Ontferm U over ons

16

jun

Alina van Rijn

‘Heere, ontferm U.’ Wat heb ik dit de afgelopen weken vaak gebeden. Nóg vaker heb ik dit zachtjes gefluisterd wanneer ik bijvoorbeeld naar het nieuws zat te kijken. ‘Heere, ontferm U.’ Een prachtig en kwetsbaar gebed wat vaak rechtstreeks uit het hart komt. Ook wanneer deze woorden klinken uit de monden van de 2 blinde mannen die aan de kant van de weg bij Jericho zitten.
(Mattheüs 20:29-34) 

En Jezus stond stil. Lees je mee? 

Zie je ze zitten? Die twee blinde mannen aan de kant van de weg? Bedelend om geld en voedsel, want wat konden ze anders dan dat? Elke dag hetzelfde liedje. Maar na vandaag wordt het anders. Vandaag loopt Jezus langs. Ze horen dat Jezus langs voorbij gaat en ze beginnen te roepen: ‘Heere, zoon van David, ontferm U over ons!’  

Ze vragen om ontferming. Dit gaat veel dieper dan alleen omkijken naar. Ontfermen betekent dat je je het lot van iemand aantrekt én gaat zorgen. Ontfermen is een actief werkwoord. Deze twee mannen begrijpen dat ze ontferming nodig hebben. En niet zomaar van iemand. Nee, van de Zoon van David. Hier belijden ze mee dat ze geloven dat Jezus de beloofde Zoon van David is. De Messias. Van het gezegde: ‘eerst zien, dan geloven.’ Is hier absoluut geen sprake. 

Hun geroep wordt gehoord. Allereerst door de menigte. En wat doet de menigte? Helpen ze hen overeind? Nemen ze hen bij de hand om hen bij Jezus te brengen? Nee, ze doen het tegenovergestelde. Ze bestraffen hen. Ze moeten hun mond houden. Dit vind ik zo schrijnend. Hadden de mensen in hun omgeving juist niet de taak om hen bij Jezus te brengen? Zullen wij alsjeblieft deze taak ook niet links laten liggen?  

Gelukkig weerhoudt dit hen niet om te blijven roepen. Ze zwijgen niet. Ze begin alleen nog maar harder te roepen. ‘Heere, zoon van David, ontferm U over ons!’ De bestraffing van de menigte versterkt hun noodkreet. Jezus is hun enige kans op genezing.  

Wat wil je dat Ik doen zal?

Jezus hoort hen en Hij staat stil. ‘Wat wil je dat Ik doen zal?’, vraagt Hij hen. Eigenlijk best een bijzondere vraag die Jezus stelt aan deze blinden mannen. Wat wil je dat Ik doen zal? Het antwoord is vrij logisch. Maar is dat wel zo?  Want stel nu dat Jezus deze vraag aan mij zou stellen. Wat zou ik dan antwoorden? Wat zou jij antwoorden? Ook een gebed om genezing misschien? Of een gebed om om een partner? Een kind? Een gebed om rust?  

Deze twee mannen vragen of ze weer mogen zien en hun roep om ontferming wordt gehoord. Nee, sterker nog: hun roep wordt verhoord. Want Jezus wordt met innerlijke ontferming bewogen. Hij trekt zich het lot van deze twee mannen aan en Hij gaat zorgen. Maar dan wel zorgen in de overtreffende trap. Hij geneest hen. Hij raakt hen aan en ze kunnen zien! Wat moet het een ontroerend moment zijn geweest. Het moment dat hun ogen werden geopend en ze niet meer in die lege duisternis hoefden te staren. En nog mooier dat ze Jezus mochten zien. Als eerste, nota bene. Staren in het gezicht van hun Messias. Hun Heelmeester.  

En nu? Wat doen deze twee mannen? Staan ze op, bedanken ze Jezus, om daarna hun eigen wegen te gaan? Nee. Zo volgen Hem. Op weg naar Jeruzalem. (Mattheüs 21)
Het zou niet lang meer duren of deze Zoon van David zou moeten sterven aan een kruis waar deze genezende handen doorboord zullen worden. voor de zonden en gebrokenheid van deze twee mannen. Voor de zonden en gebrokenheid van jou en mij. Tot het laatst toe was Jezus met innerlijke ontferming over ons bewogen. Ontferming tot in de dood.  

’t Is de Heer, wiens mededogen  
Blinden schenkt het lieflijk licht; 
Wie in ’t stof lag neergebogen, 
Wordt door Hem weer opgericht. 
– Psalm 146: 6 (berijmd) 

Aan de slag!

Stel dat Jezus aan jou zou vragen: ‘Wat wilt u dat Ik doen zal?’
Wat zou jij Hem antwoorden?  

Bedenk dit voor jezelf en breng dit in gebed tot Hem. Bid tegelijk ook voor de mensen in jouw omgeving die ontferming nodig hebben. 

Deel deze overdenking

  1. Else schreef:

    Wouw wat een mooi begin van de dag met deze meditatie! 🙏

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap