Goud, wierook en mirre. Bij deze woorden denken we al snel aan de wijzen uit het Oosten. Toen zij de ster in het Oosten zagen, wisten ze al snel dat dit te maken had met een bijzondere gebeurtenis. Deze ster zou hen leiden naar de Koning der Joden. Ze pakten hun spullen bij elkaar, vulden hun schatkist met luxe geschenken en vertrokken richting Jeruzalem.
// Leestip: Mattheüs 2:9-12 //
Als de wijzen in Jeruzalem aankomen, vragen ze gelijk waar ze de Koning der Joden kunnen vinden. Ze vragen niet óf er een koning is geboren, alleen waar hij zich bevindt. Vervolgens gebeurt er wat merkwaardigs: Herodes hoort het nieuws van de wijzen en raakt volledig in de war. Hij beseft goed dat hij met de geboorte van dit kind een concurrent erbij heeft. De inwoners van Jeruzalem zijn net zo in de war, maar om een andere reden. Herodes heeft, om zijn plaats op de troon te behouden, meerdere zonen om laten brengen. Het leven van dit pasgeboren kind is dus in gevaar.
Alle vooraanstaande Schriftgeleerden en priesters worden erbij geroepen. Herodes moet weten waar deze ‘Christus’ geboren zou worden. De conclusie is als volgt: in Bethlehem, in Judea.
Herodes roept de wijzen in het geheim bij zich en geeft hen een dubbele opdracht: ze moeten nauwkeurig onderzoeken waar het kind zich bevindt, en vervolgens bij hem terugkomen om verslag te doen. Herodes voegt eraan toe:
‘Want dan ga ik ook naar Hem toe om Hem te eren en Hem geschenken te brengen’ (BasisBijbel).
De wijzen vervolgen hun reis naar Bethlehem totdat de ster boven een huis tot stilstand komt. Ze zijn blij dat ze nu eindelijk de Koning kunnen ontmoeten. Als ze het huis binnenkomen, vallen ze voor Maria en Jezus neer, en openen hun schatkist. Ze onthalen het Kind met dure cadeaus: goud, wierook en mirre. Het huldigen van een koning met luxe geschenken was een Oosterse gewoonte. Zo bijzonder was dus de geboorte van deze Koning.
Dit mooie verhaal kent ook een schaduwkant. De wijzen uit het Oosten krijgen een boodschap van God om niet terug te gaan naar Herodes. Als Herodes daarachter komt, wordt hij woest en laat alle kinderen onder de twee jaar doden. Zijn belofte om deze Koning te eren en geschenken te brengen, bleek een valstrik. Jozef en Maria ontsnappen hieraan door met Jezus naar Egypte te vluchten.
Aan de slag!
Lees Mattheüs 2: 1-12. Probeer je in te denken hoe het voor de wijzen uit het Oosten geweest moet zijn om de Koning der Joden te ontmoeten. Ze hadden er een lange reis voor over. Welke plek neemt deze Koning in in jouw leven? Heeft Hij een vooraanstaande positie?