Kerst: tijd van vrede of een tijd van oordeel?

27

nov

Charlotte Molenaar

Komende weken kun je via Zij Lacht meelezen met het leesrooster uit het Book of Common Prayer. Elke adventszondag komt er een blog online over de gedeelten die op het rooster staan. Komende weken lezen we het hele boek Jesaja door. Jesaja is geen makkelijk boek en kan soms erg heftig zijn om te lezen. Toch wordt Jesaja ook de Evangelist van het Oude Testament genoemd, omdat hij de profeet is die het meeste spreekt over de Messias die zal komen. Vandaag lezen we het begin van de profetieën van Jesaja, waarin wordt gesproken over een tijd van oordeel, maar ook van hoop!

Achtergrond

Jesaja leefde tussen het jaar 750 en 700 voor Christus. Dat is een tijd met grote politieke spanningen. Het rijk van Israël was opgesplitst in twee rijken: het noordelijke rijk van Israël en het zuidelijke rijk van Juda.  Het Assyrische rijk was sterk en machtig. Het dreigde het rijk van Israël in te nemen en te onderwerpen aan hun macht. In een poging om stand te houden tegen deze bedreigingen zocht Israël hulp bij andere landen, bijvoorbeeld Egypte.

Jesaja was in deze tijd profeet. Hij sprak de woorden van God in deze tijd. Dat zijn vaak woorden van oordeel. Dat Israël bedreigd werd door Assyrië en uiteindelijk verwoest werd, is een straf omdat ze niet leefden met God en Zijn regels voor wat een goed leven is niet navolgen (Leviticus 11:44). Het begint met een aanklacht tegen het volk. God vertelt hoe het komt dat het volk in deze ellende zit: het is hun eigen schuld.

Aanklacht

Luister, hemel, neem ter ore, aarde! Want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, maar zíj zijn tegen Mij in opstand gekomen.
– Jesaja 1:2 (HSV)

God voert een rechtszaak tegen Zijn volk Israël en Hij roept de hemel en aarde als getuigen.  En wat God gaat zeggen is niet mals. God heeft Zijn volk opgevoed en grootgebracht en wat doet het volk? Als een rebelse puber gaat het volk tegen alles in wat God van hen vraagt. Het volk is nog dommer dan een rund of een ezel, want die herkennen hun meester en hun eigen voederbak, maar Israël herkent niet wie hun God is en laten zich niet meer voeden door God, maar door vreemde goden. Ze hebben de HEERE verlaten (vers 4). Ze zijn zo erg bezig dat ze zelfs vergeleken worden met Sodom en Gomorra, de twee steden die God verwoeste omdat ze zo vol van zonde waren. God is moe van hun schijnvroomheid. Hij walgt van wat het volk doet:

Wat moet Ik met al jullie offers? zegt de HEERE. Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste klaveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil Ik niet. (…) Wie heeft je gevraagd mijn voorhoven plat te lopen? Hou op met die zinloze offergaven. (…) Ik duld ze niet naast al dat wangedrag. (…) Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister Ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.
– Jesaja 11:11-17 (NBV)

God walgt van de offers die het volk brengt, omdat ze het enkel als vorm doen. Het ziet er aan de buitenkant allemaal goed religieus en gelovig uit, maar ze hebben geen liefde voor God en hun naaste. God vraagt geen gedachteloos navolgen van naschriften, maar Hij vraagt oprechte toewijding. Je moet het kwaad vermijden en het goede leren doen. Je kan geen vroom leven leiden en het onrecht in je omgeving zijn gang laten gaan. Geloof en je daden moeten in lijn zijn met elkaar. God is opzoek naar een oprecht hart.

Hoop

Dus, laten we eens kijken wie er nu in zijn recht staat, zegt God. Jullie leven als beesten en dan vinden jullie het gek dat jullie daarvoor gestraft worden? God zij dank dat God het onrecht in deze wereld niet ongestraft laat. Mensen die onrecht begaan worden ter verantwoording geroepen! Al het onrecht dat gedaan wordt in de wereld, zal niet ongemerkt voortgaan. Het onrecht ver weg in Qatar en het onrecht dichtbij in Ter Apel, er zal verantwoording over afgelegd moeten worden.

Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol. Als u gewillig bent en luistert, zult u het goede van het land eten,
– Jesaja 1:18-19 (HSV)

God kan de zonden, de slechte daden van Zijn volk niet meer aanzien en veroordeelt hun daden keihard. En God heeft ook een mening over jouw leven. In vers 18 klinkt echter hoop door, maar die hoop is er alleen als je luistert naar de stem van God. Als je Zijn oordeel over je leven serieus neemt en er iets mee doet. Dit is precies hetzelfde als wat Jezus zegt in Johannes 3:18: Wie in Jezus gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren zoon van God. Gods mening over ons leven, Zijn oordeel, is dat we tekortschieten in ons leven, in onze liefde voor God en de mensen om ons heen.

Vergeving

De enige manier om aan dat oordeel te ontkomen, om er vrij van te worden is door de vergeving die je kunt vinden in Jezus. Onze zonden kunnen weer wit worden als sneeuw, maar dat is alleen mogelijk als we uit de Geest geboren worden (Joh. 3:5). En dan gaan we wandelen in de goede werken die God voor ons bereid heeft (Ef. 2:10). Jezus is de Weg naar het goede leven en in Hem worden we bevrijdt van het oordeel dat God over ons leven heeft. Geloof je dat? Dan ben je bevrijdt.

Aan de slag!

  • Welk onrecht zie jij in je dagelijks leven en aan welk onrecht draag jij misschien bij? Vraag God om vergeving in Jezus.
  • Op welke manier kun jij onrecht tegen aan? Je kan een beetje licht verspreiden in Nederland door deel te namen aan de actie van Zij Lacht voor vrouwen die werken in de seksindustrie in Nederland waar veel uitbuiting plaatsvindt.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap