Jezus heeft geen woorden nodig

12

sep

Suzanne Verschoor

In Markus volgt het ene op het andere wonder. Eergisteren lazen we over de opwekking van het dochtertje van Jaïrus en de genezing van de bloedvloeiende vrouw. Gisteren lazen we dat Jezus vijfduizend mannen te eten gaf met vijf broden en twee vissen. En vandaag lezen we het vervolg van deze dag, wanneer Jezus en Zijn discipelen de menigte verlaten. Jezus stuurt de discipelen vooruit, het water op, en voegt Zich later op bijzondere wijze bij hen. Opnieuw laat Hij door een wonder, zonder woorden, zien wie Hij is.

Het volledige bijbelgedeelte voor vandaag is Markus 6:45-56.

Jezus loopt op de zee

En toen het avond was geworden, was het schip midden op de zee en Hijzelf was alleen op het land. Hij zag dat zij veel moeite moesten doen om het schip vooruit te krijgen, want zij hadden de wind tegen; en omstreeks de vierde nachtwake kwam Hij, lopend op de zee, naar hen toe en wilde hun voorbijgaan.
En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. Hij klom bij hen in het schip en de wind ging liggen; en zij waren innerlijk volkomen buiten zichzelf en zij verwonderden zich, want zij hadden bij het wonder van de broden niets begrepen, omdat hun hart verhard was.
– Markus 6:47-52 (HSV)

Wonder na wonder

De titel van dit bijbelgedeelte uit Markus omvat niet alles wat er gebeurt. In dit korte gedeelte worden meerdere grote wonderen genoemd. Als je zorgvuldig leest, is het eigenlijk een aaneenschakeling van wonderen, waar Markus op hoge snelheid doorheen gaat. Maar dit doet hij niet omdat het niet belangrijk is. Hij wil graag zo veel mogelijk, zo duidelijk mogelijk vertellen. Hij houdt het bij de hoofdpunten. De wonderen in dit gedeelte volgen op het wonder van de vijf broden en twee vissen.

Jezus loopt op het water en bedaart de storm

Tot en met vers 52 gaat het over het wonder dat Jezus op het water loopt. Hij stuurt eerst de menigte weg. Het was tijd voor hen om naar huis te gaan. Hij stuurt Zijn discipelen alvast per boot vooruit, richting hun volgende bestemming. Na afscheid te hebben genomen van de discipelen, klimt Hij de berg op en praat met Zijn Vader. Vervolgens staat er dat Hij zag dat de discipelen het vreselijk moeilijk hadden met de harde tegenwind: ze hadden te maken met een zware storm.

Jezus heeft geen röntgenogen, zoals in een actiefilm, waarmee Hij hen helemaal midden op dat meer van Galilea kan zien. Hij en God zijn Dezelfde, dus het was een goddelijke manier van zien: Hij wíst waar ze in verkeerden. 

Tussen drie en zes uur in de morgen, de vierde nachtwake, liep Hij over het water langs hen. De discipelen schrokken zich kapot. Probeer je maar eens in te beelden hoe dat er in het schemerdonker, tussen de golven heeft uitgezien. Je kunt je vast voorstellen hoe angstaanjagend het in eerste instantie was. Maar Jezus laat ze niet lang in die angst zitten. In vers 50 wordt het woordje ‘meteen’ benadrukt: direct troost Hij hen. Hij laat ze niet onnodig in angst zitten. Hun angst slaat dan ook snel om in onbeschrijflijke verwondering.

Vervolgens stapt Jezus in de boot en gaat de storm direct liggen. Deze wonderen komen nu pas binnen bij de discipelen, ondanks dat Jezus de dag ervoor nog het wonder met de broden heeft gedaan!

Jezus geneest

Nadat ze aan land zijn gegaan, gaan de wonderen verder. Overal waar Hij komt, geneest Jezus zieke mensen. Zijn reputatie gaat Hem vooruit. Overal waar Hij komt, verzamelen de mensen hun zieken en smeken zij Hem om genezing. En Jezus geneest. Hij is er voor alle mensen die er slecht aan toe zijn.

Jezus heeft geen woorden nodig

In dit korte verslag van zo veel wonderen, is er iets wat mij opvalt: Jezus heeft geen woorden nodig. Jezus stapt het water op, zonder dat Hij het water beveelt om Hem te dragen. Jezus laat de wind stilzwijgen op het moment dat Hij in de boot stapt, zonder dat tegen de wind te zeggen. Zieken worden genezen door het aanraken van Jezus’ bovenkleed. Zijn nabijheid, Zijn goddelijkheid is genoeg.

De wonderen die Jezus deed hadden nog een doel: Hij wilde dat de discipelen Hem leerden kennen als meer dan hun Rabbi, hun Leermeester. Hij laat hiermee iets heel belangrijks zien: Jezus is God-zelf!

Hij is zo groot, zo sterk en zo machtig! Geloof jij dat ook?

Aan de slag!

De discipelen zagen wonder na wonder gebeuren. Denk eens na over de volgende vraag: zal het moeilijker zijn om in Jezus te geloven, als de onvoorstelbare wonderen direct onder je neus plaatsvinden?

Deze maand lezen we samen het Evangelie van Markus. Heb je een overdenking gemist? Je leest hem terug in het overzicht van de Themamaand: Markus.

Deel deze overdenking

  1. Pieternella schreef:

    Jammer van de woorden: dat de discipelen zich KAPOT schrokken.
    Volgens mij staat dat niet in Gods Woord.
    En kon er een ander woord voor gebruikt worden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap