Hoe ga je om met mede-gelovigen die bewust zondigen?

Paulus schrijft aan de gemeente in Korinthe een brief. Deel één van 1 Korinthe 5 heb ik de vorige keer behandeld. Paulus schrijft verder. Hij houdt de gemeente de spiegel voor: met wie ga je om? En welke impact heeft dat op jouw eigen leven? Hij benoemt het gevaar van mede-gelovigen die bewust zondigen, en hoe we hierop moeten reageren!

Ik heb u al eerder geschreven niet om te gaan met mensen die vrije seks bedrijven. Ik bedoel daarmee niet dat soort mensen in het algemeen, of egoïsten, oplichters en afgodendienaars. Want dan zou u de wereld beter kunnen verlaten. Nu schrijf ik u echter helemaal niet om te gaan met iemand die, al zegt hij een gelovige te zijn, er op seksueel gebied maar op los leeft, egoïstisch is, afgoden dient, roddelt, teveel drinkt of anderen uitbuit. Met zo iemand moet u zelfs niet samen eten. Kijk, ik hoef niet over buitenstaanders te oordelen. Dat zal God wel doen. De mensen uit uw eigen midden, die moet u veroordelen. Verwijder die slechte man uit uw midden!
– 1 Korinthe 5:9-13

Met wie ga je om?

Paulus zegt niet dat je geen omgang mag hebben met mensen die zondigen. Gelukkig maar, want dan zouden we onze kring moeten beperken tot nul. En dat lijkt mij een heel alleen bestaan. Je kunt dus omgaan met niet-christenen die geen goede keuzes maken. Ik denk ook dat het goed is om met hen om te blijven gaan, want gelovigen zijn geen betere mensen dan niet-gelovigen. Als wij doen alsof wij wel beter zijn, scheiden we ons af van de wereld en kunnen we ook niet uitleven wat God wil. Hij wil dat we discipelen zijn en dat kan alleen als we ons niet alleen binnen ons eigen, veilige christelijke kringetje begeven.

Maar, Paulus zegt ook dat we ons beter kunnen afscheiden van mensen die zeggen wél christen te zijn, maar heel bewust ervoor kiezen om niet zo te leven. Dit is dus anders dan zondigen, zoals we allemaal wel eens doen. We hoeven geen zonden-vrije christenen te zijn – dit kúnnen we niet eens. Maar bewust kiezen om te doen wat God juist niet wil en ondertussen wel zeggen dat je christen bent, daar gaat het hier om. Je kunt beter uit de buurt blijven van mensen die op deze manier leven. Bewust niet goed omgaan met seks, bewust alleen aan zichzelf denken, bewust liegen en bedriegen en bewust andere afgoden dienen, bewust lelijk praten over anderen, bewust te veel drinken, etc.

Het is belangrijk om, als je christen bent, heel bewust ervoor te kiezen om deze dingen niet te doen. Ga je een keer de mist in, dan mag je vergeving vragen. Maar er zit een verschil tussen de mist in gaan of consequent ervoor kiezen om het verkeerde te doen.

Mogen wij oordelen?

Enerzijds mogen wij niet oordelen, alleen God mag dat. Paulus geeft echter wel aan dat we het gedrag van christenen die bewust zondigen moeten veroordelen. Hij gaat dus nog een stapje verder dan dat je niet met deze mensen om moet gaan. Je moet het zondige gedrag van de mensen uit je eigen midden, je mede-gelovigen, wel veroordelen. Buitenstaanders, dus de mensen buiten je gemeente bijvoorbeeld, die niet zichzelf naar buiten brengen als christen, hoef je niet te veroordelen. Dat zal, zoals Paulus zegt, God doen.

In dit stuk gaat oordelen, of veroordelen, dus om het je niet mee laten nemen in het zondige gedrag van mensen die christen zijn.

Elkaar aanspreken

Het is dus belangrijk om goed na te denken over de mensen die je om je heen verzamelt. Ik heb zowel christelijke als niet-christelijke vriendinnen. De niet-christelijke vriendinnen hoef ik niet te vertellen wat goed of fout is. Ik ‘mag’ met ze omgaan en ik hoop dat ik ze nieuwsgierig maak naar het geloof door mijn levenswandel. Maar tegenover mijn vriendinnen die aangeven christen te zijn, mag ik kritischer zijn. En andersom mogen zij dit naar mij ook. We mogen elkaar aanspreken op foute keuzes. Geen makkelijke boodschap, maar wel eentje om goed over na te denken!

Aan de slag!

Denk na over jouw vriendschappen. Waar kun jij zorgvuldiger kiezen? Bid God om jou hierin te leiden, uiteindelijk weet Hij wat het beste is!