Verloren zoon of niet, je mag altijd bij God komen

17

aug

Elise de Vries

Het verhaal van de verloren zoon. Een bekende gelijkenis die ons leert dat we altijd bij God mogen komen als we verloren zijn. Wat een waarheid is dat! Geen wonder dat ik het vaak in preken hoor terugkomen. Vandaag wil ik samen met jou opnieuw lezen over de verloren zoon. Alleen dan door te kijken naar de niet-verloren zoon. De vader in het verhaal had namelijk twee zonen. Eéntje die weg ging en daardoor verloren was. Er was er ook nog één die thuis bleef. De oudere broer. Die niet verloren was, zoals zijn jongere broer. Hij was niet weggegaan met de erfenis onder de arm om een losbandig leven te beginnen. Toch denk ik dat hij op een andere manier verloren was. De oudere broer had namelijk niet door dat je altijd bij God mag komen, ook als je niet verloren bent.

De verloren zoon

Jezus vertelt in Lukas 15 over een man met twee zonen. De jongste vroeg zijn vader heel brutaal om zijn deel van de erfenis. Met dat geld werd hij een soort wereldreiziger die erop los feestte. Op een dag is zijn geld op en is er een hongersnood. Als hij in een varkensstal is gekomen als knecht en nog niet eens hun voer mag eten, bedenkt hij zich. Hij gaat terug naar huis. Zijn vader is daar erg blij mee. Hij neemt de verloren zoon terug als zijn eigen kind en geeft een groot feest.

Zijn oudste zoon nu was op de akker. En toen hij dichter bij huis kwam, hoorde hij muziek en reidans. En nadat hij één van de knechten bij zich geroepen had, vroeg hij wat er aan de hand was. Deze nu zei tegen hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem weer gezond teruggekregen heeft. Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen ging zijn vader naar buiten en spoorde hem aan.

Maar hij antwoordde en zei tegen zijn vader: Zie, ik dien u al zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht. En hij zei tegen hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou. Wij zouden dan vrolijk en blij moeten zijn, want deze broer van jou was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden.
– Lukas 15: 25-32 (HSV)

Alles wat van jou is, is van Mij

De oudere broer is verontwaardigd! Hij had zijn hele leven in dienst gesteld van zijn vader, zoals het hoort. Hij had helemaal begrepen wat het is om te dienen. Je zou hem kunnen zien als de hardwerkende christen. Altijd aan het werk in de kerk. Altijd op de hoogte van wat wel en niet mag. Altijd zichzelf wegcijferen. Toch kreeg de verloren zoon een feest en híj niet.

Had hij al die goede daden dan beter achterwege kunnen laten? Nee, zeker niet. God vraagt van ons dat we alles aan Hem geven. Alleen was de oudere broer van de verloren zoon even vergeten wat voor effect dat nog meer heeft.

Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen.
– Johannes 15:7 (HSV)

Alles wat van Mij is, is van jou

God wil dat wij gehoorzamen. In Hem blijven en in zijn woord. Daar stopt het echter niet! Als kind van God hebben we een verbond met God. Een nieuw verbond, niet meer van de wet zoals in het Oude Testament, maar een verbond van genade door de dood en opstanding van Jezus (Lukas 22:20; Hebreeën 9). God zegt daarin tegen ons: Alles wat van jou is, is van Mij en alles wat van Mij is, is van jou.
God neemt jouw troep en jij krijgt Gods rijke genade. In al die jaren had de oudere broer nooit om een gunst durven vragen, een feestje voor zijn vrienden, of voor een uitgebreid diner. Blijkbaar voelde hij die vrijheid niet. Daarom is hij verbaasd als de verloren zoon wél een feest krijgt.

Ons leven overgeven aan God, heeft niet alleen invloed op ons. Het heeft ook invloed op God. God gaf zichzelf al aan het kruis voor jou. Als jij de keuze maakt Jezus aan te nemen als jouw redder, geeft God nog veel meer. Zijn zegen wordt beschikbaar voor ons. Alles wat van God is, hoort bij onze erfenis. Als onderpand daarvan ontvangen we de Heilige Geest (Efeze 1:13-14). Dat betekent dat je altijd bij God mag komen en alles mag vragen. Je mag komen met je verlangens, met je nood en met je troep. Dat hoort bij het verbond! Net zoals de Vader met open armen stond te wachten op de verloren zoon, staat Hij op jou te wachten. Ook als je allang zijn kind bent.

Aan de slag!

In wie herken jij je? In de verloren zoon die God de rug toe heeft gekeerd? Of in de oudere broer die hard werkt in Gods koninkrijk, maar die daarin niet echt een wederzijdse relatie met God heeft opgebouwd? Of breng jij misschien altijd je eigen verlangens bij God en kun je nog wel groeien in het dienen?

Breng het in gebed bij God en schrijf voor jezelf 1 concreet punt op wat jij zou willen veranderen hierin (met Gods hulp). Houd deze week dat leerpunt voor ogen.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap