Micha 7: Psalmen van hoop en lofprijzing voor deze Micha-zondag

16

okt

Marije Brandwijk

Heb je ook wel eens dat gebeurtenissen die vroeger hebben plaatsgevonden, je nieuwe moed en hoop geven voor de toekomst? Dit is vandaag ook bij Micha. Hij gedenkt wat God vroeger bij het volk Israël gedaan heeft, waardoor hij een gedeelte kan schrijven waarin hij God prijst. Belangrijk, dingen die vroeger gebeurd zijn, ze zorgen ervoor dat zelfs wanneer je geen hoop meer hebt, je vertrouwen op God kan blijven.

In het onrecht vertrouwt Micha op God

Het laatste hoofdstuk van Micha voelt bijna aan als een soort psalmen. Eerst begint Micha met een klaagzang. Hij schrijft over het feit dat er onder het volk geen oprecht mens meer te vinden is, (Micha 7:2), dat iedereen tegen zijn eigen familie is gekeerd en de hele samenleving niet meer is wat het was. Niemand is meer te vertrouwen. (Micha 7:5-6). Wij moeten ook uitkijken dat onze samenleving ook niet zo wordt als in die tijd. Tegenwoordig hoor je heel vaak over familieruzies, krijgt God steeds minder een plek in de samenleving. Confronterend om dit te zien eigenlijk. Toch zien we aan het eind van deze klaagzang, dat Micha niet bij de pakken neer gaat zitten. Nee, hij blijft uitzien naar God: Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen. Micha 7:7 (HSV)

Hoop in de ellende

Vanuit het vertrouwen wat we net lazen heeft Micha ook een bepaalde hoop. Dat het volk niet zal blijven in de ellende waar het zich nu in verkeerd, maar dat ze straks in vrijheid zullen leven. Hij weet dat God ook in deze tijd bij hen is, maar dat ze nu gestraft worden voor hun zonden (Micha 7:9). Nadat ze gestraft zijn, mag Micha de hoop hebben dat God ze vanuit het donker in het licht brengt en het recht weer gezien zal worden. Ook naar de volken om hun heen zullen ze machtig worden, het zal niet meer zijn dat de Israëlieten totaal van de kaart geveegd worden door hun, nee de rollen zijn omgedraaid.

Bijzonder wel, hoe Micha die hoop blijft houden en ook beseft dat waar ze nu in zitten door hun eigen schuld is maar dat God daarna wel alles zal omkeren. Want dat is wie God is, Hij laat hun niet zitten.

Lofprijzing voor de toekomst die komen zal

Het einde van dit hoofdstuk is een lofprijzing voor God.  Micha die vindt het wonderlijk wie God is, hij schrijft:

Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid. Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee. U zult Jakob de trouw bewijzen en Abraham de goedertierenheid, die U aan onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer.
– Micha 7: 18-20 (HSV)

Hier zien we wat voor een vergevingsgezindheid God heeft. Micha beschrijft hier hoe goed God is en dat er niemand is zoals Hij.  Micha die vertrouwd erop dat de zonden vergeven zullen worden, ver weg in het diepe water.  Het mag dan eerst wel een vreselijke tijd zijn, zoals we aan het begin van hoofdstuk 7 lezen, maar de hoop voor een nieuwe toekomst die is aanwezig. Want God blijft dezelfde. Dezelfde zoals bij de uittocht uit Egypte (Micha 7:14-15) en Hij bij Abraham had beloofd. Aan die gebeurtenissen blijft Micha ook vasthouden, die geven hem hoop. Want wat het volk nu doormaakt, dat zal niet voor altijd zijn God die zal zich over hen ontfermen. Dat mag ook hoop voor ons zijn! Dat wat we nu meemaken, niet opweegt tegen onze toekomst (Rom. 8:13).

Aan de slag!

  • Welke dingen heeft God in jouw leven gedaan waar je je aan vast kunt houden in tijden als het moeilijk is?
  • Dank God voor het feit dat Hij altijd dezelfde blijft, zoals ook in deze profetie blijkt.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap