Ze wordt erdoor tegengehouden, het verwarrende taalgebruik in de kerk. De predikant van de laatste keer had er helemaal een handje van, de hele preek door gooide hij met termen waar ze maar weinig van begreep. Ze was een keer meegenomen naar de kerk door een goede vriendin, en om haar een plezier te doen gaat ze nu regelmatig mee. Fascinerend vindt ze het, al die mensen die vol passie kunnen vertellen over de God in wie ze geloven. Zij wil eigenlijk ook best geloven, ze is er ook echt naar op zoek geweest, maar voor haar blijft het een onbegrijpelijke brij van moeilijke woorden. En hoe kan je nou in een God geloven als je amper kunt volgen wat er over Hem gezegd wordt?
Ik denk dat er veel mensen zijn die zich regelmatig zo voelen in de kerk. Een outsider. Niet alleen niet-christenen, maar ook veel mensen die wel geloven. Want laten we eerlijk zijn, soms gebruiken we als christenen-onder-elkaar best wat ingewikkelde woorden en uitdrukkingen, die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. Dat raakt me, Gods huis zou een plek moeten zijn waar iedereen zich thuis voelt en waar iedereen zich geliefd mag voelen. Speciaal voor de mensen die soms tegen het moeilijke taalgebruik in de kerk aanlopen, vandaag een korte handleiding, een soort introductie in ‘kerktaal’. Want dat maakt het heel wat makkelijker om te begrijpen wat je mede-christenen te vertellen hebben!
We beginnen met een makkelijke:
1. “We gaan God vandaag groot maken”
Toen ik dit voor het eerst hoorde dacht ik ‘God is toch al groot? Waarom zou ik hem groter moeten maken, als ik dat überhaupt al zou kunnen?’ Wat over het algemeen bedoeld wordt met deze zin, is de aankondiging dat we God gaan prijzen. Oftewel, goede dingen over God vertellen, meestal zingend, en verkondigen dat Hij een goede God is.
2. Het Lam op de troon
Er zijn bij ons thuis vroeger heel wat flauwe opmerkingen gemaakt over deze benaming van Jezus. Toegegeven, het is er eentje die uit de Bijbel itself komt. Maar hé, het boek waar het uitkomt, Openbaringen, is geschreven in één en al symboliek en beeldspraak. Ik vind het lastig als deze uitspraak te pas en te onpas gebruikt wordt in de kerk. Voor mezelf, omdat ik er nou eenmaal van houd om dingen simpel en to-the-point te houden, maar bijvoorbeeld ook voor mijn vriend, die niet gelovig is. Als hij een keer mee gaat naar de kerk en dit soort opmerkingen komen voorbij, dan haakt hij per definitie af. ‘Als ze nou allemaal eens gewoon normaal Nederlands zouden praten, maakt dat het een heel stuk begrijpelijker.’
3. “We zijn bedekt met het kostbare bloed van onze Heer Jezus Christus!”
Uhh… juist ja. Neem dit vooral niet te letterlijk. Beelddenkers onder ons opgepast: de kerk is geen luguber schouwspel wat je soms in films voorbij ziet komen. Wat hiermee vaak bedoeld wordt, is dat doordat Jezus aan het kruis gestorven is voor ons (bloed), zijn al onze fouten vergeven door God (bedekt door het bloed). Dit kan voor iedereen anders zijn, iedereen zal zijn of haar eigen interpretatie en verwoording hebben van Jezus’ kruisiging, maar dit is een veelgehoorde.
Aan de slag!
Je hebt vast de ondertoon van deze blog al door, ik schreef het niet zomaar als een handleiding. Mijn vraag aan mezelf en aan alle andere christenen: ‘Is het nou echt nodig om zoveel moeilijke ‘kerktaal’ te gebruiken?’
We maken ons er allemaal wel schuldig aan en eerlijk is eerlijk, het is makkelijk communiceren met andere christenen, want met dezelfde achtergrond snappen ze precies wat je wilt zeggen als je het hebt over ‘God groot maken’. Maar het risico van als ‘christenen-onder-elkaar’ dit soort uitdrukkingen gebruiken, is dat alleen de ‘insiders’ het verstaan. De outsiders, de mensen die niet bekend zijn met kerkelijke taal en gebruiken, kunnen zich buitengesloten voelen en zich van de kerk (en God!) afkeren. Is het echt onze bedoeling om niet-christenen af te schrikken door ons taalgebruik?
Denk hier eens over na. En als je het met mee eens bent, probeer dan de komende tijd eens extra op je taalgebruik te letten. Hoe onbegrijpelijk praat jij af en toe? Wat kun jij doen om te zorgen dat meer mensen zich een insider voelen in de kerk?
Succes!
7 reacties op “Wát zeg je? – korte handleiding voor wie kerktaal wil begrijpen”
Lieve Annika,
Ik vind deze blog niet ècht opbouwend als ik eerlijk mag zijn!
Ik weet uit ervaring dat iemand die ècht op zoek is naar God en de Here Jezus en bij ons in de kerk komt misschien niet alles zal begrijpen maar Gods aanwezigheid opmerkt en Gods liefde ervaart ! Wij hoeven onze diensten en de inhoud van de dienst niet aan te passen , het zijn Gods woorden en begrippen die we spreken en Gods geest overtuigd de mensen niet wij! Natuurlijk is het goed om dingen in persoonlijke gesprekken uit te leggen! Maar nogmaals iemand die ècht op zoek is komt met die vragen . En het Lam op de troon is juist zó geweldig! Omdat Jezus overwinnaar is over de dood ( door de opstanding) mag Hij zitten op de troon❣️Hij is de hoogste Heer.
Ik wens je Gods nabijheid, liefde en Zegen toe!
Als verpleegkundige leerde ik al dat je voor je patiënten vaak een vertaalslag moet maken. Als HBO theoloog leerde ik dat in een 12 jarige in gedachten houdt in preek voorbereiding. Spreek de taal van je toehoorders. Als therapeut heb ik geleerd om het tempo van de cliënt aan te houden. Dit kan voor mij een super slakken tempo zijn. Het gevolg van deze punten is wel dat ik als mens naast de mens als medemens komt te staan en zo de meeste kans hebt om zijn/haar hart te bereiken en tot vruchtbare daden te komen. Als (pastoraal) hulpverlener kom je anders snel in de bovenpositie in de belerende rol en raak je de ander echt kwijt en kans wordt groter dat hij/zij de kerk verlaat.
Ik snap Renee’s punt, in de zin dat ik het ermee eens ben dat God mensen aanraakt en overtuigt en wij dit niet geheel naar onze hand kunnen zetten.
Toch vind ik deze blog juist wel bemoedigend en aansporend, a) omdat ik mij als gelovige ook soms een outsider voel en mij stoor aan bepaald taalgebruik b) maar ook omdat God mensen ook kan aanraken dóór andere mensen heen. Ondanks dat God het is die het geloof geeft, mogen wij daar wel een instrument (of is dit ook al insiders-taal?) in zijn. En dan is het wel de moeite waard om ons taalgebruik (en überhaupt ons hele leven) te overdenken en eventueel ook aan te passen om een zo goed mogelijk instrument te kunnen zijn. Bedankt!
Nog een paar:
-God/Jezus in je hart vragen.
-“Ik verhoog U”. Wij kunnen God niet verhogen want Hij is al de Allerhoogste!
-In den Heere.
@Renee: ik ben het met je eens dat mensen die op zoek zijn naar God, Gods liefde zullen opmerken en ervaren in de dienst. Helaas is het zo dat niet alle mensen die naar de kerk gaan ook “op zoek zijn”. Vaak gaan zij mee om een familielid een plezier te doen (áls ze al meegaan!). Zij zullen juist dit moeilijke/rare taalgebruik aangrijpen om niet meer te komen of juist belachelijk te maken.
Nee, we hoeven onze diensten niet aan te passen, maar we kunnen wel op onze woorden letten!
Het is zeker niet als een aanval bedoelt! We mogen zeker op onze manier van praten en doen letten. Inderdaad een zo goed mogelijk instrument zijn voor God! Èn wat me ook nog te binnen schiet, komt er een ‘ vreemde’ in de kerk, laat deze zich thuisvoelen door na de dienst naar die persoon toe te gaan en hem/haar op die manier ook thuis te laten voelen!
Het is zeker niet mijn bedoeling geweest iemand hier te kwetsen hoor! Sorry daarvoor😊
Mooi om te zien wat dit los maakt en ons bewust maakt. Ik had gister een afspraak met een vriendin waar ik al meer dan 12 jaar bevriend mee ben. Ik opgegroeid met het christelijk geloof en sinds een paar jaar een levendige relatie met Jezus. Er is iets veranderd in onze vriendschap en zei geeft aan dat ik haar taal niet meer spreek. Ze zet zit ertegen af en mist dat zaadje wat zou moeten groeien. Het blijft koud van binnen en ze ervaard de connectie niet. Ze heeft het geprobeerd, omdat ze vond dat ze het moest kunnen maar heeft nu besloten dat ze het wil respecteren en er zelf niks mee te maken mee wil hebben. Mijn hart huilde. Het voelt niet als afwijzing voor mij, maar alsof ze God afwijst die zoveel liefde ook voor haar heeft. Ik merkte bij mijzelf op dat ik hieruit van kan leren dat ik veel te veel zelf bezig ben geweest met haar het evangelie te verkondigen. Ik heb het terug gegeven aan God en op Zijn tijd als het in Zijn plan past haar ogen te openen.
Ik vind dit niet echt ‘ kerktaal’. Het is taal die gangbaar is in een evangelische gemeente. In een kerk waar ik kom gaat het bijvoorbeeld over ‘ ons verootmoedigen’ – geen alledaagse spreektaal en de voorganger zegt dan ook meestal in de volgende zin wat dit inhoudt.