Ik heb een tuintje in mijn hart

06

mei

Matthea van den Berg

Ken je dat gevoel? Dat je bang bent voor wat de toekomst brengt? Omdat je zorgen hebt of omdat er rouw is in je leven? Verdriet om wat is geweest en om wat nooit meer terugkomt. Onzeker over een virus dat de wereld over waait. Een wereld waar oorlogen nooit uitgevochten lijken te zijn en waar vluchtelingen zwemmend en wachtend hopen op een ander leven. Waar de schepping soms nog maar een schim is van hoe het ooit bedoeld was en waar kinderen geen toekomstplannen hebben omdat morgen onzeker is.


Het is dat machteloze gevoel dat over je heen rolt, zonder dat je echt iets kunt doen. Het gevoel dat het allemaal door de vingers glipt, misschien juist wel omdat je het steeds meer probeert vast te houden. In die wirwar van gedachten en gevoelens kom ik soms niet verder dan: “God, help ons!” En dan ‘ons’ als in: mijn gezin, de maatschappij en de wereld. 

Als ik in de Bijbel lees, zijn er meerdere mensen die dat gevoel herkennen. Denk aan Job die zijn kinderen verliest aan de dood en in de steek gelaten wordt door zijn vrouw en vrienden (Job 1 t/m 41). Denk aan David die opgejaagd wordt door Koning Saul (2 Samuel 5:17) en denk aan Jezus zelf die verraden wordt door Judas, één van zijn discipelen (Lukas 22: 47–48), en uiteindelijk gemarteld en gekruisigd wordt. 

Hoe deden zij dat? 

In al die verhalen lees ik over dezelfde verwarrende en menselijke gevoelens. Zorgen over de toekomst. Hoe moet het nu verder? Verdriet over wat er is gebeurd, onzekerheid. Wat mij opvalt, is dat zij zich vasthouden aan wat ze kennen. Ze klampen zich met hun hele hebben en houden vast aan wat blijft en eeuwig is. 

Nou, lees maar! 

Zo zegt David: “De HERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder!” (2 Samuel 22:2), en een stukje verderop in de tekst zegt hij: “mijn Verlosser” (vers 3). Wanneer hij in de woestijn van Juda is zegt David: “O God, U bent mijn God!” (Psalm 63:2)

En Job die overmand is door verdriet en door zijn vrienden aangesproken wordt, zegt: “Ik weet echter: mijn Verlosser leeft.” (Job 19:25)

En ook van Jezus weten we dat Hij zich aan God vastklampte toen hij uitriep: “Vader (!), in Uw handen beveel ik Mijn geest.” (Lukas 23:46)

‘Houd vast aan wat blijft en eeuwig is.’ 

Nu wij 

Als je je opgejaagd voelt en je hart klopt in je keel, zeg dan met David mee: “O God, U bent mijn God.” Wanneer je rouwt om je geliefden die er niet meer zijn, ga dan, net als Job, dwars door je tranen heen en weet: mijn Verlosser leeft. Als je je eenzaam voelt en gebroken bent, neem dan een voorbeeld aan Jezus en roep de Vader aan! 

Leef! 

Misschien ken je deze uitspraak van Maarten Luther (kerkhervormer, 1438 – 1456) wel:

Als ik wist dat ik morgen zou sterven, zou ik vandaag nog een boom planten. 

Deze tekst ademt (nieuw) leven. Het gaat niet alleen over sterven. Voor mijn gevoel kun je hier allerlei situaties uit het leven opnoemen. Als ik wist dat ik morgen ziek zou worden, of als ik wist dat ik morgen mijn baan zou verliezen, zou ik vandaag nog een boom planten. Of op een positieve manier: als ik wist dat ik morgen een kindje zou krijgen of als ik wist dat ik morgen de liefde van mijn leven zou ontmoeten, zou ik vandaag nog een boom planten. Vul maar in wat voor jou van toepassing is, het leven gaat door! 

Naast Job, David en Jezus heeft Noach aan den lijve ondervonden wat het is om overspoeld te worden (Genesis 7 en 8). Het water had honderdvijftig dagen lang de overhand op de aarde 
(Genesis 7:24). Na veertig lange dagen laat Noach eerst een raaf los om te kijken of het water van boven de aarde opgedroogd was (Genesis 8:7). Daarna liet hij een duif los om te zien of het water op de aardbodem afgenomen was (Genesis 8:8). Toen dit niet het geval was wachtte Noach nog zeven dagen en liet de duif opnieuw los. Ditmaal kwam de duif terug met een olijfblad in zijn bek. De olijf is het symbool van vrede en trouw, maar ook van (nieuw) leven.  

Aan de voet van de Olijfberg ligt Gethsémané, de plaats waar Jezus werd overgeleverd aan de Romeinen. De plaats waar Jezus het uitriep naar zijn Vader. De plaats van verdriet en strijd, maar óók de plaats van opstanding en nieuw leven.

En dus zeg, huil en roep ik mee met David, Job en Jezus en plant ik vandaag een olijfboom. Die boom plant ik in mijn hart zodat ik er steeds aan herinnerd word dat ik mag leven. Wat geeft het dan rust als je weet dat de tuin van je hart maar een klein mosterdzaadje nodig heeft om uitbundig te kunnen bloeien. 

Aan de slag! 

Vasthouden in tijden van nood is soms zo moeilijk. Houd vast aan de waarheid. Zeg meerdere keren per dag tegen jezelf:
Ik houd vast aan God, ik houd vast aan God, ik houd vast aan God…  
en God laat niet los, luister maar!

Deel deze overdenking

  1. Ellis schreef:

    Ontroerend mooi en haast dichterlijk geschreven! Hoopvol en bemoedigend!

  2. Emma schreef:

    mooi!

  3. Alie Kramer schreef:

    Dankje wel voor deze mooie bemoediging 💛🕊

  4. Sophia schreef:

    Hoopvol en een sprankje licht in deze kwetsbare tijd. Wat een bemoediging !

  5. Yael schreef:

    Mooie blog! Dankjewel!

  6. Marieke schreef:

    De boom van het leven!! Net zoals in het begin. Mooie houvast!

  7. Watze schreef:

    Heel mooi!

  8. Esther schreef:

    Dankjewel Matthea! Wat ontzettend mooi geschreven!❤️

  9. Ada schreef:

    mooi! Dankjewel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap