Met koplampen, navigatie en vertrouwen – het levenspad dat we gaan

11

nov

Iona van den Dries

Aan het begin van iets nieuws of de afsluiting van iets ouds, moet ik algauw denken aan een weg. Soms is dat een overzichtelijk kruispunt met verkeerslichten, andere keren een kronkelig bospad dat zich opsplitst. Woorden als pad, weg of wandel komen vaker voor in de Bijbel als het gaat om het leven dat we leiden. Ondanks dat metaforen zoals levensweg of levenspad zo gebruikelijk zijn dat ze ons niet meer verbazen, kunnen ze toch verrassen.

Het leven zelf is iets dat ons van punt A naar punt B brengt, van begin naar eind. Maar net als de hoofdstukken van een boek hoeft het verhaal niet in een rechte lijn te lopen. Soms zijn er omzwervingen, dan paden die kruisen of momenten dat we het pad bijster zijn. Vandaag wil ik met je kijken naar drie bijbelteksten die iets vertellen over hoe God ons leidt en begeleidt op ons levenspad.

Wees mijn koplampen

Dit is een van de weinige bijbelverzen die ik zo kan opnoemen met de plek waar het staat erbij, puur omdat het voorkwam in een kinderliedje. Het was niet per se mijn favoriete lied, maar het is wel goed blijven hangen (tip voor als je bijbelverzen wilt memoriseren: zet ze op muziek of spreek ze op een bepaalde manier uit):

Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.
– Psalm 119:105 (NBV)

Je kunt de lamp zien als een lantaarn, een kaars, een olielampje of een stel koplampen. Waar zijn die goed voor? Overdag zul je ze meestal niet nodig hebben, maar probeer eens zonder te lopen als het donker is! In de volgende verzen vertelt de schrijver ook over situaties waarin hij vernederd is (vers 107) of gevaar ziet (vers 109). Daar kon hij Gods licht wel gebruiken.

Wat betekent dit nu voor het levenspad dat we lopen? God wijst de weg als wij het niet kunnen zien. Gods Woord kun je begrijpen als Jezus (zie Johannes 1:14) of als de Bijbel; beide leren ons hoe we kunnen leven naar Gods wil. Als het donker is om ons heen of we het pad niet kunnen zien, kan Gods Woord de duisternis doen oplichten en ons helpen het pad te onderscheiden.

Leer me kijken

We zijn uitgerust met Gods ‘koplampen’, namelijk zijn Woord. Dan is er ook een volgend punt dat belangrijk is als je ergens terecht wilt komen: dat je de weg kent. Als het donker is en je hebt een lamp, dan zie je wellicht een pad, maar daarmee weet je nog niet of dat het goede pad is.

Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan.
– Psalm 25:4 (NBV)

Het is gemakkelijker om ergens heen te gaan wanneer je de weg kent. Sommige mensen kunnen zelfs in het donker van de ene naar de andere plaats lopen. Denk bijvoorbeeld aan je tuin wanneer je in de vroege ochtend je fiets moet pakken.
God wil ons leren over zijn wegen en dat betreft ook het levenspad dat wij gaan. We kunnen op een splitsing of kruispunt terechtkomen en verdwaald om ons heen kijken. Dan helpt het als we weten hoe Gods wegen eruitzien, welke borden er langs de weg staan, of we laatste keer links of rechts gingen. Bovendien mogen we God vragen om ons vertrouwd te maken met zijn wegen, met zijn manieren van kijken en handelen en zijn wil. Hij is onze gids en niet voor niets noemt Jezus zichzelf ook de weg (Johannes 14:6).
Jezus, door het offer dat Hij bracht en de manier waarop Hij leefde, maakt het mogelijk voor ons om naar God te gaan en Hij laat zien hoe wij ons levenspad kunnen lopen met God.

Navigeren

We hebben een lamp en een idee van de weg die we moeten gaan. Dan moeten we nog gaan lopen en in de gaten houden of we goed gaan, toch? Je bent vast weleens diep in gedachten langs de plek gelopen waar je moest zijn of dat je navigatie vastliep en je vervolgens moest omkeren. Het doet me denken aan het volgende vers, wat ik een prachtige, raadselachtige en soms frustrerende uitspraak vind:

Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat.
– Spreuken 16:9 (NBV)

Deze uitspraak staat in een reeks van dit soort uitspraken die ons iets vertellen over onze relatie met God. Wat ik hieruit haal, is dat we vertrouwen mogen hebben dat we terechtkomen waar we moeten zijn.
Soms moet God wellicht wat harder bijsturen dan op andere momenten. Hiermee bedoel ik niet per se dat God het roer compleet omgooit en wij daar maar mee moeten dealen. Wat ik bedoel, is dat wanneer we met Gods koplampen op de wegen gaan die van Hem zijn, we vertrouwen mogen hebben, dat we daarop mogen wandelen en dingen mogen ondernemen.
We kunnen een weg uitstippelen die ons goed lijkt en we mogen erop vertrouwen dat God iets kan met de stappen die we zetten. Voor we het weten, komen we een andere weg tegen en mogen we onze Gids vragen: gaan we links of rechts?

Aan de slag!

Kies een van de bovenstaande bijbelverzen of een ander bijbelvers met ‘pad’ of ‘weg’ erin. Probeer daar door de week heen over na te denken, bijvoorbeeld voordat je in de auto stapt of wanneer je een wandeling maakt. Heb je iets nieuws ontdekt?

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap