Op pad

22

mrt

Belinda Bos

Ga jij weleens wandelen? Met de hond op je vrije zondagmiddag of op vakantie langs het strand? Lekker op pad, met een bepaald doel voor ogen. Je weet waar je heen loopt. Soms kijk je even op de kaart of je nog wel goed loopt, of je kijkt eventjes achterom of de route nog klopt. Vandaag kijken we naar de grootste route in de Bijbel geschreven: de uittocht uit Egypte. Hoeveel overeenkomsten heeft dat met ons pad?

De Israëlieten gingen lopend op weg. Ze gingen van de stad Rameses naar de stad Sukkot. Ze waren met ongeveer 600.000 mensen, de vrouwen en kinderen niet meegeteld. Er ging ook een grote groep vreemdelingen mee, en verder nog heel veel schapen, geiten en koeien. De mensen bakten onderweg brood van het deeg dat ze meegenomen hadden, brood zonder gist. Want ze hadden in Egypte geen eten voor onderweg klaargemaakt, zo snel waren ze vertrokken.
(
Exodus 12: 37-39, De Bijbel in Gewone Taal)

Vertrekken zonder te weten waar je precies heen gaat. Je probeert je een voorstelling te maken van waar je heen gaat en weet dat het een mooiere plek is dan waar je was, maar hoe het er precies uit zal zien weet je niet. Voorbereidingstijd was er ook niet; onderweg kom je van alles tegen. Hindernissen en obstakels op het pad waarvoor je oplossingen moet verzinnen.
Zo was het ook bij de Israëlieten. Ze hadden het zwaar in Egypte. God beloofde hen een mooiere plek en leidde hen weg van de farao. Het volk had geen idee waar ze nou precies naartoe gingen en voorbereidingstijd was er ook niet. Daardoor kwamen ze onderweg soms voor verrassingen en tegenslagen te staan. Geen water, geen eten. Ook daarvoor moesten oplossingen komen. De Israëlieten gingen daarvoor naar Mozes, die hen leidde namens God. Hij zou volgens het volk met een oplossing moeten komen en die kregen ze, van God. Manna uit de hemel, water in overvloed. Hij zorgde voor hen.
En dan ook nog eens met 600.000 mensen en vee erbij! Onderweg stierven mensen, werden er baby’s geboren, het vee moest opgejaagd worden en te grazen en te drinken hebben. Wat een geregel moet dit zijn geweest!

Veertig jaar deden ze erover. 40 jaar lang lopen ze over het pad naar het beloofde land. Stel je dat eens voor. Wat een tijd! Geen voorstelling van waar je terecht komt en dan duurt het ook nog zo gigantisch lang. Ik kan mij zo voorstellen dat je het dan onderweg even niet meer ziet zitten. Het gaat te langzaam en je weet het doel eigenlijk ook niet echt. Is dat niet precies hoe het in ons leven ook gaat?

Wij zijn eigenlijk ook op pad. Ook naar het beloofde land, of eigenlijk de beloofde wereld die in Openbaring beschreven staat. Wij zijn ook niet alleen. Misschien hebben we niet het gevoel onderweg te zijn met 600.000 mensen zoals de Israëlieten en reizen wij meer in groepjes, maar we zijn zeker niet alleen! Kijk eens om je heen, wie lopen er mee? Je vrienden, familie, kennissen, de kerkgemeenschap. Ook onze reis duurt lang. We kunnen snel lopen, een sprintje trekken, maar harder gaan we er niet door.

En ik zag dat niet altijd de snelste mensen de hardloopwedstrijd winnen.
(Prediker 9:11, BasisBijbel)

Je kijkt om je heen en hebt het gevoel dat je door allemaal mensen ingehaald wordt, die bijvoorbeeld veel meer bezig zijn met God of allemaal goede daden verrichten. Maar zoals dit vers ook al zegt; het is niet zo dat zij winnen.

Soms werden de Israëlieten ongeduldig tijdens deze lange reis, zoals toen Mozes op de berg was. Ze hadden geen zin om langer te wachten en maakten het gouden kalf, waarvoor ze ook gestraft werden. God was dus niet alleen leidend, Hij was ook rechtvaardig. Hij wilde dat ze op het rechte pad bleven.

We zijn onderweg met een doel: leven met God. Soms heb je misschien het gevoel dat je ontzettend goed op weg bent: je hebt de wegenkaart helemaal door! Maar er zijn momenten dat je compleet verdwaald bent. De kaart houd je ondersteboven en je kunt niet zo goed vinden waar je ook alweer stond. Of waar je naar op weg bent. Je vraagt je af of je niet beter de makkelijke weg kunt nemen. En dat is logisch! Want net als de Israëlieten kunnen wij ons moeilijk een voorstelling maken van ons doel. Waar zijn we nou eigenlijk naar onderweg? Waarom ging je nou elke week naar de kerk? Je ziet geen verschil met de mensen die wel of niet naar de kerk gaan en op zich: zondagochtend uitslapen is ook echt wel lekker. Maar dan komt er een wandelaar langs: Jezus. Hij wijst jou op de kaart waar je bent en welk pad je nemen moet. Of hij tilt je op en draagt je een stukje op weg, omdat je voeten moe zijn. Maar Hij is en blijft ook rechtvaardig.

Soms heb je van die momenten dat je aan het wandelen bent en helemaal wegdroomt. Of je bent moe en blijft maar doorlopen, zonder nog even op de kaart te kijken. Je houdt je vast aan je standaard ritme en rituelen. Soms kan het handig zijn om even stil te staan en te kijken of dit nog wel het juiste ritme is, het juiste pad wat je loopt. Of is er soms ergens een afslag die beter is?

Weet je het even niet meer, denk er dan aan dat jouw pad niet heel anders is dan het pad dat de Israëlieten liepen. Weet je nog wat er gebeurde als de Israëlieten voor problemen kwamen te staan of de weg even niet meer wisten? God zag het direct en hielp hen, Hij loste het op. Net als bij jou.

Aan de slag!

Lees het volgende bekende gedicht Voetstappen in het zand en kijk eens terug op jouw levensloop. Wat waren de momenten dat jij gedragen werd? Vraag je eens af: welke rituelen en gewoontes heb jij die je altijd al doet, maar misschien niet per se het beste of handigste zijn voor jouw pad?

Voetstappen in het zand

Ik droomde eens en zie
ik liep aan ‘t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen “Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad.”

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen.

Deel deze overdenking

  1. Kim schreef:

    Lieve Belinda, ontzettend veel dank voor deze mooie blog :’) en dit oh zo prachtige gedicht dat mij zeer na aan het hart ligt. Liefs en Gods rijke zegen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap