Sta ik klaar om de Here Jezus te ontvangen als Hij komt?

09

jul

Gastblogger

Ik ben in de aankomsthal van Schiphol. Het vliegtuig is inmiddels geland. Natuurlijk weet ik dat het nog wel even kan duren voordat ik eindelijk mijn familieleden weer kan omhelzen. Toch staar ik onafgebroken naar de deur waar ze doorheen zullen komen. Ik wacht met toenemend verlangen. Een meisje van ongeveer zeven jaar komt aan de hand van een stewardess door de schuifdeuren. Ze lopen rond op zoek naar iemand die haar zal ophalen. Drie kwartier later ben ik herenigd met mijn familie, maar voor het meisje is nog steeds niemand gekomen! Ik voel de onzekerheid en de teleurstelling van het kind. Ze houdt zich goed, maar wat gaat er in haar om?   


Ik stel mezelf gerust met de gedachte dat de stewardess die het meisje begeleidt haar niet alleen zal laten, totdat ze is opgehaald. Er is vast een logische verklaring voor het wegblijven van haar liefhebbende familie. Pech onderweg, of een file die niet opschiet… Toch laat deze situatie me niet los. Het doet me denken aan wat Jezus heeft gezegd:  

Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?
– Lukas 18:8 (HSV) 

Het is een confronterende tekst.   

Kijk ik net zo verlangend uit naar de wederkomst van de Here Jezus als naar de thuiskomst van mijn familie?  

Ik stel me voor dat Jezus in de schoenen van dat meisje staat. Hij kijkt rond in de aankomsthal om te zien wie Hem verwachten.

Zij vielen in slaap

Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas. Zij die dwaas waren, namen wel hun lampen maar geen olie met zich mee. De wijzen namen met hun lampen ook olie mee in hun kruikjes. Toen de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en vielen in slaap. En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! 

Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf. Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet. 

Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal. 
– Mattheüs 25: 1-13 (HSV) 

Wake-up call

Het is opvallend dat niet alleen de dwaze, maar ook de wijze meisjes in slaap waren gevallen terwijl zij op de bruidegom wachtten. En dat is iets waar ik mezelf ook op betrap. Zolang het goed met me gaat, ben ik niet veel bezig met de wederkomst van de Here Jezus. Dan ontbreekt het me aan waakzaamheid. Totdat er iets gebeurt waardoor ik wakker word geschud. Zo is de corona-crisis voor mij een soort wake-up call. Is dit één van de tekenen van de eindtijd waarover de Here Jezus spreekt in Mattheüs 24? 

Hij noemt daar ook besmettelijke ziekten, maar het zou niet uit moeten maken voor de manier waarop ik als christen in het leven sta. Of dit nu wel of niet het begin van het einde is; of de Here Jezus morgen terugkomt, over een jaar of over honderd jaar – is geen vraag waarmee ik me bezig moet houden. Hij heeft gezegd dat Hij totaal onverwachts komt. Daarom moet ik er altíjd klaar voor zijn om Hem te ontvangen. Zoals ik in gedachten voortdurend bezig was met mijn familie, terwijl ik ons huis voorbereidde op hun komst, moet mijn hart steeds vol zijn van Hem.  

Nog even terug naar die tien meisjes. Waarom hebben ze elkaar niet wakker gehouden? Ik ben dankbaar voor mijn man, familie en vrienden die me helpen om waakzaam te blijven, die me aanmoedigen om te leven met God en niet te verslappen, maar vol te houden. God heeft ons als gelovigen niet voor niets aan elkaar gegeven. We hebben verantwoordelijkheid voor onszelf en voor elkaar, dus laten we naar elkaar omzien en elkaar alert houden!  

Het ergste wat me zou kunnen overkomen is als de Here Jezus bij zijn wederkomst tegen me zal zeggen: “Ik ken jou niet.” Ik wil zorgen voor voldoende olie om mijn lamp brandend te houden, door me te verdiepen in Gods Woord en alles wat mij ontbreekt van Hem te verwachten. Biddend te leven. Als volgeling van Hem zal ik uitzien naar die grote dag dat ik Jezus ontmoeten mag.  

Aan de slag! 

Vraag je eens af wat je kunt doen om waakzaam te blijven, Jezus te verwachten en olie in je lamp te hebben.  

Praat er met medechristenen over en bedenk hoe je elkaar hierbij kunt helpen.


Schrijfster 
Deze blog is geschreven door Lia van der Neut. Zij houdt van wandelen en schrijven. Het Bijbelse dagboekje “Kort maar krachtig: 100 woorden voor elke dag” is haar eerste pennenvrucht, die ook is uitgegeven. Zij lacht wanneer ze kind met de kinderen kan zijn.  

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap