Met welke intentie doe jij de dingen die je doet?

28

mrt

Ramona Muilwijk

Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben zodat ik bergen zou verzetten, maar ik had de liefde niet, dan was ik niets. En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.” 1 Korinthe 13: 1-3 (HSV) 

1 Korinthe 13. Na Hooglied misschien wel het bekendste gedeelte uit de Bijbel over de liefde. En dan misschien nog wel het meest het gedeelte vanaf vers 4: “De liefde is geduldig, zij is vriendelijk, de liefde is niet jaloers, de liefde pronkt niet…” en verder. Vandaag denken we echter wat dieper na over het eerste gedeelte, vers 1-3, regels waar je bijna overheen zou lezen doordat je de daarop volgende woorden zo graag leest of misschien wel kunt dromen. Maar wat gaat er eigenlijk aan vooraf? Waarom wordt er vanaf vers 4 zoveel aandacht gegeven aan wat de liefde inhoudt? Daarvoor moet je bij het begin beginnen. 

Beoefen de gerechtigheid niet voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden

1 (en 2) Korinthe zijn brieven van Paulus aan de gemeente van God in Korinthe (een stad in Griekenland). Hij schrijft deze brief aan de gelovigen, omschreven als de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, allen die de naam van de Heere Jezus Christus aanroepen. (1 Korinthe 1:2, HSV) 

Paulus schrijft deze brief omdat er veel fout gaat in de kerk van Korinthe. Eén van de dingen die niet goed gaat in de gemeente, is dat er onderlinge verdeeldheid is. De gelovigen ruziën en men is vooral bezig met hun eigen eer. De dingen die ze doen, doen ze niet vanuit hun liefde voor God maar om zelf gezien te worden. Egotripperij. In Korinthe maken ze een soort wedstrijd van alle dingen die ze doen. Wie is er het beste en wie doet het meest? (1 Korinthe 3: 6-7)
Paulus schrijft dat dit niet de bedoeling is. Als de liefde ontbreekt in je werken, dan stelt het niets voor en maakt het geen verschil.  

In Matteüs 6: 1-5 (HSV) is het Jezus die iets soortgelijks verkondigt: 
Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden; anders hebt u geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars in de synagogen en op de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zouden worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al. Maar als u een liefdegave geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet, zodat uw liefdegave in het verborgene zal zijn; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. En wanneer u bidt, zult u niet zijn als de huichelaars; want die zijn er zeer op gesteld om in de synagogen en op de hoeken van de straten te staan bidden om door de mensen gezien te worden. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben.

Heb jij je loon al ontvangen? 

En dan nu de vraag: hoe zit het met ónze werken? Die van jou en die van mij? Wat is de reden dat je die ene taak op je hebt genomen in de kerk? Wat is de reden dat je overal vrijwilligerswerk doet? Als je heel eerlijk bent… gaat het jou dan om je eigen eer (zodat je kunt zeggen wát je allemaal doet) of om die van God? Met welke intentie doe jij de dingen die je doet?

Misschien ben je wel heel afhankelijk aan je taak begonnen, vol verwachting dat Hij het in je zou moeten doen, maar vergat je in de loop van de tijd om het door Gods Geest te doen en ben je zelf aan het roer gaan staan. En eerlijk is eerlijk, je bent er ook echt goed in, en complimenten krijgen over je werk is toch wel heel fijn. Niet dat complimenten krijgen verkeerd is… maar… waarvoor doe je wat je doet? Is dat om uit te blinken bij de mensen of is het echt om God door jou te verheerlijken? Zodat Hij door jou heen de eer krijgt? Is dat wat jij doet gericht op zijn komst, of ben je misschien ongemerkt bezig met je eigen opkomst? Wel iets om over na te denken, toch?  

Laat liefde je drijfveer zijn en blijven! 

Wanneer God je drijfveer is in datgene wat je doet, dan zul je alle werken die je doet, vanuit liefde doen. In vers 8 lezen we daarover: De liefde vergaat nooit. Oftewel: alle werken uit liefde gedaan, zullen nooit verdwijnen. Alle andere werken, die niet vanuit de juiste intentie gedaan zijn, zullen uiteindelijk verdwijnen. Tijd om onze werken weer eens onder de loep te nemen, zodat God – en God alleen – de eer zal krijgen door ons heen. Dat alles wat wij doen als een spiegel zal zijn van wie Hij in ons is! 

U bent een bouwwerk van God. Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf. Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.
– 1 Korintiërs 3: 10-15 (NBV) 
 

Aan de slag! 

Beluister het lied: Opwekking 427 – Maak mij rein voor U.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap