Ik heb God niet nodig – hoe voorspoed ons bij God vandaan houdt

25

jul

Vivian Straver

‘Ik heb God niet nodig. Alles gaat gewoon goed, en dat kan niet beter. Ik heb een baan waar ik het naar m’n zin heb, en ik zit ontzettend op mijn plek op m’n studie. Ik heb een fijne relatie met mijn partner, en misschien dat we wel aan kinderen denken. De band met m’n familie is geweldig, en ik heb een sociaal leven, geweldige vrienden en vriendinnen. Ik heb heerlijke hobby’s om m’n hoofd leeg te maken, en nota bene ook nog tijd om die hobby’s uit te voeren. Ik heb God niet nodig.’ Hoe klinken deze woorden je in de oren? Misschien klinkt het nu ontzettend overdreven, misschien ook niet. Soms is het makkelijk om naar God te rennen als we door een diep dal gaan, en Hem dan te ervaren – maar verlang je ook naar Hem als alles juist heel goed lijkt te gaan?  

God heeft ons gemaakt om in relatie met Hem te leven, om Hem te loven en te prijzen, dat was het originele plan toen Adam en Eva in het paradijs leefden. God maakte ons naar zijn evenbeeld, en maakte ons zo bijzonder dat we een vermogen hebben om te denken en invloed uit te oefenen. Daarmee zijn we soms geneigd ons gelijk, al dan niet hoger, te achten dan Hem en daarmee te denken dat we Hem niet nodig hebben. De gelijkenis van de verloren zoon maakt dit verhaal begrijpelijk voor ons.  

De verloren zoon 

In Lukas 15:11-24 lezen we het eerste deel van deze gelijkenis. Een man had twee zonen, en zijn jongste besluit op een gegeven moment er met erfenis en al op uit te trekken. Hij heeft zijn vader niet nodig, maar geniet van alles van de wereld hem geeft. Maar na deze zonneschijn volgt er regen… God heeft ons gemaakt voor geluk en liefde, en daarom zit het in onze natuur om daarnaar te zoeken. In de wereld wordt veel ‘geluk’ aangeboden, maar het zal je nooit een constante voldoening geven, net als bij deze zoon. We zijn gemaakt om in relatie met God te leven – zonder Hem zijn we incompleet. We kunnen de leegte die we ervaren proberen op te vullen met allerlei ‘wereldse’ dingen, maar zonder ons tot God te keren, zullen we de leegte nooit volledig kunnen vullen.  

En Hij zei: Een zeker mens had twee zonen. En de jongste van hen zei tegen zijn vader: Vader, geef mij het deel van de goederen dat mij toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. En niet veel dagen daarna maakte de jongste zoon alles te gelde en reisde weg naar een ver land en verkwistte daar zijn vermogen in een losbandig leven. En toen hij er alles doorgebracht had, kwam er een zware hongersnood in dat land en begon hij gebrek te lijden.
– Lucas 15: 11-14 (HSV).

In alle narigheid komt hij tot het besef dat het leven bij zijn vader zoveel beter is, en besluit in een nederige houding terug te gaan. Zijn vader was zó ontzettend blij om hem te zien en richt een feestmaal aan. “Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn.”
– Lucas 15:24 (HSV).  

De andere zoon 

Het verhaal over de verloren zoon is vaak verteld, en heeft een prachtige boodschap over hoe God altijd weer met open armen staat als we ervoor kiezen bij Hem terug te komen. Maar in deze gelijkenis zijn twee zonen, waarvan de tweede altijd keurig bij zijn vader is gebleven. Vanaf het land hoort hij al het feestgedruis, en zodra hij hoort dat dit is omdat zijn jongere broer is teruggekomen, bezwijkt hij haast onder jaloersheid.  

 Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen ging zijn vader naar buiten en spoorde hem aan. Maar hij antwoordde en zei tegen zijn vader: Zie, ik dien u al zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om et mijn vrienden vrolijk te zijn. Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met de hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.
– Lucas 15: 28-30 (HSV) 

Van al het goede dat hij heeft ervaren in de afgelopen jaren, vergeet de oudste zoon de bron. Hij is altijd dicht bij zijn vader geweest, maar ziet niet meer in dat hij het goed heeft gehad. Dit geldt misschien ook voor jou, soms kan alle voorspoed zo ‘normaal’ zijn, dat je er minder dankbaar voor bent of dat je daarbij de Bron uit het oog bent verloren. De vader zegt tegen zijn zoon, en God zegt tegen zijn dochter:  

“Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou.”
– Lucas 15:31 (HSV) 

Aan de slag! 

In deze gelijkenis komen twee zonen voor. De één, verdwaald van God, opgegaan in de wereld, en met een ontzettend verlangen naar dat betere leven. De ander, altijd bij God geweest, maar door jaloersheid God uit het oog verloren. In welk van hen herken jij jezelf?  

Luister het nummer Prodigal van Casting Crowns.  

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap