Jouw schuld! Eva’s verhaal

06

apr

Corline Hoefnagel

Hij komt, ik tril, ik hoor zijn voeten lopen. Normaal gesproken danst Hij in de namiddag. Nu loopt Hij moeizaam. De vogels zwijgen en de bloemen huilen. Wanhopig kijk ik om me heen. Ik wou dat ik kon vluchten, dat ik Hem niet onder ogen hoefde te komen. Maar ik zie geen uitweg, ik zie alleen die vreselijke vrucht die een paar meter van me vandaan op de grond ligt. Die vreselijk verrukkelijke vrucht, waarvan ik de smaak nog in mijn mond proef. Ik heb hem op de grond gegooid, want ik schrok zo, nadat…

nadat de sappen van de vrucht mijn lichaam binnendrongen.
nadat de slang zo akelig begon te lachen.
nadat mijn ogen Adams naaktheid zagen.

Van schaamte verstoppen we ons. Adam zit naast me. We houden ons stil, want Hij komt eraan. En Hij wil ons vast nooit meer zien.

Maar luister! Hij roept! “Adam, waar ben je?”

“Adam”, fluister ik bang, “Hij zoekt ons.”

Langzaam komen we tevoorschijn. Ik tril nog meer, kan bijna niet meer op mijn benen staan. Adam neemt het woord: “Ik hoorde U en ik was bang, want Ik ben naakt. Daarom verborg ik me.”

Huh? Dit is niet waar, Adam! We verborgen ons, omdat we aten van die vrucht…

“Wie heeft je verteld dat je naakt bent?”

Zie je wel… We vallen door de mand.

“Heb je soms van die boom gegeten?”

Nu moeten we het zeggen.

“De vrouw die U mij gaf, die heeft me van die boom gegeven…”

Adam? Waarom doe je nou zo? Ook al weet ik diep van binnen dat hij wel gelijk heeft, ik kijk hem verward aan. Hij doet zo anders dan voorheen. Zonder blikken of blozen verdraait hij de waarheid. Hij lijkt ineens zo’n… Hoe zeg je dat…?

Zo’n chattaat. Zo’n awoon. Die woorden suizen ineens door mijn hoofd.
Chatta. Je doel missen. Verkeerd doen tegen God.
Awon. Verkeerd zijn.
Hij lijkt opeens zo’n… zondaar.

Ik schrik van die nieuwe woorden in mijn hoofd. Hij heeft ons die woorden nooit geleerd.

De Stem richt zich tot mij: “Wat heb je gedaan?”

Ik kijk hulpeloos naar Adam, maar die ontwijkt mijn blik. Dan zie ik achter Adam de slang opdoemen. Snel wijs ik naar hem. “Hij”, zeg ik, “Die slang heeft mij bedrogen.”

Hé, wat doe je nou? Jij bent toch de schuldige? Jij nam toch die eerste hap? Nu ben je het zelf ook… Een chattaat. Een awoon. Een zondaar.

Ik buig mijn hoofd. Ik heb het fout gedaan.

Het was niet de slang – het waren mijn oren die naar hem luisterden.
Het was niet de slang – het waren mijn handen die plukten.
Het was niet de slang – het was mijn mond die at.

Mijn antwoord.
Mijn schuld.

De Stem spreekt opnieuw, feller dan voorheen. “Omdat je dit deed, ben je vervloekt.” Weer een nieuw woord. Gruwelijker bijna dan die andere woorden. Vervloekt.

Ja, dat ben je. Het is jouw schuld. Jouw schuld.

“Je bent vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld!”

Wacht! Hij heeft het niet tegen mij! Hoe kan dat? Wat gebeurt er? Ik luister met verwarring in mijn hart.

“Op je buik zal je gaan. Het stof zal je eten, al de dagen van je leven.”

Dit gaat over de slang…

“En Ik zal vijandschap brengen tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en haar nageslacht.”

Mijn hoofd tolt. Wat zegt Hij nu? Vijandschap tussen mij en de slang? En…, nageslacht? Is het dan toch niet afgelopen voor me?

“Haar nageslacht zal jou de kop vermorzelen. En jij zal het de hiel vermorzelen.”

Mijn mond valt open als ik besef wat deze zin betekent. De kop van de slang vermorzelen, dat kan geen mens meer. Dat kan alleen Hijzelf.

Hij richt zich tot mij. Nu komt het. Nu komt het toch. Hij zal nu zeggen: ‘Maar: het is uiteindelijk jouw schuld.’

“Ik zal je zwangerschappen moeilijk maken. Met pijn zal je kinderen baren. Naar je man zal je begeerte uitgaan, maar hij zal over je heersen.”

Ik schud mijn hoofd. Heb ik het goed gehoord? Dat Hij niet zei:
– het is jouw schuld;
– je bent vervloekt;
– Ik wil nooit meer met je omgaan.

Hij zegt: zwangerschap.
Hij zegt: kinderen.
Hij zegt: nageslacht. Nee, nog sterker, Ik zal je nageslacht zijn. Dichterbij dan dichtbij zal Ik tot je naderen.

Ik huil als Hij even later mijn naaktheid toedekt. Ik snap niet waarom Hij me in leven houdt. Waarom Hij mij geen vervloekte noemt. Waarom Hij me nageslacht beloofd heeft. Ik huil omdat ik Hem zo graag wil bedanken. Maar hoe?

Als ik me die avond op de woeste, wijde aardbodem neerleg, ver buiten de Tuin, vraag ik het Hem – heel voorzichtig. “Waarom?” fluister ik. “Waarom zei U niet: Het is jouw schuld? Ik heb toch de eerste hap genomen? Ik ben toch een chattaat? Een doelmisser? Ik ben toch awon? Vol verkeerdheid?

Stilte.

Er ruisen andere nieuwe woorden door mijn hoofd. Mooie woorden deze keer, dat hoor ik aan hun klank: “Chawa. Dat ben je nu. Moeder van de levenden. Want Ik geef je cheen. Genade.”

Ik spel het woord. Letter voor letter. G-e-n-a-d-e.

Ik adem. Ik leef.

6000 jaar later

Hij komt eraan, ik hoor zijn voeten lopen. Van schaamte schrompel ik ineen. Wéér heb ik van die boom gegeten. Wéér heb ik gezondigd. Mijn hart verlangde. Mijn handen plukten. En mijn mond at al voordat ik mezelf beheersen kon. Schuld kruipt in mijn huid.

Straks zal Hij vast dat vreselijke woord over mij uitspreken: vervloekte.

Mijn lichaam trilt, ik knijp mijn ogen dicht.Ik wacht. Wacht op zijn oordeel.

Maar… het blijft stil. En dan, heel zacht, een fluistering: “Waar ben je?”

Iemand legt Zijn hand op mijn schouder. “Sta op, dochter van Eva. Want het is goed. Het is volbracht.”

Ik kijk omhoog. Tranen rollen uit mijn ogen.

Ik adem. Ik leef.

Aan de slag!

  • Waarin lijk jij op Eva?
  • Luistertip! Klik hier voor Nederlandse ondertiteling. (En vul voor Adams naam gerust die van Eva in… of die van jou. Want Adam betekent ten diepste gewoon ‘mens’.)
  • Dank God voor zijn genade. Dat Hij ons opzoekt, telkens weer.

Deze blog is geschreven naar aanleiding van Genesis 3.

Deel deze overdenking

  1. Elise schreef:

    Wauw! Heel mooi geschreven!♡

  2. Francine schreef:

    Prachtig!

  3. Mandy schreef:

    Wauw, wat prachtig geschreven, Corline!

  4. Alien schreef:

    Prachtig! Die kwam wel binnen…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap