Wat kunnen we leren van Daniël en zijn vrienden? (deel 1)

01

feb

Anne-Saar Kunz

Waar sta je? Op welke positie ben je geplaatst? Ontwikkel je je talenten? Doe je aan zelfontplooiing? Als je het mij vraagt zijn deze vragen zó 2020. Op Instagram en meer van dat soort sites word ik er soms mee overspoeld. Trainingen kan ik volgen, en cursussen worden aangeboden om zelf maar te groeien. En begrijp me goed: ik ben blij dat ze er zijn en ik geloof echt dat het van toegevoegde waarde kan zijn. En toch. Waar je ook bent geplaatst, ik geloof dat één ding van cruciaal belang is. Leven met God en Hem niet uit het oog verliezen. We zijn soms zo geneigd om te focussen op onze eigen ontwikkeling, eigen leven, en eigen ik. Waar is Jezus?  

Ik moest denken aan Daniël. Het verhaal kende ik tot voor kort eigenlijk alleen maar van het liedje Daniël in de leeuwenkuil. Maar pasgeleden was ik op een conferentie en daar werd gesproken over het verhaal van Daniël. En vandaag en morgen praat ik hier graag met je over door. Doe je mee?  

Daniël en zijn vrienden, ze zijn gevangen genomen en weggevoerd uit hun vertrouwde omgeving. Het zal je maar gebeuren. Misschien hadden ze alle vier net een beetje plannen gemaakt, over waar ze willen staan, over wat ze wilden bereiken. En dan nu dit. Ze moeten bij de koning Nebukadnezar komen. Lees je mee?  

Daniël en zijn vrienden aan het hof van de koning  

Toen beval de koning aan Aspenaz, het hoofd van zijn hovelingen, dat hij enigen van de Israëlieten moest laten komen, namelijk uit het koninklijk geslacht en uit de edelen, jongemannen zonder enig gebrek, knap van uiterlijk, bedreven in alle wijsheid, ervaren in wetenschap, helder van verstand, en die in staat waren dienst te doen in het paleis van de koning, en dat men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën. De koning nu stelde een dagelijkse hoeveelheid van de gerechten van de koning voor hen vast, en van de wijn die hij dronk, om hen in drie jaar zo op te voeden dat zij aan het einde daarvan in dienst konden treden van de koning. Onder hen waren uit de Judeeërs: Daniël, Hananja, Misaël en Azarja.

Het hoofd van de hovelingen gaf hun andere namen. Daniël noemde hij Beltsazar, Hanaja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abed-Nego. David nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk. Daarom verzocht hij het hoofd van de hovelingen of hij zich niet zou hoeven te verontreinigen. God gaf Daniël genade en barmhartigheid bij het hoofd van de hovelingen.
– Daniël 1: 3-9 (HSV)  

Eerlijk gezegd vind ik het bovenstaande gedeelte best moeilijk. Daarom hou ik het hier vandaag even bij. Ik hoop en bid dat je hier vandaag iets uit mee neemt, dat je er mee aan de slag gaat en dat je morgen hier weer terugkomt voor het vervolg van dit verhaal. 

Maar nu eerst vandaag.  

Daniël en zijn vrienden. Weggevoerd en nu aan het hof van de koning, aan het hof van Babel. Daar krijgen de mannen een heropvoeding, zogezegd. Het is de bedoeling dat ze zich de Babylonische levensstijl snel eigen maken. En om dat te doen, worden er een paar maatregelen genomen. In de eerste plaats wat betreft het eten. ‘De koning nu stelde een dagelijkse hoeveelheid van de gerechten van de koning voor hen vast, en van de wijn die hij dronk, om hen in drie jaar zo op te voeden.’ (Daniël 1: 5, HSV)
Naast het eten krijgen de mannen andere namen. De joodse namen met prachtige betekenissen – kijk alleen al naar Daniël, wat betekent: mijn God is rechter – wordt nu Beltsazar, wat betekent: bescherm de koning.  

Het roer moet radicaal om. De koning is er op uit om de jonge mannen te veranderen en te heropvoeden naar de regels van het hof. Maar, lezen we dan in vers 8: “Daniel nu nam zich in zijn hart voor zich niet te besmetten met de gerechten van de koning of met de wijn die hij dronk.” Daniël nam zich in zijn hart voor… Ik vind dit zo’n krachtige zin. Daniël en zijn vrienden, ze moesten de storm in. Ze moesten hun eigen vertrouwde leven achterlaten en naar het hof van de koning. Maar, Daniël laat God niet los. Waar hij ook is, Daniël houdt het contact met God. In vertrouwen op God neemt Daniël de beslissing om God niet te verloochenen en om trouw te zijn aan Hem.  

Daniël en zijn vrienden kwamen uiteindelijk terecht op een sleutelpositie. Maar één ding wilden ze wel: verbonden blijven met God. En zo alleen kan je uiteindelijk het verschil maken.
Jezus zegt het later: Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven.
– Johannes 15: 4 (HSV)  

Waar ben je geplaatst? Hoe ziet je leven eruit? Ben je bezig met zelfontplooiing of wat dan ook? Ik hoop dat je, of je nu op de middelbare school zit, fulltime werkt, of alle dagen thuis bent bij je kinderen of hoe je leven er dan ook uitziet… ik hoop dat je in wat je doet je Redder blijft vasthouden. Want dan alleen kan je vrucht dragen, of dat nu in de klas is of thuis bij je kinderen. Je bent ergens geplaatst, geplaatst om tot zegen te zijn. En misschien, misschien ben je wel net als Daniël op een plek waar God ver te zoeken is. Dat je het met tranen kan uitroepen: God, waar bent u? Daniël was ver van zijn vertrouwde plek maar wist één ding. Ik heb mijn God nodig, Hem wil ik niet loslaten.  

Aan de slag!  

Lieve vrouw, heb je God nog nodig? Of kan je het zelf? Ik hoop en bid van harte dat je Jezus nodig mag krijgen in je leven. Dat je op je knieën mag gaan en mag belijden: Oh mijn Heer ik heb U nodig, elk moment zo nodig. Daniël wist: hoe de situatie er ook uitziet, God wil ik niet loslaten. Ga vandaag na op welke plek jij bent geplaatst en hoe je daar verbonden kan blijven met God, je Redder.  

Ik zie je graag morgen weer!  

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Mooi Anne Saar, ik moet denken aan de tekst uit Handelingen 11: 23,

    Met het voornemen van je hart de Here trouw te blijven!
    Dat voornemen wil de Heer zegenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap