Hoe leven we in de tussentijd? – deel 1

09

jun

Arjannàh Azodi Deylami

In het begin was het goed. Het was zoals God bedoeld heeft: harmonie, leven, liefde, verbinding, heelheid. Na het eten van de verboden vrucht was het niet meer goed. Het eten van deze vrucht bracht de dood, zonde, en alles wat erbij hoort. De ogen van de mensen werden geopend. Het kwaad – zowel vanbinnen als vanbuiten – werd zichtbaar (Genesis 3:7). En nu? We leven in de tussentijd. De verlossing is al aan ons geschonken door Jezus’ volmaakte offer aan het kruis. Maar nog steeds leven we in de realiteit van het kwaad, de zonde en de gebrokenheid. De tijd voor de wederkomst. Hoe kunnen wij leven in deze tussentijd?

En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. 
– Genesis 1:31 (HSV)

Het was zeer goed

God heeft Zijn meesterwerk in zeven dagen gemaakt. Zijn schepping, precies zoals God het wilde en zoals God is: volmaakt. Ik kan mij indenken dat God op de zevende dag de tijd heeft genomen om te genieten van alles wat Hij geschapen had. Voldaan van Zijn werk. God zal vreugdevol zijn geweest. Hij zal vast hebben uitgekeken naar al het moois dat uit Zijn schepping zou voortvloeien. Maar nog voordat God kon genieten van alles wat Hij in liefde gemaakt had, was het al verloren en gevallen.

Liefde overwint

Dank God, dat wij een liefdevolle God hebben. Hoeveel van ons zouden een andere keuze gemaakt hebben? Zou jij kunnen kiezen voor liefde wanneer deze niet beantwoord wordt? Zelfs nadat je alles, maar dan ook alles gegeven hebt? Nadat er op je hart getrapt is? Er is niet naar je geluisterd. Alles wat je hebt gegeven is afgedankt. Je vertrouwen is gebroken. In plaats van een excuus of een verantwoording, vlucht je geliefde van je weg. Wat als je bij machte zou zijn om alles uit te wissen? De bedoeling is mislukt en je hart is gebroken. Zou je dit hebben gedaan? God kon het doen. God is bij machte. Hij had er alle recht toe, nog steeds. Maar God koos ervoor om het niet te doen. Zijn liefde heeft overwonnen. 

Eens zal het weer goed zijn

Wij dienen een God van herstel en verzoening. God liet ons niet verloren gaan, maar voerde een meesterplan uit. Geen mens had dit kunnen bedenken. Zelfs nu we het plan kennen, kunnen we het  niet goed bevatten en begrijpen. Het is te groot, te genadig, te liefdevol, te onverdiend, te opofferend, te veel. Als mensen hadden we dit plan niet kunnen bedenken, omdat het niet in onze aard zit om zo onbegrensd lief te hebben. We hebben lief, maar als deze liefde ten koste van onszelf dreigt te gaan, houdt het voor ons al snel op. Menselijke liefde is begrensd. Gods liefde is onbegrensd. Dat wordt zichtbaar in het feit dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, ‘opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16, HSV) Gods liefde ging ten koste van zichzelf. Hij offerde zichzelf volledig op. Hij bewijst Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaren waren (Romeinen 5:8). En daar eindigt het niet. 

En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
– Openbaring 21:4 (HSV)

Hoe leven we in de tussentijd?

Er is op dit moment zoveel goed. Zoveel zegeningen, zoveel hoop, zoveel liefde, zoveel geloof. Tegelijkertijd is er ook zoveel pijn, zoveel gebrokenheid, zoveel haat, zoveel ongeloof. Het is lastig te leven in een gebroken wereld. Wetende hoe God ons leven bedoeld heeft, namelijk zeer goed. Gelukkig geeft het Evangelie ons wat we nodig hebben om te herstellen wat verloren is gegaan.

En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk. 
– 2 Korinthe 9:8 (HSV)

In een wereld van mensen en situaties die consequent het doel van God missen, hebben wij toch de benodigdheden gekregen om door de worstelingen van het leven heen te komen. We zijn voldoende toegerust om met elke strijd om te gaan. Zodat wij (weer) overvloedig kunnen zijn in elk goed werk, wetende dat Zijn Koninkrijk zal komen.

Aan de slag!

Lees en overdenk 2 Korinthe 9:8 en vraag de Heer wat jij nu nodig hebt, zodat je je kan richten op het werk dat je voor de Heer mag doen.

Deel deze overdenking

  1. Evelien schreef:

    Dank, dank, dank voor deze zeer bemoedigende overdenking!
    Lieve groet Evelien

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap