Met heel je hart? – Een veranderd hart (deel 2)

12

jul

Sara-Maria Smit

Is het je weleens opgevallen dat in de samenvatting van de wet gezegd wordt dat je je naaste moet liefhebben zoals je jezelf liefhebt, maar dat je God moet liefhebben met ‘heel je hart’? Vroeger kon ik wel eens een beetje bang worden van deze opdracht. Héél mijn hart? Ik houd niet eens van mezelf met heel mijn hart. Hoe moet ik dan van een ander houden met heel mijn hart? Het leek een taak die ik nooit kon volbrengen. De belangrijkste, eerste opdracht van de wet, kon ik al niet beantwoorden.

U zult de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart.
– Deuteronomium 6:5; Mattheüs 22:37 (HSV)

Ons hart

Als je weet hoe het met je eigen hart gesteld is, dan weet je dat het moeilijk is om goede dingen te willen met je hart. C.S. Lewis zei eens: “Niemand weet hoe slecht hij is, als hij niet eerst heel hard geprobeerd heeft om goed te zijn.” Hij had gelijk: juist als je probeert goed te zijn, kom je erachter dat het je niet lukt. Je hart zoekt vaak jezelf, zelfs in relaties met mensen van wie je echt houdt. Als je de overdenking van gisteren hebt gelezen, dan weet je wat God zei over ons hart in Genesis: “De gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af” (Genesis 8:21) God liefhebben met je hele hart is dus ook echt onmogelijk!

Een veranderd hart nodig

Aan het einde van het overbrengen van Gods wet, houdt Mozes een toespraak waarin hij profeteert dat de Israëlieten niet zullen luisteren naar de wet. Hij vertelt over allerlei zegeningen die ze zullen krijgen als ze de wet volgen, maar ook over allerlei vervloekingen die over ze zullen komen als ze de wet niet volgen. Mozes vertelt over hoop nadat al dit gebeuren zal. Ze zullen eerst hun verharde hart volgen (Deuteronomium 29:19) maar daarna zal er een omkeer komen en God zal hun hart en het hart van hun nageslacht besnijden (Deuteronomium 30:6; Romeinen 2:29).

Dat betekent dat de wet niet meer van buiten naar binnen gewerkt moet worden, maar dat de wet van binnen naar buiten zal werken! Dus… Toen Mozes de wet gaf en zei: “Je moet God liefhebben met heel je hart”, toen wist Hij al dat het helemaal niet zou lukken. Voordat je ook maar de kans had om te falen, was daar al het plan voor een veranderd hart.

De profeet Ezechiël profeteerde dat God ons slechte, stenen hart wilde vervangen met een vlezen hart, een hart gericht op Hem (Ezechiël 11:19). Het bedroeft God in zijn hart als wij zondigen (Genesis 6:6), zó erg dat Hij zijn eigen hart brak om ons hart te kopen… Hij is Degene die nederig is van hart (Mattheüs 11:29) en Diegene vraagt ons: “Geef Mij je hart” (Spreuken 23:26). God wil niet een deel van ons hart, Hij wil ons héle hart. God heelt ons hart, zodat wij Hem met heel ons hart kunnen liefhebben en dienen!

Heel je hart

Als je dan een nieuw, ‘vlezen’ of ‘besneden’ hart hebt gekregen, dan verandert dat je ‘zijn’. Weet je nog hoe het hart de bron is van onze verlangens? Als God je hart verandert, dan worden ook jouw verlangens veranderd. Weet je wat jouw verlangen dan wordt? God Zelf! Dan heb je God lief met je hele hart. En weet je wat nu zo mooi is? God belooft ons dit:

Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt.
– Psalm 37:4 (HSV)

Als je Hem liefhebt en als Hij je verlangen is, zul je altijd krijgen wat je verlangt. Hij is onuitputtelijk. Een veranderd hart wil wat God wil en God wil zal altijd gebeuren, dus als je wilt wat God wil, zul je altijd krijgen wat je hart verlangt! Wat een belofte, he?!  Natuurlijk betekent het niet dat we alles zullen snappen van wat God ons geeft, of dat we nooit meer pijn zullen hebben, maar als je met je hele hart God liefhebt, betekent dat een diep vertrouwen in Hem. Je zult weten dat Zijn wil, hoe dan ook, goed is. Zelfs het kwade zal God voor wie in Hem gelooft omkeren, ten goede (Romeinen 8:28). Ten diepste betekent dit dat je altijd zult krijgen wat je hartje begeert.

En zelfs als je hart faalt en je weet dat je niet met je hele hart God liefhad, zegt de Bijbel dat God groter is dan je hart (1 Johannes 3:20). God wil ons hart keer op keer vernieuwen. Je kunt samen met David vragen: Geef mij een rein hart, zodat ik U met heel mijn hart kan liefhebben (Psalm 51: 12). Als je dat bidt, kun je ook met heel je hart zeggen: Bezwijkt mijn hart, dan is God de Rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel (Psalm 73:26)!

Aan de slag!

  • Heb je de tekening van je hart nog van de ‘Aan de slag!’ van gisteren? Probeer nu nóg een tekening te maken, maar dan van je hart van vroeger. Probeer weer de verlangens van je hart erin te tekenen door het hart op te delen in grote en kleine vakken. Wat je vroeger veel bezighield in het groot, en wat je minder bezighield in een kleiner vakje.  Vergelijk je hart van vroeger met je hart van nu. Kun je zien hoe God jouw hart veranderd heeft?
  • Probeer nu nog een hart te tekenen zoals hierboven, maar dan van je droomhart: het hart dat je graag zou willen hebben. Een hart waar je om kunt bidden!

Deel deze overdenking

  1. Jaleesa schreef:

    Hele diepe overdekking. Aangezien jk heel erg nu bezig ben met het vernieuwen van mijn gebroken hart. Mijn hart is zovaak beschadigd door pijn,verdriet, afwijzing, gebroken liefde. Dus is weer een teken dat ik aan de slag moet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap