Meebuigen of blijven staan? – Leven in een cultuur die anders is

06

aug

Hadassa

Dit jaar werd 29 mei uitgeroepen tot ‘Keppel-op dag’. Het was een reactie op een uitspraak die was gedaan door de Duitse coördinator ‘Bestrijding antisemitisme’. Hij had Joden gewaarschuwd om niet overal hun keppel op te doen. Dat is helaas te gevaarlijk. In Nederland kwam als reactie deze dag: mensen werden opgeroepen om met hun keppel op naar Den Haag te komen. Zo wilden Joden laten zien hoe belangrijk de keppel voor hen is. Om te laten zien: hier staan wij voor. We willen ver met jullie meegaan. Af en toe een petje op doen voor de veiligheid is prima. Maar de keppel gaat niet af: tot hier en niet verder. 

Zo’n 2700 jaar geleden waren er ook een aantal Joodse mannen die dit deden. Die zeiden: tot hier en niet verder. Ze staan wel bekend als de vrienden van Daniël: Sadrach, Mesach en Abednego. Als jonge gasten waren ze als gevangen meegenomen uit hun thuisland naar Babylonië. Daar kregen ze aan het hof van de koning een drie jaar lange opleiding. Om alles over Babylonië te leren: de gewoontes, normen, waarden en religie. Die opleiding ging heel ver: ze kregen zelfs nieuwe namen, vernoemd naar de afgoden van het land. 

In het boek Daniël worden ze telkens voor dilemma’s gesteld: hoe moet ik me gedragen? Wie ben ik en waar sta ik voor? Wat neem ik over van deze nieuwe cultuur en wat gaat in tegen waar ik voor sta? 

Een voorbeeld van zo’n dilemma is als de koning van het land besluit een enorm beeld te bouwen. Om het beeld in te wijden, draagt hij alle belangrijke mensen in het land op om voor het beeld te buigen. Ook deze jonge mannen. De muziek begint te spelen, iedereen knielt neer… behalve drie mannen: 

Enkele Chaldeeën namen de gelegenheid te baat en traden naar voren om de Judeeërs te beschuldigen. Ze zeiden tegen koning Nebukadnessar: “Majesteit, leef in eeuwigheid! U hebt bevolen dat iedereen die de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op zijn knieën moet neervallen en het gouden beeld moet aanbidden, en dat ieder die weigert in een brandende oven moet worden gegooid. Er zijn enkele Judese mannen aan wie u het bestuur over de provincie Babel hebt opgedragen, Sadrach, Mesach en Abednego. Deze mannen storen zich niet aan uw bevel, majesteit. Ze vereren uw goden niet en buigen niet voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.” 
– Daniël 3: 8-12 (NBV).

Als koning Nebukadnessar dit hoort wordt hij woedend. Hij haalt de mannen bij zich en geeft ze nog één kans. Hij zal de muziek nog één keer voor hen laten spelen. Dan kunnen ze buigen. Als ze dat niet doen, zullen ze in een brandende oven worden gegooid. Maar de drie vrienden hebben geen seconde nodig om over deze optie na te denken: 

Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen de koning: “Wij vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, want als de God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons redden. Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.” 
– Daniël 3: 16-18 (NBV) 

Wat een reactie! De drie vrienden zijn vastberaden: “We buigen niet voor dit beeld. We willen ver meebuigen met wat u van ons wilt. We willen voor u en uw land werken. U mag zelfs onze namen veranderen. Maar voor dit beeld buigen wij niet. Dit gaat ons te ver. Want we buigen alleen voor onze God. Onafhankelijk of God ons redt of niet. Dit is onze grens. Tot hier en niet verder.” 

Je moet het maar kunnen! Zo overtuigd zijn van waar je in gelooft. Zoveel moed dat je op zo’n moment kunt blijven staan. Het lijkt een ver-van-ons-bed-show. Toch is de situatie van deze vrienden minder ver van ons dan we misschien denken. Want de cultuur waarin zij leefden, lijkt veel op die van ons. Een cultuur met andere normen en waarden. Andere gewoontes en overtuigingen. Een cultuur die je telkens voor keuzes stelt. 

In zo’n cultuur bewegen wij ons elke dag. Elke dag worden we voor keuzes geplaatst. Hoe ver buig je mee met de cultuur? Wanneer blijf je staan? Deze vrienden leren ons twee belangrijke dingen: 

1. Durf midden in de cultuur te staan waar je geplaatst wordt 

Deze vrienden stonden midden in de cultuur waar ze als gevangenen mee naartoe waren genomen. Ze deden volop mee in het leven en werken. Zelfs hun namen werden erop aangepast. Zo durfden ze mee te buigen met de cultuur. 

2. Weet waar je voor staat 

Tegelijkertijd wisten ze heel goed wie ze waren en waar ze voor stonden. Zo wisten ze precies hoe ver ze mee konden buigen. Maar ook wanneer ze niet anders konden dan te blijven staan. Hun trouw aan God maakte dat ze soms niet mee konden buigen. Door te weten waar ze voor stonden, wisten ze hoe ze in deze cultuur konden leven. 

Het bijzonder is dat ze juist op die momenten iets van God lieten zien. Juist op de momenten dat ze niet meer mee konden buigen, werd er iets zichtbaar van wie God is. Ook in dit verhaal. Wil je weten hoe het afloopt? Lees Daniël 3: 19-33. 

Aan de slag! 

En nu jij! Denk na over en geef antwoord op de volgende vragen: 

1. Hoe leef jij in een cultuur die anders is dan jij? Durf je midden in de cultuur te staan? Hoe doe jij dat? 

2. Denk voor jezelf na over dilemma’s waar je de afgelopen tijd voor geplaatst bent. Dit kunnen kleine keuzes geweest zijn, bijvoorbeeld in je werk of vriendengroep. Hoe ben je hiermee omgegaan? Hoe ver buig je mee? Waar blijf jij voor staan? 

Luistertip: No compromise (Daniel) – Peter Furler 

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap