Naomi en Ruth: een verhaal over Gods leiding, genade en zegen

23

sep

Elise de Vries

Ik mocht laatst een bruiloft volgen via een livestream. Tijdens de preek stond een tekst uit het bijbelboek Ruth centraal: Waar u heen gaat, zal ik ook gaan en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God (Ruth 1:16). Het zijn de woorden van de weduwe Ruth, die haar schoonmoeder belooft niet van haar zijde te wijken. Met alle schoonmoeder-grappen in je achterhoofd, is het haast niet te geloven hoe loyaal Ruth is. Hoe toepasselijk is deze trouw van Ruth op een bruiloft waar twee geliefden elkaar trouw beloven? En er is nog meer moois te ontdekken in dit bijbelboek. De belofte van trouw is niet het enige bijzondere. Het is het begin van een verhaal over Naomi en Ruth waarin Gods leiding, genade en zegen doorklinken.

Het verhaal van Naomi en Ruth

Het bijbelboek Ruth is volledig toegewijd aan het verhaal van één familie: die van Naomi en Ruth. Naomi en haar man woonden in Bethlehem, maar emigreerden in verband met een hongersnood. Ze kwamen samen met hun twee zonen terecht in Moab, een plek waar allemaal heidenen (niet-joden) woonden. De man van Naomi stierf daar. De twee zonen trouwden beiden een Moabitische vrouw.

Na tien jaar stierven de zoons ook. Naomi besluit om terug te keren naar de plek waar ze vandaan kwam, want ze had gehoord dat God inmiddels had voorzien in voedsel. Tijdens de reis gebiedt ze haar twee schoondochters, Ruth en Orpa, terug te gaan naar hun eigen familie. Dan hebben ze kans op het vinden van een nieuwe man en het starten van een nieuw gezin. In Bethlehem is dat als heidense vrouw veel lastiger.

Orpa stemt in, maar Ruth niet. Naomi en Ruth reizen samen verder. In Bethlehem zet Ruth zich in als arenraper: ze gaat op landbouwakkers gevallen resten van de oogst oprapen. Hiermee is ze niet in dienst bij een boer. Ze gaat zelf naar verschillende akkers en hoopt maar dat ze haar toestaan om eten voor haarzelf en Naomi te verzamelen.

Als arenraper komt ze op de akker van Boaz, een ver familielid van Naomi. Boaz had verhalen gehoord over Naomi die was teruggekeerd, met haar loyale schoondochter. Hij biedt Ruth aan om te blijven rapen op de akker en laat haar zelfs dichter bij de oogsters werken dan dat arenrapers eigenlijk mochten, zodat ze meer eten kon oprapen.

Naomi hoort bij wie Ruth eten heeft mogen rapen. Zij weet dat Boaz een familielid is en daarom volgens de joodse wet een ‘losser’ is. Lossers waren familieleden van de overleden man van de weduwe. Zij konden door te hertrouwen met de weduwe, kinderen krijgen die de naam van de overleden in man in stand hielden. Naomi spoort Ruth aan om Boaz te laten weten dat ze beschikbaar is als vrouw en hem te vragen hun losser te zijn. De hoop van Naomi en Ruth is in deze man.

Gods leiding

Je raadt misschien al hoe het eindigt: Boaz trouwt met Ruth en ze krijgen een zoon, waarmee de namen van de mannen van Naomi en Ruth in stand blijven. In Ruth 4 lezen we welk gevolg dat heeft: David zal voortkomen uit de geslachtslijn van Boaz en Ruth. David speelt een hele belangrijke rol in de geslachtslijn van Jezus, en Ruth en Boaz dus ook (Mattheüs 1:3-6).

In het hele verhaal wordt door de verteller nooit geschreven over God die iets zegt of doet. Toch klinkt zijn leiding door dit verhaal heen. Het is niet toevallig dat Ruth op de akker van Boaz terecht kwam, waardoor Gods voorbedachte plan met Jezus tot uitvoering kon komen. Zo zien we dat God in de dagelijkse dingen aanwezig is.

Gods genade

Naast Gods leiding zien we ook Gods genade in dit verhaal. Ruth was een buitenlandse en een heiden. Het is daarom bijzonder dat Boaz haar tot vrouw wilt. Dat was volgens de wet niet letterlijk verplicht bij een buitenlandse. Toch maakt hij het voor haar mogelijk om tot het volk Israël te behoren. Dat was een keuze die Ruth zelf al maakte toen ze Naomi trouw bleef. Ze zei: Uw volk is mijn volk en uw God mijn God (Ruth 1:16). Ruth wilde horen bij Gods volk. Boaz erkent dat en zei:

Moge de Heere uw daad (de trouw aan Naomi) vergelden, en moge uw loon volkomen zijn van de Heere, de God van Israël, onder Wiens vleugels u gekomen bent om toevlucht te nemen.
– Ruth 2:12 (HSV)

In Boaz handelen klinkt Gods genade door. Hij ziet Ruth niet als vreemdeling, aangezien ze haar toevlucht bij God neemt. Dit is een voorspiegeling van het werk van Jezus. Net zoals Boaz een heiden aannam, neemt God door Jezus mensen uit alle volken aan. Zo klinkt er genade in het verhaal van Naomi en Ruth.

Gods zegen

Toen Naomi haar man en zoons verloor, dacht ze dat God zich tegen haar had gekeerd. Ze geeft zichzelf daarom een nieuwe naam: Mara, die ‘bitter’ betekent (Ruth 1:20). Door Gods leiding en genade heen, ontdekt ze echter dat God wel voor haar zorgt. Er werd voorzien in haar eten en een zoon voor Ruth, die de naam van haar man in stand hield. Hij heeft Naomi en Ruth gezegend.

Daarom lezen we in Ruth 4 juist dat de Heer geprezen werd voor wat Hij had gedaan:

Toen zeiden de vrouwen tegen Naomi: Geloofd zij de Heere, Die niet heeft nagelaten om u vandaag een losser te geven. Moge zijn naam beroemd worden in Israël!
– Ruth 4:14 (HSV)

Aan de slag!

Om over na te praten of denken: Lukt het jou om net als Ruth trouw te zijn aan de God van Israël? Ook als je dan familie moet achterlaten of spannende dingen moet ondernemen?
Vind je dat een lastige keuze? Overdenk dan Gods leiding, genade en zegen. Durf je het met die vastigheid van God wel aan?

Deel deze overdenking

  1. Kim schreef:

    Prachtig 🤍🙏✨ Dankjewel!

  2. Hans Terpstra schreef:

    Erg mooi verwoord, als een verheldering over de liefde van God, Bedankt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap