Keer terug naar het huis van de Pottenbakker

27

feb

Yael Juch

Het woord dat van de Heere is tot Jeremia: Sta op en daal af naar het huis van de pottenbakker. Daar zal Ik u Mijn woorden doen horen. Zo daalde ik af naar het huis van de pottenbakker. En zie, hij was op de draaischijven een werkstuk aan het maken. Mislukte de pot die hij aan het maken was met de klein in de hand van de pottenbakker, dan maakte hij daarvan weer een andere pot, zoals het in de ogen van de pottenbakker goed was om te maken. Toen kwam het woord van de Heere tot mij: Zou ik met u niet kunnen doen zoals deze pottenbakker, huis van Israël? spreekt de Heere. Zie zoals de klei in de hand van de pottenbakker, zo bent u in mijn hand, huis van Israël. (Jeremia 18: 3-6, HSV)

Wij zijn als klei in de hand van de pottenbakker. Hij wil ons vormen. Kom er vandaag achter met welk doel God je vormde en laat je meenemen naar het huis van de pottenbakker. 

Bekeer je! 

Het ene ogenblik doe ik de uitspraak over een volk en over een koninkrijk dat Ik het weg zal rukken, af zal breken en zal doen ondergaan. Bekeert zich dat volk waarover Ik die uitspraak heb gedaan echter van zijn kwaad, dan zal Ik berouw hebben over het kwade dat Ik hen dacht aan te doen.
– Jeremia: 18: 7-8 (HSV)

Jeremia krijgt vervolgens de opdracht om het volk te confronteren met de staat waarin ze verkeren en hen tot bekering te roepen. Dit moet hij doen door een pot op de grond te laten vallen. Het volk is gebroken in de ogen van hun pottenbakker: God. Wanneer Jeremia dit deelt met de priesters, wordt hij voor gek verklaard. Hij wordt geslagen en bespot. De mensen kiezen ervoor zich niet te bekeren.

De pot bepaalt

In Jeremia 21 lees je dat de toenmalige koning Zedekia zijn zoon en priester naar Jeremia stuurt om hem te bidden om een wonder in hun strijd tegen Nebukadrezar. Wanneer ze God nodig hebben, roepen ze hem aan. God roept het volk steeds op (o.a. Jeremia 22:3) om gerechtigheid en recht na te leven. De heersers kiezen er echter voor om niet Gods wil, maar hun eigen wil te doen. En vervolgens vragen ze Hem wel hulp bij hun overwinningen?

Ze zijn als het ware de pot, die de pottenbakker vertelt hoe hij moet vormen. Ze gaan voorbij aan hun kans op herstel door bekering. God wil dat wij erkennen dat wij zijn werk zijn en niet zonder hem kunnen. Hij vraagt ons de leiding uit handen te geven en te vertrouwen op zijn zicht. Hij wil dat wij uitroepen: 

En toch Heere, bent U onze Vader. Wij zijn de klei en U bent de pottenbakker. Wij zijn allemaal gevormd door uw hand. Och, wees niet boos op ons, Heere en herinner U niet eeuwig onze zonden. 
– Jesaja 64: 8-9 (HSV)

De weg terug naar het huis van de pottenbakker

Time is coming – God’s Decree – when I’ll  establish a truly righteous David-branch, a ruler who knows how to rule justly. He’ll make sure of justice and keep people united. In his time Judah will be secure again and Israel will live in safety. This is the name they’ll give him: God-who-puts-everything-right
– Jeremiah 23: 5-6 (MSG)

Gelukkig kwam de tijd waar Jeremia het over heeft in dit vers. Jezus kwam naar de aarde om de creatie van zijn Vader in ere te herstellen. Om zijn recht te verschaffen en tegelijk de straf te dragen van onze zonden. Toch krijgen wij, zijn creaties, wel de keus om te geloven dat Jezus de weg naar het huis van de pottenbakker heeft hersteld. Wanneer wij aangeven dat wij dit geloven, brengt Jezus ons terug naar de draaischijf van God. Waar we door zijn handen gevormd worden. Waar onze genadevolle pottenbakker ons weer heel maakt.

Het doel van wij ‘potten’

Nu zou iemand kunnen vragen: waarom neemt God het mij dan kwalijk als ik niet doe wat Hij wil? Maar hoe zou een mens zo tegen God durven te spreken? Het maaksel zegt toch ook niet tegen de maker: Waarom heeft u mij zo gemaakt? Een pottenbakker mag met een stuk klei doen wat hij wil. Hij maakt er een mooie, kostbare vaas van of een gewone pot. Welnu God wil uiting geven aan zijn toorn en Hij wil laten zien hoe groot zijn kracht is.

Daarom heeft Hij lang geduld gehad met de mensen die straf verdienden en de ondergang tegemoet gingen. Waar het Hem om gaat, is dat zijn buitengewone grootheid gezien wordt door de mensen, met wie Hij het goed voorheeft. Hij heeft hen lang van tevoren aangewezen en nu ook geroepen. Die mensen zijn wij! Niet alleen Israëlieten, maar alle mensen uit alle volken.
– Romeinen 9: 19-24 (HTB)

In de HSV staat in vers 23 dat wij ‘voorwerpen van zijn ontferming’ het doel hebben om de rijkdom van zijn heerlijkheid te vinden. Hij heeft ons gemaakt om zijn glorie te ontvangen. Wij zijn gevormd om zijn grootheid te zien. Wanneer wij ons beseffen hoe allesomvattend groot onze maker is, hoe meer wij ontdekken wie wij zijn. Een door klei gevormde pot is niet veel op zichzelf. De maker van de pot geeft het waarde en een doel.

Wij mogen elke dag God weer danken dat wij zijn maaksel zijn. Daarnaast tot ons doel komen door hem te vragen ons te vormen, zodat wij door genade zijn heerlijkheid kunnen ontvangen, opnieuw en opnieuw. 

Aan de slag!  

Luister dit lied: Potter and friend, Dante Bowe ft. Jesse Cline

Hallelujah to the Potter who came and made me new. Thank you!

Dank God dat Hij jouw maker is. Dank Hem voor zijn genade. Vraag God je te vormen, zodat je tot je doel mag komen. Spreek uit dat je vandaag zijn heerlijkheid wil ontvangen.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap