‘Onderschat de kracht van het gebed niet.’ Het werd pas tegen mij gezegd. En het leek voor mij ergens zo gemakkelijk – tuurlijk bid ik. Maar ’s avonds toen ik thuiskwam en wilde beginnen met bidden bedacht ik mij, doe ik dit niet veel te vaak omdat het hoort? Ken ik werkelijk de kracht van […]
‘Onderschat de kracht van het gebed niet.’ Het werd pas tegen mij gezegd. En het leek voor mij ergens zo gemakkelijk – tuurlijk bid ik. Maar ’s avonds toen ik thuiskwam en wilde beginnen met bidden bedacht ik mij, doe ik dit niet veel te vaak omdat het hoort? Ken ik werkelijk de kracht van gebed? Weet ik met wie ik praat? Weet ik, dat ik te maken heb met de allerhoogste God, met mijn Redder, met mijn Heiland? En besef ik dat Hij verlangt dat ik mijn hart uitstort bij Hem?
Ik moest denken aan Hanna, je kent haar misschien wel. Ik heb het over Hanna uit de Bijbel. Hanna droeg een verdriet met haar mee, ze kon geen kinderen krijgen. Haar man Elkana had haar lief, maar thuis werd ze vooral getreiterd door de andere vrouw van haar man: Peninna. Zíj kon wel kinderen krijgen. En toen op een dag Hanna weer moest huilen, ging ze naar de tempel om daar te bidden.
Na de maaltijd stond Hanna op en ging naar het heiligdom van de Heere, waar de priester Eli op een bankje bij de ingang zat. Diep bedroef bad Hanna tot de Heere. In tranen legde ze een gelofte af. ‘Heer van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan u; nooit zal zijn haar worden afgeschoren. Terwijl Hanna zo lang band, keek Eli opmerkzaam naar haar mond. Ze bad namelijk in stilte: haar lippen bewogen wel, maar haar stem was niet te horen. Daarom dacht Eli dat ze dronken was. Hij sprak haar aan en vroeg: ‘Gaat dit nog lang zo duren? Als u dronken bent, ga dan uw roes uitslapen!’ ‘U vergist u, heer’ antwoordde Hanna. Ik heb geen wijn of andere drank gedronken. Nee, ik ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de Heere.’ – 1 Samuel 1: 9-15 (NBV)
Ik wil in deze overdenking op de laatste woorden van dit bijbelgedeelte focussen. Hanna ging naar de tempel en kwam daar om te bidden. Het staat er nog krachtiger: ze stortte haar hart uit bij de Heere. Al haar tranen, al haar verlangens, ze legt het voor haar God neer. Ze weet en beseft: bij God moet ik zijn.
Hoe zit dat bij ons? Waar gaan wij heen met ons verdriet, met onze pijn, met onze verlangens? Ik hoop van harte dat je mensen om je heen hebt waar je weleens uit kan huilen. Soms is dat namelijk ook goed; even je emoties de vrije loop laten. Maar, ik hoop daarbij dat je je ook op tijden een ‘Hanna’ voelt. Dat je je hart uitstort voor je God.
Pas zei ik tegen iemand: ‘Het enige wat ik kan doen, is bidden.’ Waar diegene op antwoordde: ‘Niet het enige, juist daar begint het, op de knieën.’ En dat is het, lieve vrouw. We willen vaak zo veel goed doen, en begrijp me goed, ik doe daar net zo hard aan mee. Maar, zullen we alsjeblieft beginnen op de knieën? Hanna, ze stortte haar hart uit voor het aangezicht van de Heere. Want ze wist, met al mijn vragen, met mijn verlangens en mijn hoop, moet ik komen bij Diegene van wie ik mijn heil en enig geluk moet verwachten. Hanna begon op de knieën. Hanna bad. En wij?
Stort voor Hem uit je hele hart, God is een toevlucht ‘t allen tijde, zingt Psalm 62. Doe je mee? Elke dag opnieuw. Ik hoop en bid dat bidden geen betekenisloze gewoonte voor je is geworden. Maar dat je echt je heil en hoogst geluk zoekt bij God en dat je daarmee begint door op de knieën te gaan. Door je hart uit te storten voor Hem. Met alles wat daarin leeft.
Aan de slag!
Een tijdje geleden heb ik er voor mijzelf een gewoonte van gemaakt om eens in de zoveel tijd een brief te schrijven. Een brief aan God, maar eigenlijk is dat één lang gebed. In de brief stort ik mijn hart uit voor de Heere, vertel ik Hem alles wat mij bezighoudt, vertel ik Hem mijn verlangens, mijn angsten en mijn hoop. Ik zou je ertoe willen oproepen om binnenkort ook eens een keer een brief te schrijven aan God, om zo je hele hart voor hem uit te storten.
2 reacties op “Je hart uitstorten bij God – het gebed van Hanna”
Heel mooi!
Het hoeft geen mooi gebed te zijn. Je hart uitstorten bij God is echt alles bij Hem neerleggen. Al je vragen en lastige gevoelens, boosheid en pijn en verdriet. God schrikt er niet van.
We zijn Zijn geliefde kind!
In onze besloten Facebookgroep met meer dan tweeduizend leden kun je je aansluiten bij een Zij Lacht (bijbelstudie)groep, of je kunt er zelf een starten!
2 reacties op “Je hart uitstorten bij God – het gebed van Hanna”
Dankjewel Anne-Saar! Mooi daar kan ik wat mee!
Heel mooi!
Het hoeft geen mooi gebed te zijn. Je hart uitstorten bij God is echt alles bij Hem neerleggen. Al je vragen en lastige gevoelens, boosheid en pijn en verdriet. God schrikt er niet van.
We zijn Zijn geliefde kind!
Dankjewel! Heel mooi.