Plak jij anderen achter het behang? Leer van Gods geduld (deel 2)

Gisteren hadden we het over Gods grote geduld met ons, en dat Hij geen behang nodig heeft om ons achter te plakken. Vandaag zien we wat Hij daarin van ons verwacht. Wat kunnen wij leren van Zijn geduld? En hoe kunnen wij geduld met anderen hebben?

Gods grote geduld met ons is niet waar het verhaal eindigt. We zijn er dankbaar voor, ja. Maar Hij wil dat het óók op andere manieren effect heeft. Naar buiten toe, in onze omgang met anderen. Lees maar mee:

De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
– Galaten 5:22 (HSV)

Stop dat behang dus maar weg. Dat was toch geen blijvende oplossing ;-).

Geduld is een onderdeel van de vrucht van de Geest

Niet alleen laat God ons Zijn geduld zien, het is óók een onderdeel van de vrucht van de Geest.

Wat is één van de belangrijkste kenmerken van een vrucht? Hij gróeit. Hij is er niet van de één op de andere dag. Het kost tijd. Het wordt meer en meer, naarmate de tijd verstrijkt. Van nog geen enkele druif in de winter tot overvloedige druiventrossen als het hoogzomer is.

Maar het groeit niet vanzelf. De druiventros komt er niet zomaar. Het heeft voedingsstoffen nodig. Probeer maar eens vruchten te krijgen aan een boom die in verkeerde grond staat of weinig tot geen water krijgt. Je kunt op je kop gaan staan, boos worden wat je wilt, maar vruchten zal je er niet van krijgen.

Geduld laten groeien: een samenwerking met de Heilige Geest

Met de vrucht van de Geest is het net zo. Het heeft voeding nodig. Zonder voeding gebeurt er simpelweg niets. Maar hoe voed je iets dat niet fysiek is? Hoe voed je je geest met dé Geest, zodat Hij de vrucht in jou kan laten groeien?

Paulus zegt dit een paar verzen later:

Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.
– Galaten 5:25 (HSV)

Wat Paulus hier zegt, lijkt een samenspel te zijn tussen de Heilige Geest in je laten werken én er zelf aan werken. Hem de ruimte geven en openstaan voor verandering. De vrucht van de Geest groeit niet als je Hem de beschikbare grond niet geeft. Dan kan Hij simpelweg niet aan de slag gaan.

Weet je wat ik zo mooi vind? Er staat hier niet ‘vruchten’, maar het enkelvoud: vrucht. Alle eigenschappen die genoemd worden, horen bij elkaar. Groei je in het ene, dan werk je óók aan het andere. God geeft overvloedig!

Aan de slag!

Ik denk dat het heel simpel begint met Hem uitnodigen. Je hart openstellen voor Zijn aanwezigheid en voor de aanwijzingen die Hij je geeft. Bid dit gebed: ‘Heilige Geest, ik stel mij open voor het werk dat U in mij wilt verrichten. Ik wil groeien in geduld. Wilt U mij hierin voorgaan?’ Als je Hem uitnodigt, wil Hij met liefde in jouw leven aan de slag gaan.