Hoe ziet de hemel eruit?

29

jun

Matthea van den Berg

Binnen mijn familiekring zijn er de afgelopen jaren verschillende mensen overleden. Wat mij elke keer ontroert is dat het niet alleen verdrietig maakt. Vooral wanneer er tijd is om afscheid te nemen is er veel ‘echtheid’ in zo’n laatste fase. Als het afscheid nadert blijven de belangrijke dingen over. Je vertelt elkaar wat je voelt of welke fijne herinneringen je samen deelt. Of je bent samen stil en omarmt elkaars aanwezigheid.

Wanneer er iemand in je omgeving sterft vraag je je misschien wel af: ‘hoe zou de hemel er eigenlijk uit zien?’ of ‘gaan we elkaar terugzien?’ Om met de woorden van Henk Binnendijk te spreken: ‘de hemel is een geestelijke werkelijkheid, die je niet onder woorden kunt brengen’. Toch kunnen we er misschien iets over zeggen. Het woord ‘hemel’ wordt meer dan zevenhonderd keer genoemd in de Bijbel. Er zijn verschillende omschrijvingen van de hemel. Er wordt gesproken over een hemels vaderland of de stad van God of over een nieuw Jeruzalem. Jezus heeft het over zijn vaderhuis, maar ook over de hemel als paradijs.

Waar is de hemel?

Bij de hemel ben je geneigd om naar boven te kijken naar God die in de hemel woont (Psalm 2:4, Psalm 115:3). Dat past ook in het beeld van God die groot en machtig is, maar de hemel is in die zin geen locatie. Geen plek waar je naar toe ‘verhuist’ als je sterft. Daarmee maken we de hemel te menselijk. Als we zeggen dat God in de hemel is kan dat niet teruggebracht worden tot één plaats, want God is overal. Hij is de belichaming van de hemel en de aarde. Dat maakt dat de hemel niet alleen iets is voor straks om naar te verlangen, maar dat maakt de hemel juist als iets voor elke dag.

Als ik denk aan de hemel op aarde dan denk ik ook aan het paradijs. Toen God de hemel en de aarde schiep (Genesis 1:6), bracht Hij Adam en Eva in de tuin van Eden (paradijs), om die te bewerken en erover te waken (Genesis 1: 15). Zij kregen de verantwoordelijkheid over deze hemelse plek. Het paradijs is ook niet terug te brengen tot één locatie. Het is een onzichtbare werkelijkheid geworden die steeds meer zichtbaar mag worden in ons leven. Henk Binnendijk zegt het zo: ‘De hemel is God. Al het andere is bijzaak. Wat moet je in de hemel als God niet je alles is?’

‘De hemel is God – al het andere is bijzaak’

We zien elkaar weer terug!

Wat is het fijn als je op iemands sterfbed ‘tot ziens’ kan zeggen, maar zullen we elkaar in de hemel wel herkennen? Over deze vraag wordt verschillend gedacht. Henk Binnendijk geeft er in zijn boek ‘Hoe ziet de hemel er uit’ het volgende antwoord op.

“Er zijn een aantal teksten in de Bijbel die ons vertellen dat dat inderdaad zo is. Jezus neemt drie van zijn discipelen mee een berg op om te bidden. ‘En zie, twee mannen spraken met Hem en wel Mozes en Elia’- Lucas 9:30 (NBG ’51). En Petrus zegt: ‘laten we drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een’- Lucas 9:33 (NBG ’51). Petrus kon niet weten dat dit Mozes en Elia waren. Die mannen leefden zo’n veertien-, vijftienhonderd jaar voor Petrus. Dat komt omdat we elkaar in de geestelijke wereld zullen herkennen.”

Als Jezus vertelt over de rijke man en de arme Lazarus, zegt Hij dit: ‘Het geschiedde dat de arme stierf en door de engelen gedragen werd in Abrahams schoot’- Lucas 16:22 (NBG ’51). ‘Toen de rijke man in het dodenrijk zijn ogen opsloeg zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot (vs. 2 en 3). En wat zegt die rijke man dan: ‘Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus’ (vs. 24). Hij herkent ze allebei, zowel Abraham als Lazarus.

En toch, het is en blijft ingewikkeld, want hoewel we in de Bijbel onze antwoorden mogen zoeken zullen we niet op alle vragen antwoord krijgen. Misschien helpt het om te weten dat we genodigden zijn en ‘voorpret’ mogen hebben voor het feest dat straks losbarst.

Op aarde moeten we soms afscheid nemen, maar we zien elkaar terug. God heeft het zelf gezegd en daar mogen we iedere dag, ook als het er nog maar weinig zijn, aan vasthouden.

Vrede

Onlangs las ik een prachtige tekst uit Prediker.

‘Voordat het zilverkoord wordt weggenomen,
de gouden lamp gebroken,
de waterkruik in stukken valt,
het scheprad bij de put wordt stukgebroken.

Wanneer het stof terugkeert naar de aarde,
weer wordt zoals het was,
wanneer de adem van het leven weer naar God gaat,
die het leven heeft gegeven’.

Prediker 12:6-7, NBV

Het leest bijna als een gedicht. Vooral de laatste zin: ‘wanneer de adem van het leven weer naar God gaat, die het leven heeft gegeven’. Wat een vrede! God die het uitblazen van mijn laatste adem opvangt in Zijn Hand.

Aan de slag!

Luister vandaag naar dit prachtige hemellied! Opwekking 818 – Op die dag – CD42 (live video) – YouTube

Naar: ‘Hoe ziet de hemel eruit’, Henk Binnendijk.

Deel deze overdenking

  1. Elly Geers schreef:

    Wow Mathea, wat een mooie laatste zin: God die het uitblazen van mijn laatste adem opvangt in Zijn Hand. ……wat een troost en Liefdevol ontvangst van God!!

    Laten wij elkaar ook in Liefde ontvangen en opvangen. Dan zou veel pijn getroost kunnen worden ❤…

    Liefs Elly

  2. EB Meulenhoff schreef:

    Wat mooi, God die de laatste adem opvangt van de persoon die overlijdt.
    Het voelt als thuiskomen, thuiskomen in geborgenheid, veiligheid en vooral liefde.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap