Nieuwe moed nodig? Vind het vandaag in Gods hand!

23

jul

Yael Juch

Weet je, dat je van waarde bent? Weet je, dat je een parel bent? Een parel in Gods hand, een parel in Gods hand. Misschien ken je het kinderliedje wel. Wanneer je dit liedje hoort, springt misschien vooral het woord ‘parel’ er voor je uit. Dit woord zegt veel over hoe waardevol God ons vindt. Heb je ook wel eens stil gestaan bij de woorden ‘in Gods hand’? God vindt de mens zo waardevol, als een parel, dat Hij zijn hand over hen houdt. Ezra vond in dit gegeven nieuwe moed. Jij ook vandaag?

Wie is Ezra?

Hij was een vaardig schriftgeleerde, bedreven in de wet van Mozes, die de HEERE, de God van Israël, gegeven heeft. En de koning gaf hem alles wat hij had verzocht, omdat de hand van de HEERE, zijn God, over hem was.
– Ezra 7:6 (HSV)

Hij heeft een indrukwekkend CV. Hij was priester, secretaris en stond erom bekend dat hij de wet van Mozes van A-Z kende. Maar dit niet alleen, hij had een hart voor het lot van Gods volk. Hij wilde naar Jeruzalem om daar te onderzoeken of de wet van God werd nageleefd en hoe de heropbouw van Jeruzalem vorderde. Toen Ezra bij de koning kwam, kreeg hij geen tegenstand van de koning. De koning gaf hem àlles wat hij had verzocht. En waarom? Omdat de hand van de Heere, zijn God, over hem was. De koning merkte direct dat Ezra niet alleen was gekomen, Hij had de allerhoogste koning aan zijn zij. De koning der koningen, de Heer der Heeren hield Zijn hand op Ezra. Ezra was op weg om Gods wil te doen en niets kon hem tegenhouden.

Hart gericht op God

Op de eerste van de eerste maand was namelijk het begin van zijn tocht uit Babel, en op de eerste
van de vijfde maand kwam hij in Jeruzalem aan, omdat de goede hand van zijn God over hem was. Ezra had namelijk zijn hart erop gericht om de wet van de HEERE te onderzoeken, om die te doen en om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen.
– Ezra 7:9-10 (HSV)

Hier zien we opnieuw dat Gods hand met Ezra was. Na vier maanden door de woestijn in het meest droge seizoen van het jaar, komt Ezra in Jeruzalem aan. Dit betekent dat hij iedere dag 15 kilometer vorderde. Dit betekent ook dat hij waarschijnlijk geen last van gevaar of tegenslag heeft gekend. Waarom? Omdat God het goede met hem voorhad. Wat we ook leren uit dit stukje is dat Ezra een bepaalde levenshouding had, waardoor Gods goede hand met hem was.

Ten eerste was zijn hart gericht op de wet van de HEERE te onderzoeken. In de wet gaf God de levensvoorschriften voor de mensen. Ten tweede kon hij het hart van God en Zijn bedoeling met het leven voor de mens niet alleen goed kennen, maar hij moest het óók in uitvoering brengen. Als laatste hield hij dit niet voor zichzelf maar hij deelde het met de mensen om hen heen. Toch kon Ezra de nabijheid van Gods hand niet verdienen. Geen mens is zonder zonde behalve Jezus; Ezra dus ook niet. Maar belangrijk is dat Ezra zijn hart richtte op God en hier handen en voeten aan gaf.

Conclusie Ezra

Geloofd zij de HEERE, de God van onze vaderen, Die het zo in het hart van de koning heeft gegeven om het huis van de HEERE dat in Jeruzalem staat, aanzien te geven. Hij heeft mij goedertierenheid bewezen bij de koning, zijn raadgevers en alle machtige vorsten van de koning. Ik vatte moed omdat de hand van de HEERE, mijn God, over mij was en ik riep uit Israël familiehoofden bijeen om met mij mee te trekken.
– Ezra 7:27-28 (HSV)

Ezra komt aan in Jeruzalem en prijst God. Hij zingt een loflied voor hem. Moed vond hij in het feit dat God aan hem liet blijken dat hij er niet alleen voor stond. God was tegenwoordig overal waar Ezra ging.

Wat betekent dit voor mij?

Ezra merkte dat God met hem was. Hij merkte dat de koning hem goedgezind was. Dat God ervoor zorgde dat hij zijn taak goed kon uitvoeren. Ten gunste uiteindelijk van Gods volk. Zo mogen wij ook weten dat God met ons is, waar we ook gaan. Door genade mogen wij Zijn Heilige Geest ontvangen, die ons wil leiden naar Gods goede wil voor ons leven. Wij mogen ons hart op God gericht houden en wat we leren uit de Bijbel handen en voeten geven. Hiermee tot zegen zijn voor onze omgeving, net als Ezra.

Gods hand is op ons, oftewel wij zijn in Zijn hand. Door het offer van Jezus, Gods zoon, hebben we uitzicht op een eeuwig leven met hem. We zijn hierdoor nooit verloren; we zijn in Zijn hand geborgen. Zijn hand is op ons en laat ons niet in de steek. Hierin mogen we elke dag weer nieuwe moed vinden.

Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en Ik zijn één.
– Johannes 10:28-30 (HSV)

Aan de slag!

  • Waar haal je vandaag nieuwe moed uit? Wat inspireert je uit deze blog?

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap