Wie zit er bij God aan tafel?

16

nov

Charlotte Molenaar

Hoe zou het zijn om Jezus als gast in je huis te hebben? In Lukas 14 is Jezus uitgenodigd voor een diner bij een Farizeeër thuis. Jezus wordt in de gaten gehouden en de Farizeeërs stellen hem lastige vragen om Hem ergens op af te kunnen rekenen. Jezus neemt echter de leiding over het hele diner en wijst de gasten die een goed plekje voor zichzelf uitkiezen terecht. Vervolgens richt Hij zich tot de gastheer en zegt dat je niet alleen mensen moet uitnodigen die jou op hun beurt weer zullen uitnodigen voor een feestje. Je moet daarentegen de armen, blinden en kreupelen uitnodigen. Mensen die je niets terug kunnen geven of iets opleveren. God zal het je namelijk vergelden in het einde van de tijd: de opstanding van de rechtvaardigen.

Eten met God

Deze term ‘opstanding van de rechtvaardigen’ kennen de Joodse gasten aan tafel wel. Dit was een term die vaak klonk in het jodendom van die dagen. Het ging dan over de dag van het laatste oordeel. God zal dan alle mensen oordelen. En degenen die rechtvaardig zijn, zullen dan bij God delen in het eeuwige feestmaal in de hemel. Daarom zegt een van de gasten aan tafel: zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God. Hij denkt dat hij het snapt: als je naar je naaste omziet, kom je er wel. Maar dan vertelt Jezus hem een gelijkenis:

De uitnodiging

Iemand wilde een groot feestmaal houden. Hij maakte een gastenlijst en stuurde alle gasten allemaal een uitnodiging. Toen alles voorbereid was, stuurde hij er dienstbodes op uit. Dit was precies volgens het gebruik in die dagen. De bediende herinnerde de gasten aan de uitnodiging. Als de bode echter ineens voor hun neus staat, hebben ze allemaal één voor één een reden om niet te komen. De één heeft een stuk grond gekocht. De ander heeft net een nieuwe tractor gekocht. Weer een ander staat op het punt om op huwelijksreis te gaan en kan écht niet komen. Als de uitnodiging opeens concreet wordt, blijken de gasten andere prioriteiten te hebben.

De gastheer is woedend als hij hoort dat de gasten niet op de uitnodiging zijn ingegaan. De knechten moeten nu stad en land af gaan om alle mensen die ze tegen komen uit te nodigen en mee te nemen naar het feestmaal. Het feestmaal zal gehouden worden, met of zonder de genodigde gasten.

Gods uitnodiging

Eeuwenlang had God tot het Joodse volk gesproken dat er een Verlosser zou komen. Allemaal keken ze vol verlangen uit naar de verlossing die Hij zou brengen. Maar nu Jezus voor hun neus staat, hebben ze het druk met alle dingen van alle dag. Met alleen de uitnodiging ben je er nog niet. Je moet wel daadwerkelijk meegaan naar het feest. We kunnen makkelijk denken dat we wel binnen zijn. Je bent lid van een kerk, je bent bezig met het geloof, je probeert het echt toe te passen in je eigen leven, maar ineens vraagt God je om alles los te laten dat je zekerheid lijkt te geven in dit leven. Volg je Hem als Hij je roept om op Hem te vertrouwen in alle dingen van het leven? Je bent bekend met de uitnodiging, de beloften van God, maar als het er nu echt op aan komt, vertrouw je dan echt alleen op Hem? Of hou je nog vast aan je eigen status?

Vol arrogantie kun je denken dat je het wel snapt, je hebt door hoe het zit bij God. Of door jezelf extreem weg te cijferen en altijd de nederigste te zijn, kun je nog steeds op je eigen presteren vertrouwen in plaats van op Jezus alleen. Op een christelijke manier ben je dan nog steeds met jezelf bezig. Terwijl God nu precies in dit gedeelte zegt: ‘Laat al die dingen waar je mee bezig bent nu achter en kom naar Mijn feestmaal. Als jij niet komt, dan vraag Ik iemand anders wel, maar Ik wil jou er ook zo graag bij hebben.’ Gods feest zal doorgaan, dus zorg dat je erbij bent!

Zalig is hij die brood zal eten in het Koninkrijk van God.
– Lukas 14:15 (HSV)

Jij ook!

Want dat is wel een van de consequenties in dit gedeelte: de gasten kwamen niet, dus nodigde de gastheer de mensen uit die in eerste instantie niet uitgenodigd waren. Het volk van Israël was als eerste genodigd, maar de uitnodiging is ook naar de heidenen, de niet-joden, gegaan. Bij Jezus zijn ook de mensen welkom waarvan je in eerste instantie denkt dat ze er wel niet bij zullen horen. De hoeren, de tollenaars, de mensen met een besmettelijke ziekte, ouderen en baby’s. Bij Gods feestmaal is iedereen welkom die op de uitnodiging ingaat. Als je het gevoel hebt dat Gods uitnodiging niet voor jou geldt, dan heb ik goed nieuws voor je. Mensen die in eerste instantie niet uitgenodigd waren, haalt God erbij. En als de knecht alle mensen uit de stad heeft gehaald, dan is er nog steeds genoeg plek in het huis. Er is altijd plek over bij Gods feest. Ook voor jou. 

Aan de slag!

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap