‘When life gives you lemons, make lemonade.’ Laatste tijd kwam deze uitspraak overal en nergens tevoorschijn. Hoewel ik ergens een kleine afkeer heb van dergelijke cliché-quotes, vormde dit wel de aanleiding voor deze overdenking. Deze uitspraak wordt gebruikt om optimisme aan te moedigen en nare situaties om te draaien. Soms kom je figuurlijke citroenen tegen […]
‘When life gives you lemons, make lemonade.’ Laatste tijd kwam deze uitspraak overal en nergens tevoorschijn. Hoewel ik ergens een kleine afkeer heb van dergelijke cliché-quotes, vormde dit wel de aanleiding voor deze overdenking. Deze uitspraak wordt gebruikt om optimisme aan te moedigen en nare situaties om te draaien. Soms kom je figuurlijke citroenen tegen in je leven, een hoop narigheid en tegenslag, maar dan kan het jou en mij de kracht ontbreken om het om te zetten in iets positiefs. Op die momenten wanneer het in jouw ogen onmogelijk lijkt tegenslag en narigheid ten goede te keren, ligt het binnen het bereik van God om de situatie te veranderen.
In de Bijbel vinden we verschillende situaties waar men overspoeld werd door letterlijke of figuurlijke bitterheid. Ze dachten zelf niet verder te kunnen, maar op dat moment greep God in en bracht vreugde.
1. De bittere bron in de woestijn
In Exodus 15 lezen we over de Israëlieten, die nog maar aan het begin staan van hun tocht door de woestijn. Het volk is net uit Egypte gevlucht, ze zagen het Egyptische leger verdrinken in de Rode Zee en ze waren op weg naar het beloofde land – een gunstig vooruitzicht! Het volk trok achter Mozes aan door de woestijn, en na drie dagen kwamen ze aan in een plaats die Mara heet. Gedurende deze dagen waren ze nog geen bron van water tegen gekomen.
Vanaf de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara, Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het, vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. – Exodus 15: 22-25 (NBV)
2. De bitterheid van Naomi
Naomi was met haar man en twee zonen door een hongersnood weggetrokken uit Juda naar Moab. Tijdens haar verblijf daar overleed eerst haar man, en later ook haar zonen. Naomi keerde terug naar Juda, samen met Ruth, haar schoondochter. Op het moment dat ze aankwamen in Bethlehem, vertelde Naomi over haar bitterheid.
Hun aankomst in Bethlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi (vertaald: ‘de gelukkige’), noem me Mara (vertaald: ‘de bittere’), want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’
God maakt bitterheid weer zoet!
In de situatie van het volk van Israël in de woestijn komen ze aan bij de bittere waterbron. Wanneer Mozes gehoor geeft aan de opdracht die hij van God krijgt, verandert het water van bitter naar zoet. In de situatie van Naomi eindigt het verhaal niet wanneer ze in Bethlehem aankomt: Ruth weet de aandacht van Boaz te trekken. En met succes! Hij wordt eigenaar van het land van de man en zonen van Naomi en maakt zo een einde aan haar financiële zorgen. Daarnaast trouwt hij ook met Ruth, en samen baren ze en zoon, die Naomi mag verzorgen.
In beide gevallen lezen we over de verbittering die op ons pad kan komen. Mozes en Naomi weten zich geen raad en lijken vol wanhoop te zijn. Op dat moment grijpt God in, en hij maakt een einde aan de bitterheid. Sterker nog: hij verandert het naar vreugde. David bezingt dit gevoel in Psalm 30: zijn klacht wordt weggedaan, maar het wordt omgezet tot vreugde.
Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp. U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld. Mijn ziel zal voor u zingen en niet zwijgen, HEER, mijn God, u wil ik eeuwig loven. – Psalm 30: 11-13 (NBV)
Aan de slag!
Herken jij je in het gevoel van Mozes en Naomi? Het moment dat ellende zich alleen maar opstapelt tot groeiende bitterheid, dat je haast geen vreugde meer kan voelen? Lees dan de woorden van Psalm 30: 11-13. David gaat naar God toe en ziet dat God zijn klacht verandert in vreugde! God is geen God van bitterheid, Hij kan je vreugde geven.
In onze besloten Facebookgroep met meer dan tweeduizend leden kun je je aansluiten bij een Zij Lacht (bijbelstudie)groep, of je kunt er zelf een starten!