Wat laat de wonderbaarlijke spijziging zien over evangeliseren en de rol van Jezus en jou daarin?

08

sep

Irene Poot

Evangeliseren heeft bij mij altijd een beetje een negatieve klank, aangezien het voor mij gelijk staat aan de straat op gaan om te roepen dat God van je houdt en je wil redden van de hel. Toch hoeft dit natuurlijk helemaal niet het ware evangeliseren te zijn wat er is. Misschien hoef ik daar helemaal geen vreemdelingen op straat voor aan te spreken. Wat laat de wonderbaarlijke spijziging eigenlijk zien over evangeliseren en de rol van Jezus en jou daarin?

 In die dagen, toen er een heel grote menigte bijeen was en zij niets te eten hadden, riep Jezus Zijn discipelen bij Zich en zei tegen hen: Ik ben innerlijk met ontferming bewogen over de menigte, want zij blijven al drie dagen bij Mij en hebben niets wat zij kunnen eten. En als Ik hen nuchter naar hun huis stuur, zullen zij onderweg bezwijken, want sommigen van hen komen van ver. En Zijn discipelen antwoordden Hem: Waar haalt iemand hier in deze afgelegen plaats zoveel broden vandaan, dat hij deze mensen kan verzadigen? En Hij vroeg hun: Hoeveel broden hebt u? En zij zeiden: Zeven.

En Hij gebood de menigte op de grond te gaan zitten. En Hij nam de zeven broden en nadat Hij gedankt had, brak Hij ze en gaf ze aan Zijn discipelen om ze hun voor te zetten; en zij zetten ze de menigte voor. En zij hadden enkele visjes; en toen Hij ze gezegend had, zei Hij dat zij ook die moesten voorzetten. En zij aten en werden verzadigd. En zij raapten het overschot van de stukken brood op, zeven manden. Het waren er ongeveer vierduizend, die gegeten hadden; en Hij stuurde hen weg.
– Markus 8: 1-9 (HSV)

1. Met ontferming bewogen

In de tekst uit Jezus zijn medelijden met alle mensen die zijn afgereisd naar Hem om zijn verhaal te horen (vers 2). Al drie dagen lang zijn ze er om naar Jezus’ woorden te luisteren, dus waarschijnlijk is iedereen hongerig. Doordat Jezus meeleeft met zijn mensen, roept Hij zijn discipelen op om iets te doen.

Ook nu is Jezus met ontferming bewogen met de wereld en de mensen. De mensen zijn niet alleen hongerig naar brood, maar ook naar meer, zoals liefde, vreugde of vrede. Nu zijn wij Jezus’ discipelen. Door de Bijbel heen zien we ook Jezus’ bewogenheid met de wereld en hiermee roept Hij ons, zijn discipelen, op om deze mensen te voeden met zijn liefde en te evangeliseren.

2. Afgelegen plaats zonder brood

Zijn discipelen reageren met de vraag dat ze niet weten hoe ze ooit aan eten moeten komen in deze afgelegen plaats (vers 4). Waarschijnlijk zaten ze op een grote vlakte of berg en was er geen grote stad in de buurt die genoeg voedsel kon regelen voor zo’n grote menigte mensen.

Tegenwoordig leven we natuurlijk ook in een verlatenheid. Niet per se omdat we op een afgelegen plek wonen, maar omdat er zo’n groot gemis aan liefde, vreugde en vrede is. Daarom kan het nu soms ook onmogelijk lijken om in die droogte te evangeliseren en mensen dit te geven. Het is juist zo nodig!

3. Broden van de discipelen

Jezus vraagt aan de discipelen hoeveel brood zij hebben (vers 5). Jezus tovert dus niet zelf eten tevoorschijn, maar vraagt specifiek om de hulp en bijdrage van zijn discipelen.

Ook nu wil Jezus niet alleen mensen voeden, maar juist jou gebruiken en inzetten om dit te doen. Hij wil juist jouw talenten, handen, voeten en mond gebruiken om zijn blijde boodschap en hart te delen met de wereld. Durf jij dit ook aan Hem te geven, zodat Hij het kan gebruiken en vermenigvuldigen?

4. Jezus breekt het brood

Jezus dankt voor het brood en breekt het voordat Hij het weer teruggeeft aan de discipelen (vers 6a). Kennelijk moest er eerst iets mee gebeuren, voordat het geschikt was om uit te delen aan de menigte.

Zo kan het ook zijn met jouw talenten, gedachten of hart. Soms moet Jezus eerst iets veranderen aan wat jij Hem geeft. Misschien moet je je drang naar status los laten, of moet je je trots of controledwang aan de kant zetten, voordat Jezus het terug kan geven en je het kan gaan gebruiken.

5. Jezus zegent de vissen

In tegenstelling tot het brood, zegent Jezus de vissen (vers 7a). Daarna mogen de discipelen het pas uitdelen.

Dit is ook wat Jezus voor jou en jouw talenten wil doen. Hij wil je zegenen, voordat je de wereld in gaat. Hij wil eerst je handen, voeten, mond en hart zegenen, zodat je echt tot zegen kan zijn voor Hem en zo jouw inzet en evangeliseren kan worden vermenigvuldigd, zoals de vissen ook vermenigvuldigden.

6. De discipelen delen uit

Ook al heeft Jezus het brood en de vissen in handen, toch laat hij de discipelen het uitdelen (vers 6b en 7b). Hij betrekt hen op deze manier bij het werk van brood brengen.

Het klinkt misschien alsof Jezus alles doet met jouw talenten en jouw hart, maar uiteindelijk stuurt Hij jou op weg. Uiteindelijk mag jij zijn goede nieuws, liefde, vreugde en vrede gaan uitdelen aan de wereld en evangeliseren.

Wij en evangeliseren

Al met al kunnen we hier dus uithalen dat Jezus bewogen is met de wereld en ons wil klaarmaken en zegenen om de hongerige mensen te voeden. Ik geloof dat evangeliseren niet alleen draait om mensen aanspreken op straat en hen het Evangelie vertellen. Evangeliseren kan ook door middel van je daden en door Jezus’ liefde, vreugde en vrede te laten zien aan de mensen om je heen.

Door woorden en daden kan jij de hongerige van deze wereld voeden, al is het maar door een positief woord, een knuffel, over Jezus vertellen of gewoon een luisterend oor. Deel jouw talenten uit, deel jouw brood.

Aan de slag!

  • Op wat voor manier zou jij vandaag kunnen evangeliseren en iets van Jezus liefde, vreugde en vrede kunnen delen?
  • Wat zou er bij jou moeten veranderen voordat je op weg kunt om te evangeliseren?

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap