Wat betekent het dat God deze wereld goed geschapen heeft?

16

mei

Charlotte Molenaar

God heeft jou, mij, en heel deze wereld goed geschapen. Dat belijden we als christen in de apostolische geloofsbelijdenis. Maar wat betekent deze belijdenis nu eigenlijk? De apostolische geloofsbelijdenis vat samen waar het christelijk geloof in de kern om gaat. Maar waarom staat in die belijdenis dat God de schepper van de hemel en de aarde is? Waarom geloven we dat als christenen en wat verandert dat aan jouw leven?

Grieks wereldbeeld

De apostolische geloofsbelijdenis is ontstaan in de eerste eeuwen na Christus. Rond het jaar 170 is een eerste versie ervan op schrift gesteld. In die tijd was de Griekse filosofie bepalend voor het wereldbeeld. Volgens dat Griekse wereldbeeld kwam de wereld voort uit twee bronnen: een goede bron en een kwade bron. Het kwade was in de wereld terug te zien in het materiële. Het lichaam, de natuur, en eigenlijk al het tastbare en zichtbare, zou voortkomen uit het kwade. Het geestelijke daarentegen was dan het goede. Aan het kwade, het lichamelijke, moest je dan ontvluchten door kennis te vergaren en door meditatie. De werkelijkheid werd dus gezien als kwaad. Alleen het geestelijke was goed volgens de Griekse filosofie.

Geschapen uit niets

In die wereld stelden de christenen vervolgens dat God de schepper van hemel en aarde was. Hij had de wereld goed geschapen. Dat hadden zij niet uit zichzelf bedacht. De joden beleden dat ook al eeuwenlang. Het allereerste vers in de Bijbel deelt ons mee dat God de hemel en aarde schiep. Uit het niets bracht Hij het voort. Hij sprak en het was er. Hij maakt niet gebruik van een goede en kwade bron of van andere massa. Nee, Hij heeft alles zelf bedacht. Hij schiep omdat Hij het wilde. Hij werd er niet toe gedwongen. Deze wereld ontstond ook niet per ongeluk. 

In het begin schiep God de hemel en de aarde.”
– Genesis 1:1 (HSV)

We zijn hier dus niet per toeval. God heeft ons bedacht en gewild. Wij komen voort uit Gods creativiteit. Als God ziet wat Hij geschapen heeft, ziet Hij dat het goed is. Deze wereld is dus góéd geschapen. Het komt niet voort uit een kwade bron, en hoeft dus daarom ook niet ontvlucht te worden. Nee, deze werkelijkheid, de natuur en de mensen zijn door God geschapen, én nog eens goed geschapen ook! We mogen het als een cadeau van God aanvaarden en ervan genieten. Lange tijd heb ik het heel lastig gevonden om echt te genieten van het leven. Ik voelde me altijd schuldig en dacht dat ik me moest richten op de dingen die ‘boven’ zijn. Maar ik verwarde dankbaar genieten met te veel bezig zijn met dingen die voorbijgaan. Deze belijdenis, dat God de schepper van hemel en aarde is, heeft mij geleerd dat ik mag genieten van het leven, omdat Hij het geeft!

Wil ik Hem de eer geven die Hem toekomt, dan mag ik juist genieten van wat Hij mij geeft.

Nieuwe wereld

Tegelijkertijd waarschuwt deze belijdenis ons er ook voor om deze werkelijkheid te zien als het enige dat ertoe doet. We moeten niet volledig opgaan in deze werkelijkheid, want het is iets wat God gemaakt heeft, maar het is niet hetzelfde als God. Alleen God geeft ons het doel in ons leven, niet de dingen in deze wereld.

Deze belijdenis vraagt ons dus om bij twee uitersten vandaan te blijven. Deze werkelijkheid mogen we aanvaarden en we mogen ervan genieten. We moeten niet doen alsof alleen het geestelijke ertoe doet. Maar tegelijk moeten we oppassen dat we niet verder kijken dan deze wereld. God is totaal anders dan deze werkelijkheid. Hij heeft het geschapen, maar verschilt ervan. Net zoals een schilder niet hetzelfde is als zijn schilderij. De manier waarop dingen in deze wereld gaan, is niet precies hetzelfde als hoe God is. We kunnen vanuit ons verstand niet ontdekken hoe God is. Dan zou je namelijk kunnen concluderen dat God ook het kwaad in deze wereld gebracht heeft. Dat is niet het geval, want God heeft deze wereld goed geschapen. Dat lazen we in Genesis 1.

Via zonde is het kwaad in deze wereld gekomen. De zonde knaagt van binnenuit aan Gods goede schepping. Maar de schepper van deze wereld is ook de Vader van de Here Jezus Christus. Door Jezus is God een grote renovatie begonnen. Door Jezus kunnen wij een nieuwe schepping worden (2 Korinthe 5:17). En de schepping wacht tot zij bevrijd wordt van de slavernij van het verderf (Romeinen 8:21). God is dus bezig om deze wereld te vernieuwen. Deze wereld doet er voor hem toe. Ons lichaam en alles wat we zien, doet ertoe voor God. Ook dát wil Hij vernieuwen. Hij redt niet alleen onze ziel, maar Hij gaat ook de schepping bevrijden.

God heeft ons deze wereld gegeven als cadeau. Hij wil dat we een goed leven hebben. Hij zorgt voor ons en onderhoudt ons. Laten we Hem dan daar ook de eer voor geven. Laten we zijn cadeau dankbaar aannemen en ervan genieten. Dat zegt Paulus ook tegen Timotheüs die te maken had met mensen die zeiden dat goede christenen niet van het leven mochten genieten. Tegen die mensen zegt Paulus: “Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.” – 1 Timotheüs 4:4-5 (HSV)

Laten we dus genieten van alle dingen die God ons geeft. Lekker eten, mooie bloemen, liefde en vriendschap. Laten we God danken en ervan genieten.

Aan de slag!

Naar: hoofdstuk 6 uit het boek ‘Christelijke Dogmatiek’ van G. van de Brink en C. van de Kooi. Uitgever: Boekencentrum: 2012.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap