Voor wie doe jij open?

01

dec

Marijke Gootjes-Verhoeve

Het is december. De maand van ‘Hoor wie klopt daar kinderen?’ en de maand van de feestdagen, waardoor veel bezorgdiensten door de straten rijden om iedereen van de nodige pakketjes te voorzien. Als één van onze kinderen online een bestelling heeft geplaatst, weten ze niet hoe snel ze moeten opendoen als de deurbel gaat, terwijl ze anders nooit zo hard lopen als er wordt aangebeld… Blijkbaar verwachten ze met verlangen hun pakketje en zijn ze vol verwachting van wat er allemaal komen gaat.

December is ook de maand van Advent en dat betekent letterlijk ‘komst’. We hebben het dan niet over de komst van al onze pakketjes, maar veel belangrijker: we leven toe naar de komst van Jezus op de aarde, naar zijn geboorte. In de evangeliën lezen we dat de mensen uit de tijd vóór Christus echt uitzagen naar de komst van de Messias. Hun verlangen was heel groot en ze waren vol verwachting. 

Verwachting en verlangen

In Lucas 2:22-40 zien we bijvoorbeeld Simeon en Anna, twee bejaarde mensen, die geloven dat ze de Gezalfde van de Heer zullen zien voordat ze sterven. Ze keken daar enorm naar uit en je zou kunnen zeggen dat hun deur wagenwijd openstond! Toen Simeon en Anna Jezus daadwerkelijk ontmoetten, werd hun verlangen vervuld en werd er aan hun verwachting voldaan.

Als je weet dat de Verlosser is geboren, hoef je niet meer vol verwachting toe te leven naar het Kerstfeest alsof de Messias nog moet komen. Zeker als je Jezus persoonlijk hebt leren kennen, is een bepaald verlangen vervuld en je verwachting beantwoord.

Het doet mij denken aan onze oudste dochter die inmiddels op zichzelf woont. Toen ik in verwachting van haar was, keken we enorm uit naar haar komst, maar nadat ze geboren was en we haar bij ons hadden, hoefde dat niet meer. Het verlangen verschuift dan naar haar willen kennen en tijd samen willen doorbrengen. Nu ze niet meer thuis woont, zijn er momenten dat we weer naar haar aanwezigheid verlangen en uitkijken naar haar komst. Het gaat er nu om dat we het fijn vinden om elkaar te ontmoeten, om weer samen te zijn en onze harten met elkaar te delen. Onze deur staat altijd voor haar open!

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat verlangen verschillende vormen kent en zo leven wij met een andere verwachting naar kerst toe dan de mensen uit de tijd van vóór Jezus’ geboorte. Er zijn twee manieren waarop we nog steeds mogen uitzien en verlangen naar de komst van Jezus.
Ten eerste mogen we verlangen naar een dagelijkse ontmoeting met Hem, zijn aanwezigheid in ons leven. Ten tweede mogen we leven met de verwachting van Jezus’ wederkomst.

Jezus staat voor de deur!

Zie, ik sta voor de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem [haar] binnenkomen en de maaltijd met hem [haar] gebruiken, en hij [zij] met Mij.
– Openbaring 3:20 (HSV)

Het kinderlied: ‘Is je deur nog op slot?’ stelt je hart voor als een huisje waar het donker is zonder Jezus, dus dat je deur moet opendoen voor Hem. Het geeft aan dat mensen die nog niet geloven hun deur van het slot moeten halen en impliceert dat je als gelovige dat al gedaan hebt. Opvallend is echter dat de tekst van Openbaringen is geschreven aan christenen! Het slot is dan misschien bij hen wel van de deur, maar blijkbaar is de deur toch weer dichtgegaan. Als gelovigen kunnen we dus ervoor kiezen om de deur van ons hart te openen en te sluiten voor God.

Openbaring 3:14-22 is geschreven aan de gemeente Laodicea en deze gelovigen lauw zijn geworden, onverschillig. Het gaat ze voor de wind, ze zijn rijk geworden en hebben nergens gebrek aan, waardoor hun deur als het ware ongemerkt is dichtgegaan voor God. Het verlangen om samen te zijn met God lijkt verdwenen. Misschien herken je jezelf wel hierin.

Jezus zal echter nooit een deur die is dichtgegaan intrappen. Nee, hij klopt netjes aan en vraagt of je thuis bent. Hij hoopt dat je zijn stem zult herkennen en zult opendoen. Hij verlangt naar jou, maar hoe is het met jouw verlangen naar Hem? Open jij elke dag je deur voor Hem en nodig je Hem bij jou binnen uit?

Vol verlangen en vol verwachting?

Dan het tweede aspect: de wederkomst.

Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.
– Mattheus 24: 42 en 44 (HSV)

Vaak leven we zo in het hier en nu, met onze wekelijkse agenda vol afspraken, dat we vergeten dat Jezus in de tussentijd wel terug kan komen! We weten het wel, maar zijn er niet zo mee bezig en zeker niet vol verlangen en vol verwachting. Juist op de momenten dat het goed met ons gaat kan de wederkomst van Jezus naar de achtergrond raken.

Stel je voor dat Jezus vandaag ineens bij je aanbelt en vraagt of je klaar bent om met Hem mee te gaan? Ben jij dan net zo enthousiast als mijn kinderen op het moment dat hun pakketje bezorgd wordt, vol verwachting en vol verlangen, of ben je zo druk dat je niet eens de neiging hebt om open te doen: ‘Het zal wel een collecte zijn of kinderen die een lootje willen verkopen. Ik heb toch niets besteld? Het zal wel voor de buren zijn!’
We weten niet wanneer het moment daar zal zijn, maar laten we ervoor zorgen dat we Hem verwachten en vol verlangen klaar staan!

Aan de slag!

  • Wat is de stand van jouw deur? Dicht, op een kiertje of wijd open?
    Is er iets dat je zou willen veranderen, kijk dan wat je daarvoor nodig hebt!
  • Luister eens naar Opwekking 780 ‘Verwachten’. Kun jij dit lied vanuit overtuiging meezingen?

Ik wens je een hele mooie decembermaand vol verlangen (nee, niet alleen naar de feestdagen…) en vol verwachting naar de komst van Jezus!

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap