Zeewier en slijm – leren van Jona’s fouten

15

mei

Renske Hoste

“Ge-wel-dig idee Jona! Oh, de Almachtige God van wie -HALLO- je een profeet bent!  
-stap, stap, stap, draaaaai-  
vraagt je om iets te doen, en jij  
-stap, stap, stap, draaaai-  
besluit dat het beter is om naar Tarshish te gaan?! Wie denk je wel niet dat je bent?  
-schopt met een boos gebaar wat zeewier weg-  
En nu zit je hier. Sukkel. Domme idioot. Aahhhh!” 

Met een gefrustreerde kreun ploft Jona op handen en knieën in het slijm. Opnieuw wordt hij overspoeld door de golven uit zijn herinneringen. De zee was zó ontzettend wild. Hij dacht dat hij het niet zou overleven… maar als God hem daaruit kan redden, dan kan Hij hem ook uit de buik van dit beest redden. Jona slikt en begint met bidden: “Oké Heer, ik zal doen wat u van me vraagt. Ik zal leren van m’n fouten.” 

Het verhaal van Jona leest bijna als een sprookje. Het is een verhaal vol satire en ironie, waarbij de lezer van een afstandje toekijkt hoe de ‘gelovige’ Jona -die toch echt beter zou moeten weten- het keer op keer moet afleggen tegen ongelovige zeemannen, de ‘verschrikkelijke’ Ninevieten, en… een worm? Keer op keer moet hij een les leren, maar of hij dat ook echt doet? Lees mee over drie fouten van Jona en wat wij daarvan kunnen leren. Want -laten we eerlijk zijn- dit verhaal kan tegelijkertijd ook best herkenbaar zijn. 

1. ‘Weg van het aangezicht van de Heer’ 

Wanneer Jona de opdracht krijgt om naar Ninevé te gaan, vlucht hij eerst naar Joppe en daarna naar Tarshish. Bijna het Midden-Oosten-equivalent van een enkeltje Leeuwarden als je naar Maastricht moet. De steden lagen haast zo ver mogelijk uit elkaar. Jona denkt te kunnen vluchten, ‘weg van het aangezicht van de Heere’ (Jona 1:10, HSV), maar weet daardoor God vreselijk te onderschatten.  

Dit is Jona’s getuigenis tegenover de zeemannen: “Ik ben een Hebreeër en ik vrees de HEERE, de God van de hemel, Die de zee en het droge gemaakt heeft.” (Jona 1:9, HSV)  

Jona wist dus wie God is en wat Hij kon doen. Hij zegt de Heer te vrezen (Jona 1:9, HSV) maar zijn acties spreken van het tegenovergestelde. Het zijn de heidense zeemannen die met hem spreken en hem uiteindelijk overboord gooien uit écht respect en angst voor God!  

“Och HEERE, laat ons toch niet vergaan om het leven van deze man! Leg geen onschuldig bloed op ons! Want U, HEERE, doet zoals het U behaagd heeft.” 
– Jona 1:14 (HSV) 

God is Almachtig en overal. Denk je echt dat Hij jou niet ziet? 

Onderschat jij God wel eens? 

2. Als God niet werkt zoals jij verwacht… 

Poging 2: opnieuw een roeping! Dit keer heeft Jona inderdaad van zijn fouten geleerd en doet wat God vraagt. Hij reist naar Ninevé en predikt zijn boodschap: ‘Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!’  

Hij had gelijk. Ninevé werd inderdaad ondersteboven gekeerd, maar niet op de manier die hij had verwacht. De Ninevieten geloven hem en bekeren zich! Het nieuws bereikt zelfs de koning, die een vasten uitroept over heel de stad in de hoop dat God zich zal bedenken.  

Gods reactie is een reactie van genade. Hij besluit de stad niet te vernietigingen. Maar Jona…? 

Jona wordt boos op God. “Zie, Heer, hierom vluchtte ik naar Tarshish! U bent zo’n genadige en barmhartige God dat ik wist dat het nutteloos zou zijn om naar Ninevé te gaan. Oké Heer, laat me dan maar sterven.”  

Beeeeetje een overreactie, Jona? Weer is er een contrast tussen Jona en een ‘heidense’ derde partij. In dit geval moet Jona het afleggen tegen de Ninevieten, de ‘bad guys’ van dit verhaal. Doordat de mensen van Ninevé zo uiterst serieus reageren op Gods woorden, steekt Jona’s kinderlijke reactie hier extra scherp tegen af.  

“Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad.” 
– Jona 4:2 (HSV) 

Waarom ben je dan zo boos, Jona?  

Hoe reageer jij als dingen volgens Gods plan gaan en niet volgens het jouwe? 

3. Prioriteiten! 

Jona gaat naar een plek ten oosten van de stad, om te zien wat er met de stad zou gebeuren. Misschien hoopt hij toch stiekem dat God zal terugkomen op zijn woorden? 

Hij maakt een afdakje voor zichzelf, en God gebruikt dit voor de laatste les uit dit boek. Hij laat een wonderboom groeien om Jona schaduw te geven en Jona is hier erg blij mee. Best wel comfortabel zo, wachten op de vernietiging van honderdtwintigduizend mensen!  

Je weet vast hoe het verder gaat: God stuurt een worm, de boom gaat dood. De verzengende zon brandt neer op Jona’s hoofd en Jona wordt woest. ‘Het is voor mij beter om te sterven dan te leven!’ (Jona 4:8, HSV)  

Is Jona terecht boos? Hij denkt van wel! Weer dat beeld van een mokkend kind dat niet ziet waarom hij fout zit. Het boek eindigt abrupt met Gods vraag aan Jona: 

Ú ontziet die wonderboom, waarvoor u niet gezwoegd hebt en die u niet hebt laten groeien, die in één nacht ontstond en in één nacht verging. 

Zou Ík dan die grote stad Ninevé niet ontzien, waarin meer dan honderdtwintigduizend mensen zijn die het verschil tussen hun rechter- en hun linkerhand niet weten, en daarbij veel vee? 
– Jona 4: 10-11 (HSV) 

Kort gezegd: waar liggen je prioriteiten, Jona? 

Wat staat er bij jou op nummer 1? 

Aan de slag! 

Ondanks Jona’s tekortkomingen voltooit God zijn plan! Wij mogen werkers voor God en zijn en doen wat Hij van ons vraagt. De manier waarop is een tweede… 

Jona’s verhaal staat onder andere in de Bijbel zodat we mogen leren van zijn fouten. Gedraag jij je wel eens zoals hij? Het gaat niet om je acties, het gaat om je hart! Waar ligt jouw roeping? En je hart? Stel jezelf de vragen aan het eind van elke alinea van deze overdenking. 

Deel deze overdenking

  1. Anne schreef:

    Wat mooi en beeldend geschreven Renske! Ik zag het helemaal voor me 🤗 Bedankt voor je wijsheid.

  2. Yael schreef:

    Wauw heel mooi geschreven! Wat een waardevolle vragen en lessen voor vandaag! Bedankt Renske!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap