Vijf broden en twee vissen

21

sep

Jacomien van Urk

Vijfduizend mannelijke gasten plus de vrouwen en de kinderen. Daar zitten ze allemaal bij de berg waar Jezus is. Ze kijken vol verwachting naar Hem. En ik zie Hem stiekem glimlachen en zijn ogen glimmen, omdat Hij weet dat Hij opnieuw de mensen zal verbazen over Gods kracht. Hij vraagt het quasi-onschuldig aan Filippus: ‘Hoe gaan wij al deze mensen te eten geven?’ Zie je dat, Hij betrekt zijn leerlingen bij de taak. Samen voeden ze alle mensen, doordat één iemand geloofde in Gods enorme kracht. Hij werkte mee aan Gods plan door vijf broden en twee vissen te geven.

“Hier is een jongetje dat vijf broden en twee vissen bij zich heeft. Maar dat is natuurlijk lang niet genoeg voor zoveel mensen.”
(Johannes 6:9, BasisBijbel)

Dit is zó bijzonder. Zitten daar ál die mensen. Discipelen druk in overleg hoe ze iedereen te eten kunnen geven. Komt daar Andreas met een jongetje met vijf broden en twee vissen. ‘Ja, hallo Andreas, leuk bedacht dit, maar wat hebben we daaraan? Je snapt toch zelf ook wel dat dat niet genoeg is?!’ Maar kijk, Jezus neemt het aan, dankt God ervoor en begint te breken. En dan begint het wonder. Hij breekt, Hij breekt. Hij deelt uit. Alle gasten worden verzadigd en er blijft zelfs over. Wat een overvloed!

Dit verhaal leert ons iets over overgave. Want de jongen met de vijf broden en twee vissen had ook iets anders kunnen doen. Hij had kunnen denken…

Ik geef het niet.

Want het is niet genoeg. Kijk eens al die mensen! Nee hoor, ik hou het wel gewoon bij me en dan bewaar ik het voor thuis. Jezus moet nu maar een wonder doen.

Ik geef het, maar…

Oké, ik ga het geven. Maar dan wil ik dat eerst Jezus ervan eet en dan een paar discipelen. Of ik wil dat Jezus gaat kijken welke mensen het het meeste nodig hebben.

Ik geef het.

Dit is wat ik heb en ik geef het. In het geloof dat Jezus ermee gaat doen wat Hij wil. Hij weet dat vast beter dan mij.

Vandaag wil ik deze vijf broden en twee vissen vergelijken met ons leven. Want er zijn veel mensen in de wereld die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Er zijn veel lege magen die gevuld moeten worden. Jezus vraagt aan jou hoe jullie dat samen gaan doen. Jij mag reageren. En je kan net als de jongen uit dit verhaal op drie manieren reageren.

Ik geef me niet.

Jezus kan mij vast niet gebruiken in zijn koninkrijk. Ik zou niet weten wat Hij met mij zou moeten doen. Ik ben niet goed in… En ik ben ook niet zo gelovig. Nee, anderen zijn geschikter. Ik ga wel gewoon mijn ding doen thuis en geloof voor mezelf in God. Meer heb ik niet.

Ik geef me, maar…

Ja, ik wil mezelf helemaal overgeven aan God. Maar ik zou dan wel graag dit en dit en dit willen doen voor God. Ik ben daar goed in, dus ik denk dat God me daar wel voor kan gebruiken. Oh, en dat zou ik dan voor zoveel uur per week willen. Naast mijn baan, gezin, vrienden en hobby’s. Prima.

Ik geef me.

Ik geef me aan Jezus. En Hij mag doen met mij wat Hij wil. Hij mag me breken en breken. Zodat er vermenigvuldiging ontstaat. Ik mag gebroken worden, zodat Hij uit kan delen. Zodat alle hongerige harten verzadigd worden. Ik vertrouw dat Hij die in mij een goed werk begonnen is, dat zal voltooien tot de dag van Jezus Christus.

Aan de slag!

Jezus vraagt aan jou vandaag hoe al die hongerige harten gevuld moeten worden. Hij wil ze verzadigen met zijn Woord en Geest. Wat is jouw reactie? Kijk eerlijk naar jezelf en geef antwoord aan Jezus.

“En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.”
(Lukas 22:19, HSV)

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Wat een prachtige blog! Bedankt Jacomien!

  2. Linda schreef:

    Bijzonder! Ik werd vd week getipt over deze website en heb net dus voor het eerst de blog gelezen. En ik heb door deze blog antwoord gekregen op een te nemen beslissing. Aan de slag 😉 Prijs God!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap