en verlangens, creativiteit, datgene waar we blij van worden, zodat we weer echt zijn en puur. En laten we herstel zoeken als we beschadigd zijn geraakt.

Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders, om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden [doen verstommen – NBG ‘51].
– Psalm 8:3 (HSV)

Jezus haalt deze tekst aan in Mattheüs 21:16 als de geestelijke leiders er bezwaar tegen hebben dat de kinderen in de tempel Jezus aanbidden: ‘Hosanna voor de zoon van David!’
Gods tegenstander wil kinderen het zwijgen opleggen, hun aanbidding voorkomen en ze weghouden bij Jezus. En dat wil hij ook met ons. Maar juist de stemmen, de lofzangen van kinderen, zullen de vijand het zwijgen opleggen!

Kinderlijk vertrouwen, afhankelijkheid, leergierigheid en puurheid geven sterkte. Door Jezus zijn wij kinderen van God. Laten wij leven als kinderen in relatie met onze hemelse Vader, hierdoor staan we sterk tegenover de vijand!

Aan de slag!

  • Doe iets waar je als kind heel blij van werd en wat je al te lang niet gedaan hebt.
  • Waar ligt jouw uitdaging: afhankelijkheid, vertrouwen, leergierigheid of puurheid?
    Hoe wil je dat concreet aanpakken? Schrijf dat op voor jezelf.
  • God wil jou in zijn armen nemen en zegenen. Zing Opwekkingslied 581 mee: ‘Als een kind bij de Vader op schoot’.

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Prachtig!
    Dankjewel Marijke!
    “de stemmen en lofzangen van kinderen, zullen de vijand het zwijgen opleggen”!
    Goed om weer bewust te worden!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap