‘Waar ben je?’ – waarom je je niet meer hoeft te verstoppen

29

mei

Sara-Maria Smit

Misschien ken je de armbandjes wel. Die bandjes met de letters ‘WWJD’. Ze herinneren je aan een vraag: ‘What would Jesus do?’. Deze vraag kan je helpen bij het maken van keuzes over je acties en je te herinneren aan dat je alles tot eer van God moet en wil doen. Het is een vraag om je geweten mee op te wekken, te testen en te trainen. Joodse gelovigen hebben van deze vraag een andere, ook heel Bijbelse, versie: de simpele vraag die God stelt aan Adam wanneer hij zich verstoppen wil na het eten van de vrucht van de boom: ‘Waar ben je?’. Wat is nu het antwoord op deze vraag?

Adam verstopte zich

Genesis 3 is het hoofdstuk waarin alles omkeert na de perfecte schepping van God en dé reden dat we al die andere bladzijdes van de Bijbel zo erg nodig hebben. Van alle bomen in de Eden mocht de mens eten, behalve van die ene. En toch… de vruchten van die ene boom zagen er zo lekker uit! Adam at van de boom nadat Eva dat ook gedaan had. Toen Adam daarna Gods stem hoorde, verstopte hij zich tussen al die andere onschuldige bomen van Eden. Ik denk er wel eens aan hoe Adam zich gevoeld moet hebben. Een gevoel waar wij maar al te bekend mee zijn, maar dat voor hem helemaal nieuw was. Hij had namelijk nog nooit iets verkeerds gedaan en had zich nog nooit hoeven verstoppen, maar deze keer was het anders. Hij voelde zich naakt en hij wist dat hij God niet onder ogen durfde te komen. In Genesis 3 vers 9 lezen we dat God Adam riep en zei: ‘Waar ben je?’.

God vraagt: waar ben je?

Nu moet je even beseffen dat de naam ‘Adam’ gewoon het Hebreeuwse woord voor ‘mens’ is. Ja, jij bent dus een Adam! En God riep de mens en vroeg: Waar ben je? Zo vraagt God ook aan jou: waar ben je? Net als Adam hebben wij ook een gevoel vanbinnen, een geweten, iets in ons dat een reactie geeft op die vraag. Óf we willen ons op één of andere manier verstoppen, óf we willen Hem antwoorden. Een vraag waar je bang van kunt worden dus. Want het is niet zomaar Iemand Die deze vraag aan je stelt. Nee, het is Iemand die al lang het antwoord op de vraag weet. Iemand voor Wie je je niet eens kunt verstoppen.

Als je kijkt naar andere mensen in de Bijbel die God ook riep, dan zie je dat God bijna altijd moet zeggen ‘wees niet bevreesd’. Saulus valt op de grond (Hand. 9:4) en Johannes valt zelfs als dood neer aan zijn voeten (Openb. 1:17). Natuurlijk wil jij je verstoppen als je weet dat je straf van deze grote, heilige God verdient! Dat is meer dan logisch. Misschien verstoppen we ons wel in alle andere onschuldige dingen die we doen, alsof dat die ene fout wegmoffelt, net zoals Adam zich tussen de bomen verstopte. Misschien proberen we onze naaktheid te verbergen en maken we een schort van ‘goede daden’. We hebben in ieder geval een gevoel vanbinnen dat we niet kunnen komen tot de grote God als de naakte mens die we zijn.

Iemand die Zich niet verstopte

Er is nog een Adam in de Bijbel die gezocht werd. De Heere Jezus, de Mensenzoon. Paulus noemt Hem de tweede Adam (Rom. 5:14; 1 Kor. 15: 45). Hij werd gezocht om gedood te worden toen Hij in Gethsemané was met zijn discipelen. En Hij verstopte Zich niet! Integendeel, toen ze Hem zochten liep Hij Zelf op hen af en Hij stelde de vraag: Wie zoekt u? (Joh. 18: 4). Deze Adam is namelijk niet alleen mens, Hij is ook God en Hij is Degene die de vragen stelt. Hij hoeft Zich niet te verstoppen. Als de soldaten zeggen dat ze Hem zoeken, zegt Hij: ‘Ik ben het’ (Joh. 18: 5-6). Hier ben Ik, je hoeft me niet te zoeken. De soldaten deinsden achteruit, want Hij is de grote IK BEN.

Hij voelde Zich niet naakt en Hij hoefde Zich niet te verstoppen, want Hij was helemaal zonder zonde. In plaats daarvan kwam Hij naar voren en Hij nam onze naaktheid op Zich. De straf die wij verdienden, zodat wij ons nooit meer hoeven te verstoppen.

Het antwoord

God zal altijd blijven vragen: ‘waar ben je?’ Je kunt bang worden van deze vraag, maar dat hoeft niet! Want God zal naast deze vraag ook altijd blijven zeggen: ‘Ik ben het’. Als God vraagt waar je bent, kun je Hem ook gerust en vrijmoedig antwoorden: “Zie, het Lam van God, Dat de zonden van de wereld wegneemt!” (Joh. 1:29). Hij ziet zijn Zoon in plaats van jou. Als je dat antwoord dan geeft op Gods vraag, moet je bij wijze van spreken meekijken naar waar je naartoe wijst. Dan zie je de Heere Jezus en dan hoef jij je ook zelf niet meer af te vragen waar je bent, want dan weet je waar je moet zijn!

Aan de slag!

  1. Vraag nu eens heel direct aan jezelf: ‘Waar ben ik vandaag?’. Voel je je geweten? Heb je de neiging te verstoppen? Of val je juist op je knieën neer voor God? Of weet je het niet goed?
  2. Bid of God je wilt laten zien waar je bent en of Hij jou vandaag wilt brengen op zijn pad.
  3. Dank God dat je door het offer van de Heere Jezus je niet meer hoeft te verstoppen!

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Dankjewel Sara-Maria, God ziet ons in Christus aan!
    Zó geweldig om te weten èn te beseffen!
    Wij zijn niet meer naakt maar overkleed met de Here Jezus!
    Wat een rijkdom en genade!

  2. Aline schreef:

    Prachtig geschreven. Ontdekkende en troostrijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap