Hoe Paulus’ preek in Athene een relevante boodschap is voor jou en jouw omgeving // deel 1

09

feb

Maartje Kok

We leven in een tijd waarin er veel prikkels zijn. Niet alleen social media-prikkels maar ook honderden religieuze prikkels. Daar waar de één zegt dat het geloof verdwijnt uit Nederland, zegt de ander dat de religieuze markt en het aanbod van religie ongekend groot is. Alle vormen van geloven zijn mogelijk. Dat niet alleen, het is ook nog eens mogelijk om zelf te verzinnen waar je in gelooft. Iedereen heeft immers een eigen waarheid? Waar heeft God een plek in dit verhaal? En in hoeverre lijkt die religieuze markt soms niet op het Athene waar Paulus heeft rondgewandeld? Geloof me, de preek van Paulus is nog steeds relevant voor jouw en mijn leven. Lees maar…

“En zij die Paulus begeleidden, brachten hem tot aan Athene.  En nadat zij opdracht gekregen hadden om Silas en Timotheüs te zeggen dat zij zo spoedig mogelijk naar hem toe moesten komen, vertrokken zij. En terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, raakte zijn geest in hem geprikkeld, want hij zag dat de stad vol afgodsbeelden stond. Hij ging dan in de synagoge in gesprek met de Joden en met hen die godvrezend waren, en iedere dag op de markt met hen die hij er tegenkwam. En enige epicurische en stoïsche wijsgeren raakten met hem in een twistgesprek. En sommigen zeiden: Wat zou deze praatjesmaker toch willen zeggen? Maar anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; want hij verkondigde hun Jezus en de opstanding. En zij namen hem mee en brachten hem op de Areopagus, en zij zeiden: Mogen wij weten wat die nieuwe leer inhoudt waar u over spreekt? Want u laat ons enkele vreemde dingen horen; wij willen daarom weten wat die te betekenen hebben. (Alle inwoners nu van Athene en de vreemdelingen die daar verbleven, besteedden hun tijd aan niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.)”
(Handelingen 17: 15-23, HSV)

Zo, laten we eerst even met wat basiskennis beginnen. De stad Athene was vernoemd naar de Griekse godin Pallas Athena. Deze stad was het centrum voor filosofie, kunst, cultuur en godsdienst. Noem het dus gerust een bruisende stad waar véél te zien was. Zo waren er ruim 3000 altaren voor allerlei goden en er waren allerlei heidense tempels. Een tijdgenoot van Paulus, Petronius, maakte in zijn geschriften een spottende opmerking door te zeggen dat je in Athene eerder een god dan een mens zou tegen komen. Nou, dat maakt dus wel duidelijk hoe Athene er aan toe was. Als je een beetje visueel bent ingesteld, kun je je denk ik wel voorstellen hoe dit er uit moet hebben gezien. Want, er was nogal wat te zien. Maar, wat doet Paulus daar?

Terwijl hij aan het wachten is op Silas en Timotheus, kijkt hij eens goed om zich heen en hij ziet niet zomaar beelden, maar hij ziet beelden die God willen vervangen. Afgodsbeelden. Laat hem dit koud? Denkt hij: ‘Ach, ze moeten het ook maar zelf weten wat ze geloven.’ Nee. Er staat dat hij geprikkeld raakt, het frustreert hem. Tot op dat moment doet hij daar echter niks mee. Wél zoekt hij een synagoge op en spreekt daar met de joden. En dat niet alleen, hij gaat ook gerust de straat en de markt op om daar contact met mensen te zoeken en daar over het geloof te praten. Het wordt al snel duidelijk waar Paulus voor staat en dát levert prikkels op bij de inwoners. Hij wordt meegenomen naar de Areopagus, dit staat gelijk voor het opperste Hof van Justitie. Hier werden zware en belangrijke zaken geoordeeld. Ze zetten hem voor het blok. Laat Paulus hen maar eens vertellen wat hij gelooft. Laat hem maar eens de leer uit leggen die hij verkondigt. Of ze het normaal vinden? Nee, allesbehalve. Ze vinden het vooral vreemd. Hij heeft het namelijk over Jezus en de opstanding.

“En Paulus, die midden op de Areopagus stond, zei: Mannen van Athene! Ik merk dat u in alle opzichten zeer godsdienstig bent. Want toen ik de stad doorging en uw heiligdommen bekeek, trof ik ook een altaar aan waarop het opschrift stond: AAN EEN ONBEKENDE GOD. Deze dan, Die u dient zonder dat u Hem kent, verkondig ik u.”
(Handelingen 17: 21-23, HSV)

De mensen verlangden dus iets tastbaars. Ze wilden een God hebben. Paulus gaat er dwars tegenin, hij praat niet een beetje mee. Maar hij gaat een preek houden die in onze postmoderne tijd ook wel eens goed van pas zou komen. Hij spreekt met moed die ons ook wel eens van pas zou kunnen komen. Ik ben nogal snel geneigd om mee te gaan praten, of te zwijgen over de harde en liefdevolle waarheid uit het woord van God. Ik vraag mezelf af wat ik er dan werkelijk van geloof? Ben ik er werkelijk van overtuigd dat het Evangelie werkelijk een blijde boodschap is voor de mensen in mijn land? Dat het ze boven alles vervulling kan geven en dat het ze ondanks alles kan redden? Geloof ik werkelijk dat mijn mede-Nederlanders Jezus nodig hebben?

Sommige mensen zeggen dat we geloven in een God omdat het ons uit komt, om onze leegte op te vullen. Andere vinden het vooral een zweverig en kunstzinnig idee om in God te geloven. Een theoloog, Kuitert genaamd, zegt het volgende: ‘Het spreken over boven komt van beneden.’ Hiermee bedoelde hij dat het allemaal verzonnen was.  Maar Paulus gaat hier niet in mee. Hij weet in Wie hij gelooft. En hij weet over Wie hij spreekt. En jij?

Houd de blog van morgen in de gaten, want we kunnen nog zoveel meer van de preek van Paulus leren!

Aan de slag!

Schrijf op wat je gelooft over:

  • De Vader, Zoon en Heilige Geest
  • Zonde en genade
  • Het verlossingswerk van Jezus
  • De opstanding van Jezus

Waar vind je dit terug in de Bijbel? Schrijf er bijbelverzen bij. Het geloof is niet gebaseerd op ons gevoel, maar op de woorden van God.

Ga het gesprek eens aan met iemand in je omgeving die niet in Jezus gelooft, en vraag wat deze persoon wél gelooft. Durf open en eerlijk te luisteren. Wat hoor je? Wat is het verschil met jouw geloof? Waarin vind je herkenning? Bid om woorden van wijsheid.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap