“Ik ben Hadassa, 22 jaar, net klaar met mijn studie HBO theologie en sinds september studeer ik weer. Daarnaast werk ik als kerkelijk werker de kerk van de Nazarener in Nijmegen, waar ik ook woon. Als kerkelijk werker werk ik in de kerk; ik ben geen dominee, maar ik preek wel, ik ben bezig met onderwijs en zet initiatieven buiten de kerk op. Verder schrijf ik voor Zij Lacht en help ik ook met het controleren van andere blogs.”
“Ik heb eigenlijk nooit echt getwijfeld. Ik ben christelijk opgevoed en toen ik een jaar of vier was zei ik tegen mijn moeder dat ik wilde dat Jezus in mijn hart kwam wonen. Daar gingen we toen voor bidden. Ik had al jong het verlangen. Toen ik wegging in groep acht, kregen we allemaal een Bijbel. Toen dacht ik: nou, die moet ik dan maar helemaal gaan lezen. Ik was er al jong heel serieus mee. Na de middelbare school ging ik HBO theologie doen. Tijdens het derde jaar van mijn studie ging ik stagelopen. Dit was heel leuk, maar ook heel zwaar. Je bent eigenlijk de hele dag met God bezig en met andere mensen. Ik merkte dat ik gedurende mijn leven een beeld van God had gevormd en ik kwam erachter dat Hij toch niet zo was als ik dacht dat Hij was. Dat vond ik heel moeilijk. Ik dacht: wie bent U dan wél?”
“Moeilijk. Ik dacht: ik moet er wel voor zorgen dat ik Hem niet kwijtraak, maar daar was ik wel heel bang voor. Ook was ik op een bepaalde manier boos op God. We zeggen wel dat U goed bent, maar wat houdt het nou in? Het was ook niet omdat mij iets heel slechts overkwam, maar ik dacht wel: wat kan ik over U zeggen, wat kan ik over U beloven en waar kan ik in geloven, waarvan ik zeker weet dat U dat nakomt? Het betekent niet dat mijn hele leven goed zal gaan of dat er zal gebeuren waarvoor ik bid, maar wat dan wel?
Als ik dan op pastoraal bezoek was bij mensen thuis, wilde ik aan het eind voor hen bidden. Ik dacht dan: wat kan ik eigenlijk bidden? Ik wist het niet meer.”
“Geleidelijk. Er kwamen steeds meer vragen. Op een gegeven moment werden die vragen zo groot, dat ik het niet meer overzag.”
“Dat heeft lang geduurd. Ik had het ook nodig om het uit te spreken tegen God. Ik vond het moeilijk om daarin eerlijk te zijn. Ik dacht: U bent ook God. En dan kom ik met mijn kleine, menselijke visie en vertel ik hoe Hij zou moeten zijn. Maar het was wel nodig, denk ik.”
“Ja, ik had ook wel klasgenoten die door hetzelfde gingen. Maar ik had wel zoiets van: het is iets persoonlijks en ik moet wel het lijntje met God behouden en niet met mijn armen over elkaar afwachten. Het is niet zo alsof Hij Zich tegenover mij moet verantwoorden. Ik moet Hem wel blijven opzoeken. Ik had de gewoonte om iedere dag in de Bijbel te lezen, dus dat bleef ik gewoon doen.”
“Ik denk dat ik God weer moest leren vertrouwen in het kleine, normale, dagelijkse leven. Wat me heeft geholpen is om me te richten op wat God nog wél is. Misschien niet altijd op de manier die ik wilde, maar Hij doet het wel.”
“Toch wel een jaar of anderhalf. Het heeft mijn geloof wel vaster gemaakt.”
“Als het over twijfel gaat, wordt Thomas er al snel bij gehaald. En hij heeft me wel echt geholpen, ik ben blij dat zijn verhaal in de Bijbel staat. Ik herken me in hem. We kennen denk ik het gedeelte uit de Bijbel nadat Jezus is opgestaan en dat Thomas het niet gelooft. Maar dat is niet het enige gedeelte in de Bijbel waar Thomas in voor komt. Hij komt al eerder in het Johannes-evangelie, waar Thomas juist heel enthousiast is. Hij heeft het over sterven met Jezus, hij is heel erg toegewijd, hij wil bij Jezus horen. Ook hij had een beeld van Jezus gevormd, namelijk dat hij de Romeinen weg zou jagen en dat het koninkrijk zou komen waar al zo lang over werd gesproken. En vervolgens ziet hij die Jezus aan een kruis hangen, dood. Totaal anders dan hij had gedacht! En het leerde me dat zijn twijfel heel erg te maken had met teleurstelling en met een verkeerd beeld dat hij van Jezus had.
Een week later staat Jezus ineens voor zijn neus. Hij had natuurlijk gezegd: ‘alleen als ik zijn handen en zij kan voelen, dan geloof ik het.’ En dan staat Jezus daar. Je verwacht misschien dat Jezus dan zou zeggen: ‘jongen, ik had het toch gezegd? Waarom geloof je me niet gewoon?’ Maar dat is helemaal niet wat Jezus doet. Hij veroordeelt hem niet en hij gaat in op alle voorwaarden die Thomas heeft gesteld. Hij zegt: ‘raak mijn handen en zij maar aan.’ Het enige wat Thomas dan uit kan brengen is: ‘mijn Heer en mijn God!’
Het laat zo goed zien hoe Jezus omgaat met twijfel. Hij zet een stap naar Thomas toe. Toch laat Jezus het daar niet bij. Hij zegt er nog achteraan: ‘gelukkig ben je als je niet ziet, maar toch gelooft.’”
Oftewel: Jezus veroordeelt ons niet op onze twijfel, maar het is ook niet alles!
Dit is slechts een beknopte samenvatting van het interview met Hadassa, ben je benieuwd naar het hele verhaal? Luister dan naar de hele aflevering!
Wil je het stuk over Thomas nalezen? Je vindt het vanaf Johannes 20:24.
Begin je dag goed en ontvang iedere ochtend de Zij Lacht overdenking in je mailbox!
Begin je dag goed en ontvang iedere ochtend de Zij Lacht overdenking via WhatsApp
Met onze boeken en Bijbels helpen wij jou om de Bijbel beter te leren lezen, begrijpen en leven.
In onze besloten Facebookgroep met meer dan tweeduizend leden kun je je aansluiten bij een Zij Lacht (bijbelstudie)groep, of je kunt er zelf een starten!
Door onze site te bezoeken, ga je akkoord met ons privacybeleid met betrekking tot cookies, trackingstatistieken, etc.
Eén reactie op “Zij Lacht podcast episode 2 // Wat als je twijfelt aan God?”
Feestje om te luisteren 🙂