Rispa: verzetsheldin uit de Bijbel

05

mei

Corline Hoefnagel

Weleens gehoord van Rispa? Kijk, daar loopt ze. In haar hand heeft ze een rouwkleed. Ze klimt over de rotsen, ze wil de berg op. Het móet. Haar moederhart beweegt haar hier naar toe. Ze wil weten wat er met haar twee zonen is gebeurd. Plotseling verstart ze. Daar – daar hangen ze. Tranen springen in haar ogen. Ze zijn hier achtergelaten als een stelletje misdadigers. En niemand mag hun lichamen eraf halen, ook zij niet. Maar waarom niet? Straks zullen de vogels komen en pikken van de lichamen die zij ooit heeft gebaard, van de huid die zij ooit heeft gewassen. Rispa schudt haar hoofd. Dat mag niet gebeuren. Haar hart keert zich om in haar binnenste.

Rispa kijkt eens naar het kleed in haar hand. Dan neemt ze een besluit. Haar kleed spreidt ze uit op de kale, harde rotsen. Daar gaat ze zitten. Eén dag, een week, een maand, een hele zomer lang. Overdag jaagt ze de vogels weg bij de lichamen. En ‘s nachts blijft ze wakker om de wilde dieren uit de buurt te houden. Vraag me niet hoe.

Kennismaking met Rispa

Dat is Rispa. Nog nooit had ik van haar gehoord. Maar toen ik googelde op onbekende personen in de Bijbel, stuitte ik op haar naam. Ze komt maar een paar keer voor in de Bijbel. En haar verhaal is heftig, ik waarschuw maar alvast.

Ooit was ze de bijvrouw van Saul. Dat is op zich al geen waardige positie. Maar Saul is al gestorven als Rispa op het toneel verschijnt. We lezen voor het eerst over haar in 2 Samuel 3:6-12. Daar wordt ruzie over haar gemaakt – achter haar rug om trouwens.

Hongersnood in Israël

Dan is ze een poosje buiten beeld. De jaren gaan voorbij. Als we weer over haar lezen, is David koning. Tijdens zijn regering heerst er drie jaar hongersnood. David wil weten wat de reden is van die hongersnood en vraagt het aan de Heere.

En de HEERE zei: Het is vanwege Saul en vanwege zijn huis, dat beladen is met bloedschuld, omdat hij de Gibeonieten gedood heeft.
– 2 Samuel 21:1 (HSV)

De vredesvoorwaarde

Er loopt inderdaad nog een koude oorlog tussen het volk van Israël en de Gibeonieten. David laat de Gibeonieten bij zich te roepen om vrede te sluiten. Hij vraagt aan hen wat hun vredesvoorwaarde is. En zij? Zij vragen zeven nakomelingen van Saul. Dan zal het weer goed zijn tussen beide volkeren.

Laat ons van zijn zonen zeven mannen gegeven worden, zodat wij hen voor de HEERE ophangen in Gibea van Saul…
– 2 Samuel 21:6 (HSV)

David stemt in met deze voorwaarde. Oei, David… gaat dat niet lijnrecht in tegen de wet van Mozes? Daar staat toch heel duidelijk dat kinderen niet gedood mogen worden voor de zonde van hun vader?

De vaders mogen niet ter dood gebracht worden om de kinderen, en de kinderen mogen niet ter dood gebracht worden om de vaders. Ieder zal alleen om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden.
– Deuteronomium 24:16 (HSV)

Een onrechtvaardige dood

Toch levert David zeven nakomelingen van Saul uit. En tussen die nakomelingen zitten ook de twee zonen van Rispa. Zij ziet alles met lede ogen aan. Eerst haar man gestorven. En nu worden ook haar zonen van haar afgenomen. En geen van hen krijgt een begrafenis, terwijl dat ook moet volgens de wet:

Verder, wanneer iemand een zonde begaan heeft waarop de doodstraf staat, en hij gedood wordt, en u hem aan een paal hangt, dan mag zijn dode lichaam niet aan de paal overnachten, maar moet u hem beslist diezelfde dag nog begraven.
– Deuteronomium 21:22-23 (HSV)

Dit is onrechtvaardig, beseft Rispa. Ze strekt haar knikkende knieën, neemt een rouwkleed mee en klimt de berg op waar haar zonen hangen. Daar waakt ze bij alle zeven lichamen vanaf de lente tot aan de herfst. Het is haar stille protest tegen het onrecht wat haar zonen wordt aangedaan.

De reactie van David

David komt te weten wat Rispa doet. En wat doet hij? Wordt hij boos? Nee. Op de één of andere manier vindt Rispa’s zwijgende verzet genade in zijn ogen. Hij begrijpt haar boodschap, haalt de zeven lichamen weg en begraaft die, samen met de lichamen van Saul en Jonathan.

Hij bracht vandaar de beenderen van Saul en de beenderen van diens zoon Jonathan mee. Ook verzamelden zij de beenderen van hen die opgehangen waren. Zij begroeven de beenderen…
– 2 Samuel 21:13, 14a (HSV)

Rispa komt op voor het recht

Van Rispa’s wilskracht kan ik leren. Ze kwam op voor het recht. Doe ik dat ook? Wat doe ik dan tegen het onrecht dat ik zie en tegenkom? Ik stel de vraag ook maar aan jou. God ziet het onrecht wat op onze aarde wordt gedaan. En dat doet Hem pijn. Laten we daarom vrouwen zoals Rispa zijn.

God wil zeeën van recht
En rivieren van liefde
Die heel de aarde weer vol laten lopen
Met recht
– Schrijvers van Gerechtigheid

Aan de slag!

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Even een kleine correctie het is niet 1 Samuel 21 maar 2 Samuel 21 waar dit verhaal staat!
    Maar verder een mooie , bijzondere blog! Wat een liefde en trouw van Rispa vanwege onrecht! Een voorbeeld!

  2. Alien schreef:

    Stof tot nadenken! Bijzondere blog!

  3. Diana schreef:

    Nooit geweten, bijzonder en mooi om te lezen
    Bedankt voor het plaatsen van deze blog!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap