‘Ik kan niet slapen!’ – David gaat naar God

10

nov

Vivian Straver

Regendruppels tikken rustgevend tegen het dunne glas van het raam boven mijn hoofd. De wind suist om het huis heen, en een enkele auto bromt in de verte voorbij. Bij het horen van deze geluiden in de avond of dieper in de nacht, lukt het me om vredig in slaap te komen. Maar naast die momenten van vredig inslapen, zijn er ook genoeg momenten waarop ik ’s nachts wakker lig. Mijn gedachten schieten alle kanten op en de frustratie over het feit dat ik wakker lig op het moment dat ik behoor te slapen, wordt alleen maar groter. Ik hoop en denk dat ik hier niet alleen in ben – herken je deze situatie? In Psalm 4 bezingt David zijn slapeloosheid en hij brengt zijn zorgen naar God toe.  

Op het moment dat David Psalm 4 heeft geschreven, verkeert hij in grote wanhoop. Zijn zoon, Absalom, was tegen zijn vader in opstand gekomen – en niet op een manier waarop een puberzoon dat tegen zijn ouder kan doen, maar Absalom had een groot deel van de volgelingen van koning David overtuigd zich bij hem te voegen, met het argument dat God zich van David had afgekeerd. David zag in dat hij het vertrouwen van zijn volk aan het verliezen was, en dat er een flinke burgeroorlog op komst was. Meer dan begrijpelijk dat David zich zorgen maakt en hiervan ’s nachts wakker ligt! 

Aan het begin van Psalm 4 roept David God aan. David is zich bewust van het feit dat God naar hem luistert, en dat Hij zijn gebeden verhoort. Hierin mogen we van David leren dat we op God kunnen vertrouwen – als we bidden tot God, dan zal Hij onze stortvloed aan woorden aanhoren.  

Een psalm van David, voor de koorleider, bij snarenspel. Als ik roep, verhoor mij, o God van mijn gerechtigheid. In de benauwdheid hebt U ruimte voor mij gemaakt, wees mij genadig en luister naar mijn gebed.  
– Psalm 4: 1-2 (HSV).

David spreekt zijn zorgen uit naar God. Hij heeft momenteel te maken met veel mensen die hem in de steek laten, omdat zij geloven dat God David verlaten heeft. Hij bekommert zich om hen: hij wenst hen dat ze zullen inzien dat ze het bij het verkeerde eind hebben, en dat God daadwerkelijk bij David en zijn volgelingen is. Op dat moment legt David zijn zorgen om anderen bij God neer, en bidt dat zij zullen inzien dat er meer is dan de leegte en leugens waarmee ze hun leven vullen. Net zoals David zijn zorgen van dat moment bij God legt, leert hij ons dat we onze zorgen ook bij God mogen leggen, hetzij om anderen, hetzij om zaken die op onszelf betrekking hebben.  

Aanzienlijken, hoelang zult u mijn eer te schande maken?  

Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken?  

Weet toch: de HEERE heeft Zich een gunsteling afgezonderd;  

De HEERE hoort als ik tot Hem roep.  

Wees ontzet, maar zondig niet;  

spreek in uw hart wanneer u op uw slaapplaats ligt, en wees stil.  

Breng offers van gerechtigheid 

en vertrouw op de HEERE

– Psalm 4: 3-6 (HSV).

Nadat David zijn zorgen bij God heeft neergelegd, vraagt hij God om kracht. Hij vraagt in vers 7 om het ‘licht van Uw aangezicht’. Met andere woorden: David vraagt of God hem met andere ogen wil laten kijken naar de situatie. Hoewel velen zeggen dat ze nauwelijks gezien worden, vraagt David om zicht te krijgen in het feit dat God met Hem is. In vers 8 getuigt David van de grote vreugde die God hem ooit heeft gegeven, meer nog dan de vreugde die men heeft tijdens de oogstfeesten, de tijd dat ‘zij hun koren en hun nieuwe wijn in overvloed hadden.’ Hieruit kunnen we van David leren dat we niet op eigen kracht onze zorgen te lijf hoeven gaan, maar dat God erbij is en dat Hij die zorgen wil verlichten.  

Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien?  Verhef over ons het licht van Uw aangezicht, HEERE! U hebt mij meer blijdschap in het hart gegeven dan ten tijde dat zij hun koren en hun nieuwe wijn in overvloed hadden.  
– Psalm 4: 7-8 (HSV).

David stond onder grote spanning bij het schrijven van Psalm 4, maar werd gezegend met een vredige slaap. Hij besefte dat God bij hem was en dat God, en God alleen, ervoor zorgde dat hij veilig was. David leert ons dat we onze zorgen en gedachten bij God mogen leggen, en daarom ’s nachts rustig en vredig mogen slapen. God geeft het Zijn beminden in de slaap, zijn de woorden van Psalm 127:2 (HSV).  

In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, 
want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen.  
– Psalm 4: 9 (HSV).

Aan de slag! 

Ik weet niet op welk moment van de dag je deze overdenking leest, misschien sta je net vol frisse energie aan het begin van je dag, misschien sta je op het punt je bed in te duiken, of zit je ergens daartussenin. Hoe dan ook, ik bid en hoop je dat je een goede nacht tegemoet zal gaan, en dat je  van David mag leren om je gedachten en zorgen God neer te leggen voordat je gaat slapen.  

Spreek het uit, schrijft het op en vertrouw erop dat God ze voor je bewaart.  

Luister het nummer ‘Restless’ – (Audrey Assad) 

I am restless, I’m restless 
‘Til I rest in You, ‘til I rest in You 
Oh God, I wanna rest in You.  

Deel deze overdenking

  1. Marten schreef:

    Dag
    Wat een geweldige bemoediging.
    Vindt het vaak moeilijk om mijn vertrouwen bij God neer te leggen.
    Lijd,aan een fikse slapeloosheid.Soms ben ik rustig,maar dan kan de paniek toeslaan.
    Denk dan dat God mij niet hoord.

    Gr Marten Olivier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap