Vrouw, wie ben je?

19

apr

Tirza Rots

Wees eens eerlijk, wie ben jíj zonder het imago van je uniform, zonder je modieuze kleding, je artistieke huis, je (overschot aan) geld? Wie ben je dan? Als je je onzekere glimlach van je af kunt schudden bij thuiskomst? Misschien is het nodig dat jij je fiere en onafhankelijke masker afzet. Wat tref je aan? Wie ben je, los van je sociale netwerk, los van je fysieke prestaties? Wie ben je…?

Confronterend, of niet? Weet je, God is helemaal niet geïnteresseerd in hoe andere mensen over jou denken. Of in welke sociale klasse jij je beweegt. Hoeveel geld je bankrekening telt, is voor Hem ook onbelangrijk. Gods maatstaf is niet hoe jij en ik het er vanaf brengen. God vraagt slechts: Wil jij het offer van Mijn Zoon aanvaarden als volwaardig en genoeg? Als jij daar ‘ja’ op kunt zeggen dan is deze simpele en bevrijdende boodschap voor jou vandaag:

Relax, ontspan, God heeft je gewild. Hij wil je leiden en onderwijzen op de weg die jij gaat. Hij is bij jou in jouw groeiproces. God weet dat wij nooit perfect zullen worden. Daarom stuurde Hij Zijn zoon, Die een perfect leven leidde, zodat jij en ik van die last bevrijd zijn. Wat een geschenk. Een pak van je hart en een last van je schouders…! Tenminste… durf jíj die last, om in eigen kracht te presteren, af te leggen?

Jouw bestaansrecht is in Jezus Christus onwankelbaar. Ongeacht hoe jij je voelt! Onderstaande teksten mag je lezen als een richtingwijzer voor je dagelijks leven en als een verlangen om, door Gods Geest en in Zijn kracht, naar toe te groeien.

Mijn bestaansrecht

Ik ben door God gekend (1. Korinthe 8:3).

In God heb ik mijn doel (Romeinen 11:36).

Ik omkleed mij met de Heer Jezus Christus (Romeinen 13:14). En ik ben van Christus (1 Korinthe 3:23).

Ik ben gereinigd, geheiligd en rechtvaardig verklaard in de Naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God (1 Korinthe 6:11).

Ik ben gekocht en betaald en bewijs God eer met mijn lichaam (1. Korinthe 6:20).

Dankzij Gods genade ben ik wat ik ben (1. Korinthe 15:10).

In relatie tot God

Ik stel mijzelf in dienst van God (Romeinen 6:13) en van de gerechtigheid om heilig te leven (Romeinen 6:19).

Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing (1 Korinthe 9:27). Ik doe dit voor een onvergankelijke ereprijs en ren als de atleet die wint (1 Korinthe 9:24, 25).

Ik laat mij leiden door de Geest (Romeinen 8:9). En ik ben gericht op wat de Geest wil (Romeinen 8:5).

Wat de Geest wil brengt leven en vrede (Romeinen 8:7).

Ik richt mij op de onzichtbare dingen, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig (2 Korinthe 4:18).

Ik hoop op wat nog niet zichtbaar is en blijf in afwachting daarvan volharden (Romeinen 8:35).

In relatie tot mijzelf

Ik schep vreugde in mijn zwakheid want in mijn zwakheid ben ik sterk. Omdat Christus mij kracht schenkt (2 Korinthe 12:10). Ik beroem mij op de Heer (2 Korinthe 10:17).

Mijn God zal uit de overvloed van Zijn majesteit elk tekort van mij aanvullen, door Christus Jezus (Filemon 4:19).

Ik verander door mijn gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van mij wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is (Romeinen 12:2).

Ik beter mijn leven en ik neem vermaning ter harte. Dan zal de God van de liefde en de vrede met mij zijn (2. Korinthe 12:11).

In relatie tot het lichaam van Christus

Ik streef ernaar uit te blinken in het opbouwen van de gemeente (1. Korinthe 14:12).

Ik blijf standvastig en onwankelbaar en zet mij altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer mijn inspanningen nooit tevergeefs zijn (1. Korinthe 15:58).

Ik doe wat ik doe van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen (Kolossenzen 4:23).

In relatie tot anderen

Ik aanvaard anderen zoals Christus ook mij heeft aanvaard (Romeinen 15:7).

Ik probeer voor alle mensen het goede te doen (Romeinen 12:27). En ik streef naar wat de vrede bevordert en wat opbouwend is voor de ander (Romeinen 14:19).

Ik overwin het kwade door het goede (Romeinen 12:21). En ik doe alles met liefde (1. Korinthe 1:14).

Ik doe alles ter ere van God, of ik nu eet of drink of iets ander doe (1 Korinthe 10:31).

Groeien naar Gods karakter is een proces. Ik moedig je aan om niet langer in eigen kracht te proberen een ‘goed christen’ te zijn (of te worden). Je hoeft het, God zij dank, niet in eigen kracht te doen en je hebt een leven lang de tijd! Het is Zijn werk, door jou heen. Geef jezelf dagelijks over in Zijn hand. Breng jouw proces bij God in gebed, in het vertrouwen dat Hij het goede werk dat Hij in jou begonnen is tot het einde toe zal voltooien!

Aan de slag!

Lees bovenstaande teksten hardop aan jezelf voor zodat ze ‘landen’ in je hart.

Vertrouw jezelf en jouw groeiproces in gebed aan God toe. Je mag het in Zijn hand geven en daar ook laten.

Deel deze overdenking

  1. Evelien schreef:

    Dank je wel voor deze prachtige overdenking!
    Het geeft zoveel bemoedigende en opbouwende teksten om bij stil te staan. Heel mooi!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap