Als de hemel de aarde bezoekt

28

feb

Ramona Muilwijk

Het was op een zaterdag, een paar dagen voor Mijn verjaardag. De dag ervoor had Ik met mijn Vader overlegd of dat Ik het zou doen. Ik liep al langer met het idee rond, maar de teleurstelling van de vorige keer hield me tegen. Natuurlijk wist Ik wat Ik zou aantreffen, Ik wist het allang. Maar iets in Mij verlangde er zo naar om weer bij hen te zijn. Benieuwd of hun reactie anders zou zijn dan de vorige keer, of ze dit keer ook geïnteresseerd waren in Mij. Benieuwd of dat we misschien tot een gesprek konden komen. Ook al had Mijn vorige bezoek me laten inzien dat ze helemaal niet op Me zaten te wachten, Ik kon Mezelf er gewoon niet bij neerleggen dat het zo was.  

Hoe had het zover kunnen komen? Ze wisten toch wie Ik was? Had Ik hen ooit teleurgesteld? Heb Ik hen ooit pijn gedaan?  En toch… de vorige keer herkenden ze me niet eens, ze hadden geen tijd voor me. Druk met alle aardse dingen. Ik voelde me zo gekwetst, afgewezen, genegeerd… Alle emoties die vrijkwamen… Nee, Ik denk er niet graag aan terug. Ik heb me nog weken naar gevoeld.

En toch… Ik wilde terug. Kijken of het anders zou zijn. Hopend op een verandering. En dus overlegde Ik met mijn Vader en Hij zei dat Ik het gerust opnieuw kon proberen. Ook Hij wist natuurlijk allang wat Ik deze keer zou aantreffen, en wist Ik het eigenlijk zelf ook niet? Maar Ik wilde zó graag, zo graag geloven dat het dit keer écht anders zou zijn.  

Hij kwam bij ons, heel gewoon 

En dus ging Ik vastberaden op pad, hoopvol, verlangend…  

Ik begon in de winkelstraat. Het was een drukte van belang. Ik zag rijen van mensen, 8 kassa’s naast elkaar. Karren die uitpuilden van eten en drinken, de mensen ongeduldig en gestrest. De drukte benauwde me, de sfeer van graaien, snel liep Ik naar buiten. Geconfronteerd met wat Ik zag. Terwijl Ik gisteren, toen Ik thuis was, nog zag hoe er mensen waren die omkwamen van de honger, was het hier alsof men geen rem had, onbehouwen, bang voor…? Voor wat eigenlijk? Iets te moeten missen? 

Een andere winkel dan maar. Kleding dit keer. Overal bordjes met “SALE” en mensen met overvolle armen met diverse kledingstukken, alsof ze geen kleding in hun kast hadden hangen. Ik wist wel beter. De aanblik van ook hier het graaien van mensen bedroefde Mij, te zien dat er hier mensen zijn die gemiddeld minimaal 10 stelletjes in hun kast hebben hangen, terwijl Ik gisteren, toen Ik thuis was, nog zag hoe er mensen waren die omkwamen van de kou. Amper kleding om hun lijf, bevuild en kapot. Maar hier, het was alsof men geen rem had, onbehouwen, bang voor…? Voor wat eigenlijk? Een mode te moeten missen? 

Is er iemand die Mij nog zoekt? 

De eenzaamheid overviel me. Wat een leegte drijft deze mensen. Honderden mensen op zoek naar geluk. Honderden mensen die hun leegte opvullen met… het kopen van spullen? Ik kan het niet meer aan. Weg hier, weg van de winkels, weg uit de drukte. Ik loop een zijstraatje in, loop nog wat rechtdoor, sla aan het einde van de weg rechtsaf en stop voor een sportschool. Met verbazing sta Ik een tijdje voor de ramen te kijken en zie het schouwspel aan. Tientallen mensen hangen in apparaten, allemaal met een bezweet voorhoofd en met maar één focus: hun lichaam.  

Ik hoor de een tegen de ander zeggen: ‘Ja, ik moet deze week goed aan de bak. Afgelopen weekend veel te veel gegeten.’ Waarop de ander reageert: ‘Ja herkenbaar, ik ben deze week elke dag hier geweest. De laatste kilo’s zijn hardnekkig. Ik wil er echt nog 3 kilo af, dan is er in totaal 15 kilo af.’ 
Men is eerst druk met eten, waarna ze vervolgens druk zijn met alle overtollige kilo’s kwijt te raken, en voor beide word er veel geld neergelegd.

En de aarde is woest, en vol leegte. 

Terwijl Ik gisteren, toen Ik thuis was, nog zag hoe er mensen waren die omkwamen omdat ze geen geld meer hadden om eten te kopen, complete gezinnen, vaders/moeders/kinderen/baby’s die de dood vonden, vanwege het gebrek aan geld… Ik kan het niet langer aanzien, weg hier, weg van deze plaats. Geld is er genoeg op aarde, maar hoe wordt het verdeeld, o Vader… 

Ik wandel met stevige stappen door. Tranen wellen omhoog. Wat is het leven oneerlijk, wat zijn de mensen oneerlijk, wat is er een leegte, wat is er een verdriet. Ik kan er niet bij… waarom is alles zo oneerlijk verdeeld? Na een tijdje sta Ik stil. Voor mijn ogen zie Ik een kringloopwinkel. Spullen spullen en nog eens spullen. Een mooi initiatief, maar waarom moest dit alles weg? Waarom moest het überhaupt gekocht? Waarom snap Ik de mens niet? Wat is er goed aan deze winkel, hij zou er toch helemaal niet moeten zijn? Wat een onvrede… weer wisselen van stijl, weer een miskoop, weer… Vader, waarom? Ik wil naar huis… 

Thuis

Thuisgekomen vraag Ik aan Vader: ‘Papa, is het al zover? Is het al tijd dat Ik terug mag gaan om alles goed te maken? Is het al tijd om het recht te laten zegevieren, om tranen uit de ogen te wissen, om te zorgen voor een eerlijke verdeling, om diegenen die rouw dragen en jammeren te verlossen?’ 

‘Nee, mijn Zoon’, antwoordt mijn Vader. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen, er is nog genade voor een ieder die wil horen en voor een ieder die wil zien. Het loopt mij nog niet uit de hand, hoe oneerlijk sommige dingen ook zijn. Door hoeveel mensen we ook worden vergeten. Ik heb het beloofd aan de mens. Nooit meer zal Ik komen met vergelding. Tot aan die ene grote dag en tot die tijd gekomen is, mijn Zoon. Genade. Genade, zo oneindig groot.’ 

Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt.
– Matteüs 24: 36-39 (NBV) 

Aan de slag! 

Vader God almachtig, wij komen tot U om te vragen om vergeving.
Heer, vergeef ons, voor de keren dat wij niet goed omgingen met uw geld. Dat wij de leegte die in ons hart is zo vaak opvullen met dingen die ons hart nooit kunnen vullen.
Heer, vergeef ons, dat geld uitgeven aan een goed doel soms zo veel van ons vraagt maar als wij aan het winkelen zijn…
Vader, vergeef ons, dat ook wij soms alleen maar investeren in onszelf, in plaats van in hen die het ècht nodig hebben.
Heer, vergeef ons, dat ook wij christenen, vaak net zoals de wereld, vooral gericht zijn op aardse dingen.
Heer, vergeef ons. Maak ons een volk Heer, heilig en rein, dat U steeds volkomen toegewijd zal zijn. 
Amen.

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Dankjewel Ramona!

  2. Elly schreef:

    Mooi geschreven. Dank.

  3. Maaike schreef:

    Wauw, mooi verwoord allemaal! Confronterend.

  4. Hannie schreef:

    Tjonge Ramon!

    Je weet waar ik nu woon…
    Sinds dit Afrikaanse eiland, is (ik dacht gek genoeg) mijn verlangen naar de hemelse toekomst zó toegenomen. Niet uit onvrede omdat wij nu heel anders leven maar vanuit??? En dat snapte ik nog niet zo. Nu je over het thuis van Hem spreekt valt er heel duidelijk een Escudo… Ik ben gewoon al een beetje meer thuis ♡

  5. Jasmijn schreef:

    Deze tekst is zo raak!heeft mijn hart beroert…
    Bedankt!

  6. Jannette schreef:

    😪 zo waar…
    Heer leer ons recht te doen
    Leer ons delen

  7. Mariska schreef:

    Voordat ik deze overdenking had gelezen had ik een gesprek met mijn jongste dochter hierover. Wat een bevestiging weer.
    Zo mooi.
    Dank je wel.

  8. aline cornelisse schreef:

    Wauw, wat mooi geschreven.
    Dankjewel daarvoor

  9. E Vink schreef:

    Confronterend, en zo waar! Dankjewel hier voor.

  10. Juliette schreef:

    Ik zocht deze blog terug omdat ik er regelmatig aan moest denken in de tijd waarin we nu leven , alles stil gezet door de corona crisis. God geeft ons nog genade, voor hoelang ? Bedankt voor deze prachtige blog!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap