Voel jij je ver van God? Ontdek wat de Bijbel hierover zegt!

12

feb

Marie Tulin van Ekeren

Er kunnen momenten in ons leven zijn dat we ons zo ver bij God vandaan voelen. Ons gebed klinkt dan naar ons idee maar als wat gestamel. Het lezen uit de Bijbel voelt hol. Je vóélt de woorden niet. Ze raken je niet aan, ze verwarmen je niet. Je probeert je krampachtig vast te houden aan wat je gelooft en aan hetgeen waarvan je weet dat het de waarheid is? Wat moeten we doen als we ons ver bij God vandaan voelen?

Wat is het heerlijk om Gods aanwezigheid wel te voelen. Dan merken we dat Hij er is. Dat Hij van ons afweet. We voelen het bijna fysiek. Het voelt warm. Je voelt je begrepen en getroost. Soms voel je zijn hand op je schouder wanneer je een mooi lied hoort, wanneer je de zon ziet schijnen of in de lach van je kind.

Maar wat als het stil ineens stil wordt en stil blijft? Wat als er dagen, weken, misschien wel jaren voorbij gaan zonder dat we God écht voelen en ervaren? Als een waar ‘gevoelsmens’ brengt mij het altijd van mijn stuk wanneer ik niet voel dat God er is. De twijfel slaat toe: ‘Was het dan allemaal een leugen? Weet Hij niet van mij af? Wil Hij niet naar me luisteren?’

De Bijbel over je ver van God voelen

Wat is het een enorme troost dat de Bijbel zélf over dit gevoel schrijft. Het gevoel dat God je niet ziet, en dat Hij je niet antwoord. David schroomde zich niet om op een hele ruwe en pure manier aan God te vertellen hoe het er voor stond in zijn hart. Het is alsof hij tegen God zegt: U zegt in Uw Woord dat ik U moet zoeken, maar dat doe ik al Heere! Antwoord mij dan toch!

Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep;
wees mij genadig en antwoord mij.
Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt:
Zoek Mijn aangezicht.
Ik zóek Uw aangezicht, HEERE,
verberg Uw aangezicht niet voor mij.
Wijs Uw dienaar niet af in toorn,
U bent mijn hulp geweest;
laat mij niet in de steek en verlaat mij niet,
o God van mijn heil.
Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten,
maar de HEERE zal mij aannemen.

– Psalm 27:7 – 9 (HSV)

Nederigheid en geloof

Wees mij genadig en antwoord mij.

David komt tot God met een nederige houding. Hij voelt zich klein en afhankelijk. Hij weet dat hij niet alleen kan geloven. En dat hij Gods genade nodig heeft. Hij weet dat God het recht heeft om te bepalen of Hij David wel of niet antwoord.

Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek mijn aangezicht.

Wat een opvallende woorden. David pleit hier eigenlijk op de waarheid die hij vanuit Gods Woord kent: We moeten God zoeken. Keer terug naar Mij, dan zal Ik naar u terugkeren, zegt de Heere van de legermachten (Maleachi 3:7b, HSV). David zegt: Ik zoek u Heere. Ik ben hier. Maar waar bent u?

Verberg Uw aangezicht niet voor mij. Wijs uw dienaar niet af in toorn.

Vol emotie smeekt David of God zich niet voor Hem wil verbergen. Het voelt alsof Hij hem afwijst. Het voelt alsof Hij zich expres voor hem verstopt. Wat een troost dat deze rauwe woorden in de Heilige Schrift staan. Zelfs de ‘man naar Gods hart’ had soms het gevoel dat God zich voor hem verborg. Dat God hem in de steek zou laten en dat hij helemaal alleen zou overblijven.

U bent mij een hulp geweest.

David denkt terug aan al die momenten dat God er voor hem was. De momenten waarin Hij hem redding schonk.

O God van mijn heil.

Ondanks dat David God niet ervaart, belijdt hij ootmoedig dat God de God van zijn heil, van zijn redding is.

De Heere zal mij aannemen.

En dan… spreekt hij deze woorden uit. Het zijn woorden van geloof. Het zijn woorden van dingen die je niet ziet of voelt, maar dingen die je gelooft en als waarheid aanneemt. De Heere zál mij aannemen. Leek Davids situatie daarop? Nee, zelfs zijn ouders hadden hem verlaten. Was het omdat David nu zo’n goede gelovige was? Nee, hij heeft ons net verteld hoe afhankelijk en klein hij was. Toch pleit David op Gods Woord.

Dát is geloof. Het is niet voelen dat God er is. Het is wéten dat God er is. We weten dat door zijn Woord. Door zijn beloften. In Gods Woord lezen we over wie God is en wie Hij voor ons wil zijn. Zijn heilsplan; de redding door Jezus Christus, mag ons enige fundament zijn. Niet ons gevoel, maar Gods beloften.

Laat deze waarheid vandaag tot troost voor jou zijn. Kom tot God in nederigheid, zoek zijn aangezicht, vertel Hem wat er in je omgaat en… ga op zoek naar de schatten in zijn Woord. Ga op zoek naar wie Hij zegt dat Hij is en bid Hem of Hijzelf, en niet jouw gevoel, jouw enige redding mag zijn. 

Aan de slag!

  • Herken jij je in de woorden die David uitspreekt? Welke woorden sluiten aan bij jouw gevoel? Welke juist helemaal niet?
  • Hoe kun jij vandaag je hart voor God openleggen? Misschien kun je een wandeling maken, misschien een stukje schrijven. Benoem hoe het er in je hart voorstaat. God schrikt er niet van. Zelfs zijn knecht David uitte zijn angsten en gevoelens heel eerlijk.
  • Wat wéét jij over God? Wat staat er over Hem in zijn Woord en welke beloftes geeft Hij in zijn Woord? Probeer eens wat verzen uit je hoofd te leren, en laat Gods Waarheid jouw gedachten beheersen. Vraag Hem of die woorden je hart mogen aanraken.

Wil je gebruik kunnen blijven maken van onze gratis overdenkingen? Steun ons werk dan met een eenmalige gift! Onze dank is groot.

[paytium name=”Zij Lacht” description=”Donatie” button_label=”Yes, ik steun Zij Lacht!”]
[paytium_field type=”dropdown” label=”Bedrag” options=”5/10/15/20/50/100″ options_are_amounts=”true” /]
[paytium_total /]
[/paytium]

Deel deze overdenking

  1. Marije Dekker schreef:

    Wat een mooie blog!

  2. Reetje schreef:

    De enige waarheid..ongeacht ons (onbetrouwbare ) gevoel, laat Hij nooit los!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap