Stop je talent niet in de grond!

Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen ging de man die vijf talenten ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij. Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.
Matteüs 25:14-18 (NBV) 

De dienaar met één talent geeft in vers 24 en 25 een verklaring waarom hij het begroef: 

Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant en uit angst besloot ik uw talent te begraven: alstublieft, hier hebt u het terug. 

Dienen met je talent 

Als we dit stuk nu eens anders lezen. Stel dat ‘talent’ geen geldbedrag is, maar echt je talent. God geeft sommige mensen veel talenten. Ze kunnen goed leren, lekker koken, blinken uit in sport of muziek; je kunt er al snel jaloers op worden. Ik kan je vertellen: je hoeft niet jaloers te zijn, want God geeft iedereen een talent. Sommigen geeft hij wel vijf talenten, anderen één, maar niemand geeft hij niets.  

Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt.
– 1 Petrus 4:10 (NBV). 

Het mooie is dat als je je talent voor God gebruikt het groter wordt, je wordt er beter in en je kunt er andere mensen mee dienen. Dienen betekent dat je je inzet voor iemand, dus dienen met je talent betekent dat je je talent inzet om er iemand mee te helpen. Als je dit talent dus gebruikt voor God om er andere mensen mee te helpen, kan het zich vermenigvuldigen, net zoals de dienaar met vijf talenten er vijf bij verdiende.  

Daarnaast is de keerzijde: als je je talent niet gebruikt en het in de grond stopt (‘Mijn talent is toch niets waard’, ‘Ik kan niks’, ‘Ik ben bang dat ik het verpruts’, ‘Iemand anders kan het toch beter’), dan wordt het niet groter en komt het niet tot bloei. Het zou toch zonde zijn als je iemand kan dienen met je talent, maar dat je het te diep in de grond hebt gestopt en er niets mee kunt? 

Je hoeft niet bang te zijn! 

De dienaar in de gelijkenis was bang, hij twijfelde aan zijn meester en aan zichzelf. Dat hoeven wij absoluut niet te doen, want God zegt:  

Laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de Heer, je God, staat je bij. 
– Jozua 1:9 (NBV).  

En: 

‘Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen?’
– Psalm 118:6 (NBV).

Wees alsjeblieft niet bang om te dienen met je talent en wees vooral niet bang voor God, zoals de dienaar bang was voor zijn meester. Hij staat je namelijk bij als je je talent gaat gebruiken en leert je hoe je er beter in kunt worden. Daarnaast hoef je ook niet bang te zijn om te falen of bang te zijn voor wat anderen van je zullen denken, want God zal je, net zoals de dienaren met de talenten, niet meer geven dan je aankan. Hij gelooft dat je het kan en wil jouw talent dolgraag inzetten voor zijn plan.  

Aan de slag! 

Bedenk eens iets hoe je vandaag iemand kunt dienen met je talent. Misschien ben je wel goed in koken en kan je een maaltijd bereiden voor je buurvrouw, of misschien ben je goed in het bespelen van een muziekinstrument en kan je helpen met het voorbereiden van een kinderdienst. Of misschien ben je wel goed met techniek en kan je een familielid helpen met het installeren van zijn computer, of ben je handig en kan je helpen klussen in het nieuwe huis van je collega.
Nu je weet dat je een talent hebt en dat angst nooit je leven moet bepalen, omdat God bij je is, kan je onbelemmerd dienen met je talent, en het inzetten voor Gods Koninkrijk.