Snakken naar licht in de tunnel

22

apr

Anne-Saar Kunz

‘Er komt licht aan het eind van de tunnel.’ Menig politici beweert het. De coronapandemie duurt al een jaar, alles gaat ons steeds meer benauwen en op het moment van schrijven snakken we naar een stukje verlichting. Maar zolang dat niet kan, zolang we in deze lockdown zitten, vertellen politici en experts ons het: houd vol, alleen samen krijgen we corona onder controle én er komt licht aan het eind van de tunnel.

Ongeveer iedereen heeft zich gewaagd aan het duiden van deze crisis. Wat het met ons doet, hoe het onze kwetsbaarheid laat zien, of juist onze kracht. En hoe je het ook went of keert, deze pandemie doet wat met ons. En we snakken allemaal, we kijken allemaal uit naar het einde van de tunnel.

Want dan wordt het licht.

En wanneer dat is? Velen hebben hun hoop – en terecht – gesteld op de vaccins. Maar als er dan weer een mutant over komt vliegen, lijkt de hoop snel te vervagen. We kunnen er niet om heen, we zitten nog in een tunnel. En we kijken uit naar dat wat komt.

Want we weten; het wordt licht.

Alleen nog geen idee wanneer.

Iemand vroeg zich pas hardop af of het ook licht kan zijn in de tunnel. En, ik leg die vraag graag gewoon zo bij je neer. Dus niet alleen aan het eind, maar ook in de tunnel. Kunnen we daar een licht ontsteken?

Jullie zijn het licht

Over licht gesproken. De Bijbel spreekt daar ook over, in meerdere opzichten. Ik wil er vandaag twee uitlichten. In Mattheus lezen we dat Jezus spreekt over het licht van de wereld. Hij zegt dat tegen zijn discipelen als Hij de bergrede uitspreekt. “U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.” (Mattheus 5: 14-16, HSV).

U bent het licht van de wereld (…) laat je licht schijnen voor de mensen. Jezus spreekt tot zijn discipelen. Mooi eigenlijk, dat we een licht kunnen laten schijnen. Opdat, staat er, zij Uw vader verheerlijken. Het is dan Soli deo Gloria. In deze tijd van eenzaamheid en afstand is het misschien wel meer dan ooit van belang dat we ons licht laten schijnen. Dat we omzien naar de ander.

Dat we midden in de tunnel een licht ontsteken.

En weet je, we mogen het doen. Want we hopen niet alleen maar op het einde van die tunnel. Op het einde van deze coronapandemie. Nee, we weten dat God midden in de chaos kwam. Hier wil God je ontmoeten, midden in de tunnel. Zullen we, hoe donker ook, een licht ontsteken?

Maar misschien zeg je, een licht ontsteken? Ik zie zelf amper licht. Het is zo zó donker.

Het Licht van de wereld

Het was net voor kerst. Op een gure, koude winterdag begroeven we mijn opa. Hij overleed aan corona en zovelen zijn hem op die wijze voorgegaan. Het was koud en donker. Maar, het was net voor kerst. En het ontroerde me. Want hoe donker ook, hoe groot de chaos ook, met kerst werd het licht.

En niet alleen met kerst. Elke dag opnieuw mogen we geloven, mogen we belijden dat Hij het licht van de wereld is. Ook als we zelf het licht niet kunnen ontsteken, niet voor de ander, niet voor onszelf. Godzijdank hangt het niet van ons af. Hoe bevrijdend! “Jezus sprak dan opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.” (Johannes 8: 12, HSV).

Het ontroert me. Want zo vaak lukt het me niet om zelf dat licht te ontsteken, laat staan voor de ander. En hoe ik me kan verwonderen over de zon op de stralende voorjaarsdag, over een kaars in het donker, zo mag ik me ook verwonderen over het licht van deze wereld. Het houdt niet op, hoe donker ook, het breekt door. Want de duisternis krijgt het niet in zijn macht.

Mag dat je hoop wezen in bange tijden.
Mag dat de kracht zijn voor vandaag.
Er is hoe dan ook licht.
Ook in de tunnel.

En zing dan maar zachtjes mee, belijd het mee, met dit eeuwenoude lied.

Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.

-Lied 834: 3 (LB)-

Aan de slag!

Misschien snak jij ook naar licht in de tunnel en heeft de blog van vandaag je geraakt.

Probeer vandaag een manier te bedenken waarop jij het licht in de tunnel kunt ontsteken. En als je het moeilijk vind om dit alleen te doen, vraag iemand om het samen te doen!

Deel deze overdenking

  1. Isabella schreef:

    Heel mooi!
    In plaats het vooruitzicht te hebben in de vaccins is al mooi en mogen we dankbaar voor zijn. Maar deze vraag voor mezelf voor ogen te houden: Hoe kun je een licht zijn in het donker? Is weer een eye opener die ik me bewust mag maken. Een Licht te zijn van Jezus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap