Ruth: van vreemdeling naar dochter van Israël

De afgelopen dagen zagen we hoe Ruth alles heeft verlaten wat ze had. Naast dat ze iemand is uit een ander land, is ze ook nog eens weduwe, wat haar positie nog meer verslechtert. Ze is in een kwetsbare situatie terecht gekomen. Maar God heeft gezien dat Ruth voor Hem gekozen heeft. Hij ziet haar hart en wat ze nodig heeft. Hij zorgt voor een oplossing!

Ruth is geen vrouw die bij de pakken neer gaat zitten, zo lezen we aan het begin van het hoofdstuk.

Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: Laat mij toch naar de akker gaan en aren rapen achter hem in wiens ogen ik genade zal vinden. En zij zei tegen haar: Ga, mijn dochter. Daarop ging zij op weg, kwam op de akker en raapte aren achter de maaiers. En het overkwam haar dat zij op een deel van de akker van Boaz terechtkwam, die uit het geslacht van Elimelech was.
– Ruth 2:2-3 (HSV)

Het volledige bijbelgedeelte voor vandaag is Ruth 2:1-17.

Als vreemdeling op de akker

In die tijd waren de armen, weduwen en vreemdelingen beschermd. Er waren voor hen ook bepaalde wetten door God ingesteld. Zo mochten ze bijvoorbeeld op de akkers aren oprapen die achter de maaiers gevallen waren, zodat ze wat te eten zouden hebben (Leviticus 19:9).

Ruth gaat naar een akker toe die van een ver familielid van haar overleden schoonvader blijkt te zijn. Zijn naam is Boaz, wat ‘in hem is kracht’ betekent. Wanneer Boaz op de akker komt, valt hem meteen op dat er iemand is die hij nog niet eerder heeft gezien. Na een rondvraag bij zijn voorman komt hij erachter dat het Ruth is. Hij heeft al van haar verhaal gehoord (Ruth 2:11). De voorman vertelt hem nog meer over wie Ruth is, namelijk dat ze ook een harde werker is.

Dochter van Israël

Waar Ruth door vele anderen gezien zou worden als iemand uit een vreemd land, ziet Boaz haar als een dochter. Een dochter van Israël.

Is het niet ook zo bij God? Wanneer ik mij geen kind van God voel, door alles wat ik verkeerd gedaan heb, ziet Hij mij als Zijn kind, en wil Hij mij juist vergeven. Boaz zegt dat Ruth achter zijn arenrapers mag lopen, wat zorgt voor een nog grotere opbrengst. Ook wordt ze goed behandeld op de akker (Ruth 2:8-9). Boaz is erg onder de indruk van de manier waarop Ruth met haar schoonfamilie en God is omgegaan. Hij was er al van op de hoogte, want hij had er via anderen over gehoord. Hij zegt tegen Ruth: “Moge de HEERE uw daad vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van de HEERE, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen.” (Ruth 2:12, HSV)

Gods hand werkt in alles

Boaz laat zien dat hij Ruth niet als een vreemdeling uit een ander land ziet, maar als iemand die onder Gods vleugels toevlucht zoekt. Zij hoort ook bij het volk Israël. Dit laat hij nog meer zien wanneer hij haar uitnodigt voor een maaltijd bij hem thuis. Ruth hoort echt bij de kring van Boaz. 
Boaz geeft na de maaltijd zelfs speciale toestemming aan Ruth, zodat ze op een plek kan rapen waar dat eigenlijk niet mag. Ook zegt hij tegen zijn werknemers dat ze af en toe wat moeten laten vallen. Waar Ruth aan het begin van de dag kwam als iemand zonder eten, gaat ze aan het einde met volle manden terug naar Naomi.

Deze geschiedenis laat zien hoe Gods hand in alles werkt. En deze ontmoeting tussen Ruth en Boaz is nog maar het begin van een bijzondere geschiedenis. Het toont hoe God kijkt naar mensen die aan de rand van de samenleving lijken te staan. Hij zal altijd naar hen om blijven zien!

Aan de slag!

Lees vandaag eens de hele geschiedenis over hoe Ruth en Boaz elkaar leren kennen in Ruth 2:1-17. Wat leert deze geschiedenis ons? Hoe zouden wij moeten omgaan met mensen die bijvoorbeeld arm of weduwe of weduwnaar zijn?

Deze week lezen we samen het boek Ruth. Heb je een overdenking gemist? Je leest hem terug in het overzicht van de Themaweek: Ruth.