Reken af met je oude leven!

28

feb

Suzanne Verschoor

Toen ik aan God vroeg waar ik over moest schrijven, kreeg ik 1 Korinthe 5 in mijn hoofd. Weer een brief van Paulus aan de gemeente in Korinthe, dacht ik. Ik raak daar maar niet over uitgelezen en uitgeschreven. Het zijn ook zulke leerzame brieven die hij schrijft! Het spreekt me extra aan omdat zijn brieven vaak aan niet-Joodse gemeenten geadresseerd zijn. Daarmee kunnen wij ons het beste identificeren.

Ik heb gehoord dat er bij u ontucht plaatsvindt en dan nog wel van een soort dat zelfs onder gelovigen niet voorkomt. Er is een man bij u die met zijn stiefmoeder naar bed gaat. En u maar verwaand zijn! U had beter in de rouw kunnen gaan! Waarom hebt u die man niet uitgestoten uit uw gemeente? Want al ben ik lichamelijk afwezig, in gedachten ben ik bij u. Ik heb mijn oordeel over die man al klaar, alsof ik zelf aanwezig was. Als u in de naam van onze Here Jezus bijeen bent en ik er in gedachten bij ben, moeten we die man door de kracht van de Here Jezus uit onze gemeenschap stoten en aan Satan overleveren.

Daardoor zal zijn menselijke natuur worden verwoest, maar kan zijn geest op de grote dag van de Here gered worden. Het is niet goed dat u zo verwaand bent. Hoe hebt u zoiets door de vingers kunnen zien? Zo gaat het immers van kwaad tot erger. Weet u niet dat door een klein beetje gist het hele deeg gaat gisten? Gooi de oude gist weg, anders bent u geen vers deeg. Er hoort bij u geen gist te zijn omdat Christus, ons Paaslam, geofferd is. Laten wij dat dan ook blijven vieren, niet met oud gist of met gist van kwaad en schande, maar met het ongegiste brood van zuiverheid en waarheid.
– 1 Korinthe 5:1-8 (HTB)

Zonde in de gemeente

Er gaan geruchten dat er ontucht (seksuele handelingen buiten het huwelijk) plaatsvindt in de gemeente. Als voorbeeld neemt Paulus een man uit de gemeente die zelfs met de vrouw van zijn vader naar bed gaat. In plaats van het afkeuren van dit gedrag, veroordelen de andere gemeenteleden dit gedrag niet, maar sluiten ze hun ogen ervoor. In onze tijd zou het er zo uit kunnen zien dat we naast deze man op zondagochtend in de kerkbank zitten en samen met hem, die misschien de avond ervoor nog naar bed is gegaan met zijn stiefmoeder, onze God aanbidden. Wetend wat hij buiten deze bijeenkomst doet, maar onze ogen daarvoor sluitend. Dat voelt wel erg hypocriet. Maar is dat onze verantwoordelijkheid? Waarom moeten wij daar wat mee?

Oordelen over anderen

Ik ben altijd van mening dat ik niet over een ander mag oordelen, want zoals Jezus zegt: ‘wie zonder zonde is zal de eerste steen werpen’. Ook ik mag geen steen werpen, oftewel, niet oordelen, aangezien ik niet vrij van zonde ben. En dat komt me ook wel goed uit. Want dan hoef ik de confrontatie ook niet aan te gaan met betrekking op het aanspreken van een ander op zijn gedrag. Maar Paulus brengt dit in zijn brief toch wat minder rechtlijnig. De gemeente moet de man er niet alleen op aanspreken, maar hem verwijderen uit de gemeente. Zo voorkomt de gemeente dat het van kwaad tot erger gaat. Zijn voorbeeld over het gist maakt dit duidelijk; zie je het door de vingers, dan verspreid deze zonde zich en zal het hele deeg gaan gisten. Een klein beetje gist zorgt er al voor dat het deeg niet meer vers is.

Er is hoop

De gemeente moet de man ‘uitleveren aan Satan’. Door hem uit de gemeente te verwijderen zal Satan met hem kunnen doen wat hij wil. Net zoals hij dat bij ons kan doen als wij bewust zondigen en geen vergeving vragen. Dan zetten we de deur open. Maar, er is een maar! Want het betreft wel een gelovige man. Dus ondanks zijn daden verwacht Paulus dat de man zich uiteindelijk nederig op zal stellen (zich zal verootmoedigen) en dat de geest van deze man daardoor gered zal worden door de Here! En zo zien we, dat wat we ook doen, ons geloof in Jezus Christus ons zal redden. Wat een hoop geeft dat!

Reken af met oude zonden

Het wegdoen van het gegiste deeg is een verwijzing naar het Joodse gebruik om alle zuurdesem en gezuurde broden bij het vieren van het Pascha weg te doen. In die week eten de Joden alleen ongezuurd brood (matzes). Na het Pascha mogen ze pas weer nieuwe zuurdesem maken.

Het gist, of het oude zuurdesem, verwijst niet alleen naar die ene man die Paulus als voorbeeld neemt in 1 Korinthe 5, maar naar alle restanten van ons ‘oude leven’. Christus is immers als lam geofferd, waardoor wij ook ons oude leven bij Hem mogen brengen en met een nieuw, zuiver deeg verder mogen leven. Het sterven van Jezus brengt bevrijding!

Aan de slag!

Is er nog gist aanwezig in jouw leven? Reken ermee af door het bij Jezus te brengen. Hij is gestorven zodat jij gezuiverd kunt worden!

Bid bijvoorbeeld het volgende gebed: “Lieve Jezus, bedankt dat U voor mij bent gestorven aan het kruis. Ik breng de fouten die ik in het verleden heb gemaakt bij U. Zuiver mij, maak mij rein, zodat ik als een nieuw deeg verder kan leven. Zodat ik met een zuiver geweten U kan aanbidden. In mijn gemeente, maar ook door mijn hele dag heen. Amen.”

Deel deze overdenking

  1. Yvonne Klaassen schreef:

    Hoi Suzanne.
    Dankjewel Suzanne.
    Elke keer komt er weer een oud stukje bij me op en dat mag ik dan belijden en inderdaad aan Jezus geven.
    Zo sterven we aan onszelf en gaan we steeds meer op Jezus lijken.
    Liefs Yvonne.

  2. Lauwrens Wiersma schreef:

    Uitstekende uitleg in verstaanbare woorden!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap