Welk schaap ben jij?

27

sep

Nienke Alblas

“Is het jullie niet genoeg dat jullie op de beste weide grazen?” Dat is de vraag die God aan Israël stelt in Ezechiël 34. Hij voelt Israël stevig aan de tand en geeft aan dat het niet alleen om hen draait, maar dat Hij juist de overvloed aan zegen voor Zijn volk heeft bedoeld om aan anderen uit te delen. Als christenen kunnen we het Oude Testament lezen alsof wij Israël zijn. Maar, zoals vaak in de profeten, blijft de vraag van God niet onbeantwoord. God geeft naast een waarschuwing altijd hoop. Maar wat betekent dit voor jou? Laten we Ezechiël 34 induiken en kijken wat voor ‘schaap’ jij eigenlijk bent en wie jouw ‘herder’ is.

Is het jullie niet genoeg dat jullie op de beste weide grazen? En dat jullie vertrappen wat er van het gras nog over is? Dat jullie het heldere water opdrinken en de rest met jullie poten troebel maken? […] en daarom zal ik mijn schapen te hulp komen: ze zullen niet langer worden weggeroofd. Ik zal rechtspreken tussen de schapen.
– Ezechiël 34: 18, 22 (NBV)

Waarschuwing

God houdt van zijn kinderen, al zijn kinderen. Werden jouw ouders vroeger boos op je als je iets van je broer of zus afpakte? Ondanks dat jij er zelf blij en beter van werd? Ja, waarschijnlijk wel. Je zal op zijn minst een waarschuwing hebben gekregen van je ouders en moest vervolgens ‘samen delen’. Eigenlijk is dat wat de Heer ook van ons vraagt in de Bijbel: om eerlijk te delen en niet dingen af te pakken of in te nemen. Hij geeft ons de beste weiden, maar niet alleen voor onszelf. Hij geeft ons de weide om te delen.

Deze belofte doet de Heer al heel vroeg in de Bijbel. Hij belooft voorspoed aan Abraham en later belooft Hij een mooi land aan Israël via Mozes. Continu laat God zijn goedheid zien. David zingt hier ook over in Psalm 98:3 met de woorden: ‘Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw voor het volk Israël. De einden der aarde hebben het gezien: de overwinning van onze God.’ Niet alleen Israël ziet de goedheid van de Heer, de hele aarde ziet het.

Zo mag ook de hele aarde zien dat God goed is door zijn werk in jouw leven als christen. Jezus roept ons om licht te zijn, niet per se om onze eigen weg te verlichten, maar om mensen de weg naar God te wijzen. Maar doe jij dat? Wijs jij op Gods goedheid en deel je hierin met anderen? Of hou je de goedheid voor jezelf?

Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn. Ik, de HEER, zal hun God zijn, en mijn dienaar David hun vorst. Ik, de HEER, heb gesproken. Ik zal een vredesverbond met ze sluiten… Ze zullen beseffen dat ik de Heer ben wanneer ik het juk breek waaronder ze gebukt gaan, en ze uit handen van hun onderdrukkers red.
– Ezechiël 34: 23-25a, 27b (NBV)

Belofte

Naast een waarschuwing geeft God een belofte in dit bijbelgedeelte. Hij laat ons niet aan ons lot over. Omdat wij zelf geneigd zijn vooral aan onszelf te denken, heeft Hij ons laten zien hoe dat anders kan. Hij dacht aan ons en zond Jezus. Jezus dacht aan jou en mij aan het kruis. Hij is de herder die ons leidt, zoals Hij zelf ook zegt in Johannes 10. Hier legt Jezus uit dat Hij, uit de stam van David, de goede herder is. En zijn schapen luisteren naar Hem, omdat zij zijn stem herkennen. Net als dat jij de stem van jouw geliefden hier op aarde uit duizenden herkent. Je kan zijn stem leren kennen door te lezen in zijn Woord, de Bijbel. Niet alleen kwam Jezus om ons naar God te leiden, Hij is hierin ons een voorbeeld.

Daarnaast breekt Hij ons juk. Het juk van de wet dat zwaar op ons weegt, wij kunnen het namelijk niet zelf. Dit zegt hij letterlijk in Mattheüs 11:28-30. ‘Mijn last is licht en mijn juk is zacht.’ Jezus verlost ons van het zware juk en draagt mét ons een ander juk. Het juk van verlossing. En ik kan je vertellen dat dit een licht juk is.

Ze zullen beseffen dat ik, de HEER, hun God, bij hen ben en dat zij, het volk van Israël, mijn volk zijn- spreekt God, de HEER. Jullie zijn mijn schapen, de schapen die ik weid: jullie zijn mensen en ik ben jullie God – zo spreekt God, de HEER.
– Ezechiël 34: 30-31 (NBV)

Aan de slag!

Besef jij je dat de Heer jouw God is en dat jij bij Hem hoort? Denk vandaag na over welk ‘schaap’ jij bent. Ben je een schaap die alles voor zichzelf houdt, of deel jij Gods goedheid?

Deel vandaag iets met een ander! Misschien een positief woord, misschien een wijze les, misschien wel letterlijk iets te eten of te drinken. Laten we letterlijk delen in de goedheid die je hebt ontvangen van God.

En als er een schaap over de dam is? Dan zullen er meer volgen! Geef het goede voorbeeld en volg het voorbeeld dat je hebt gekregen door Jezus.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap