Jij hebt Mij bedrogen en overspel gepleegd!

21

feb

Hadassa

‘Een vrouw komt na een lange dag werken thuis. Daar vindt ze haar man in bed met een andere vrouw. Je kunt je voorstellen dat het ontploft in haar hoofd. Wat moet ze doen? Tegelijkertijd zitten ze nog in een patroon. Ze wonen nog in hetzelfde huis. Er moet nog gewoon gekookt en gewerkt worden. De eerste paar dagen zitten ze aan tafel zonder elkaar aan te kijken en slaapt de man op de bank. Zo sukkelt het door. Totdat de man op een dag de trouwring van zijn vrouw op de vensterbank ziet liggen. Daar liggen al hun herinneringen, hun verleden en hun liefde. Daar ligt alles wat ze samen hebben gedeeld. Daar ligt ook hun toekomst. Dan beseft de man pas wat hij heeft gedaan.’

Dit is het beeld dat Reinier Sonneveld gebruikt om het evangelie uit te leggen. Pijnlijk. Dat is het enige woord dat bij mij opkomt. Wat een pijnlijke situatie. Wat pijnlijk hard. Pijnlijk helder. Pijnlijk waar. Want jij en ik zijn die man. Wij zijn de man die betrapt wordt met een andere vrouw in bed. De man die overspel pleegt. En de vrouw? Dat is God. Hij wordt door ons bedrogen.

Lekkere binnenkomer, denk je misschien. Waarom moet hij dit beeld gebruiken om zijn punt te maken? Kan hij niet wat anders bedenken? De profeet Hosea gebruikt in de bijbel precies hetzelfde beeld, maar dan andersom. Hosea moet trouwen met een hoer, om zo de boodschap van God aan zijn volk over te brengen:

De Heer zegt: “Hosea, beschuldig je land. Beschuldig Israël. Zoals de moeder van Jizreël, Lo-Ammi en Lo-Ruchama ontrouw is aan jou, zo is Israël, mijn vrouw, ontrouw aan Mij. Israël is niet langer mijn vrouw. Ik ben niet langer haar Man. Laat ze stoppen met zich als een hoer te gedragen.
(Hosea 2:1, BasisBijbel)

God beschuldigt Zijn volk Israël: Jullie gedragen je als hoer. Jullie plegen overspel door andere afgoden te dienen. Door Mij de rug toe te keren en Mij niet te zoeken. Door zomaar je eigen gang te gaan. Het verbond dat het volk met God heeft gesloten, hebben ze verbroken. Zoals een huwelijk door overspel wordt verbroken. Ze zijn niet langer meer Gods vrouw en Hij niet langer meer hun Man. Want op deze manier kunnen ze niet langer Gods volk blijven. Op deze manier wil Hij niet met hen verder gaan.

Het zijn verschrikkelijke woorden die Hosea moet overbrengen. Maar hij is niet de enige die dit moet doen. Ook in het Nieuwe Testament wordt deze boodschap aan de christenen verkondigd. Jakobus noemt hen in zijn brief ‘overspeligen’ en zegt tegen hen:

Jullie zijn ontrouw aan God! Weten jullie niet, dat je geen vriend kan zijn van de wereld én van God? Als je dus een vriend van de wereld wil zijn, ben je vanzelf een vijand van God. Of denken jullie dat de Boeken zómaar zeggen: “De geest die Hij aan de mens heeft gegeven, wil Hij helemaal voor Zich alleen.”
(Jak 4:4-5, BasisBijbel)

Jakobus zegt niet zomaar iets. Zijn woorden zijn zwart-wit en heftig. Ze lijken ver van ons af te staan. Zo gaan wij toch helemaal niet met God om? Wij kennen God toch en willen voor Hem leven? We willen toch helemaal niet ontrouw zijn aan God? Wij plegen toch geen overspel? Toch hebben Hosea en Jakobus het niet tegen mensen die God niet kennen. Ze hebben het juist tegen mensen die Hem wel kennen! De boodschap is duidelijk: als we ons inlaten met de wereld, als we onze knieën buigen voor iets anders dan God of als we onze eigen wegen kiezen, dan plegen we overspel. Dan zijn we ontrouw aan God.

Zowel Hosea als Jakobus maken ons bewust van onze ontrouw aan God. Ze wijzen ons erop hoe makkelijk we onze eigen gang gaan. Hoe makkelijk we afgeleid en afgedwaald zijn. Hoe eenvoudig het is om ontrouw te zijn aan God. Ze zijn scherp en doen niks aan hun boodschap af. Hoe ongemakkelijk hun boodschap ook is. Hoe hard hun woorden ook klinken.

Maar waarom leggen ze hier zoveel nadruk op? Waarom moeten we bij onze zonden stilstaan? We leven nu toch met Christus? Onze zonden zijn toch vergeven? Moeten we niet juist daar stil bij staan?

Het antwoord op deze vraag is dat we niet anders kunnen. Dat we wel bewust van onze ontrouw moeten zijn. Anders kunnen we het antwoord van God op het overspel van mensen niet écht begrijpen:

Israël, je zal mijn bruid worden, voor eeuwig. Ik zal jou tot mijn bruid maken omdat Ik eerlijk, trouw, liefdevol en vriendelijk ben. Ik zal jou opnieuw tot mijn bruid maken door je te laten zien dat Ik trouw ben. Je zal Mij werkelijk leren kennen.
(Hosea 2:18-19, BasisBijbel, andere vertalingen 2:21-22)

God maakt Israël weer tot zijn vrouw. Hij sluit opnieuw een verbond met hen. De betekenis daarvan kunnen we alleen beseffen, als we ook de ontrouw van deze mensen erkennen. Dan blijkt Gods trouw aan zijn volk nog meer. Dan worden Gods woorden nog dieper, waardevoller en liefdevoller.

Zo is het ook bij ons. We moeten ons bewust zijn van onze zonden. We kunnen niet over onze ontrouw heen walsen. Alleen als we dat onder ogen komen, kunnen we pas echt zien wat genade is. Alleen dan kunnen we Gods redding pas echt op waarde leren schatten. Alleen dan beginnen we het evangelie pas echt te begrijpen.

Aan de slag!

Ben je benieuwd hoe het afloopt met het verhaal van de man en de vrouw van de intro? Luister hier naar Reinier Sonneveld Het evangelie in 3 minuten.

In Hosea 6 zingt Israël een boetelied. Het is een antwoord op Gods beschuldiging en een lied om terug te keren naar God. Bid het gedeelte met Israël mee en denk na over de volgende vragen:

-Waarin zou jij terug moeten keren naar God?

-Wat betekent Gods genade voor jou?

‘Kom, laten we weer naar de Heer teruggaan! Hij heeft ons volk wel verscheurd, maar Hij zal ons ook weer heel maken. Hij heeft ons wel geslagen, maar Hij zal onze wonden ook weer verbinden. Over twee dagen zal Hij ons nieuw leven geven. Op de derde dag zal Hij ons weer doen opstaan. Dan zullen we dicht bij Hem mogen leven. Ja, dan zullen we de Heer kennen. Dan zullen we ons uiterste best doen om Hem werkelijk te kennen. Hij zal komen en zijn licht zal op ons gaan schijnen. Dat is net zo zeker als dat morgen de zon weer opkomt. Hij zal eerst komen als een verwoestende stortregen. Maar daarna ook als de zachte regens die in de lente en de herfst het land vochtig maken.’ ”
(Hosea 6:1-3)

Deel deze overdenking

  1. Liza schreef:

    Wauw, prachtig Hadassa!

  2. Elly schreef:

    Pachtig, spijker ol zijn/haar kop!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap