Hoe ‘er zijn’ voor de ander meer dan genoeg is

18

mei

Anne-Saar Kunz

Op een winterse vrijdag bezocht ik een maatschappelijke opvang. En daar op die locatie middenin een grote stad spraken we met hulpverleners die ons vertelde over hun werk, over de dagbesteding. Maar al gauw verplaatste het gesprek zich van de huiskamertafel naar het kantoor van de leidinggevende. En daar op het kantoor wilde Ben met ons spraken. Ben, was al twintig jaar dakloos en al twintig jaar lang kwam hij bij deze locatie. Hij leerde mij hoe ‘er zijn’ voor de ander veel meer waard is dan wat ook.

Ben had heel veel zorgen, dat merkte je tussen de regels door. En toch, Ben had pretlichtjes in zijn ogen. Hij vertelde ons hoe alles ging, hoe zijn dag eruitzag, hoe hij sliep in de nachtopvang, en als dan de nachtopvang dicht ging, ging hij hier heen naar de dagopvang.

En ik dacht, kunnen ze hier niet even heel snel regelen dat hij een huis krijgt?

Op een gegeven moment spraken de hulpverleners ook uit dat het aanbod gaat verbeteren.  Dat ze ook gaan kijken hoe ze mensen verder kunnen helpen in het vinden van een huis.

En toen antwoordde Ben: ‘Ja, ach een huis. Het belangrijkste is dat je wordt gezien.’

‘En dat word ik door jullie,’ en hij wees dan de hulpverleners die er zaten.

Ik laat jullie vandaag kennis maken met Ben. En ik doe dat omdat God mij iets liet zien door Ben heen. Soms is enkel er zijn, enkel de ander zien, is dat goed genoeg. Samuel Wells, een predikant in Londen, spreekt over het woordje being with, ‘zijn met’. Hij zegt, working for (werken voor) is veel makkelijker dan het being with, het zijn met. En toch, zegt hij dan, we zullen moeten wennen aan eenvoudig zijn met de ander, met God, de schepping en onszelf, iets dat we om allerlei redenen mijden.

God liet mij zien door Ben heen dat ‘zijn met’ een opdracht is. En Samuel Wells geeft er op zijn beurt worden aan. Het is het zijn met, dat is onze opdracht.

De Bijbel laat ons zien dat we Jezus ontmoeten in de meest vreemde mensen. In Mattheüs 25 wordt dat krachtig verwoord: 

‘Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op. En Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.

Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar U toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.”’
– Mattheüs 25:37-45 (NBV)

Jezus zegt hier tegen de rechtvaardigen dat ze hem eten, drinken en kleding hebben gegeven. De rechtvaardigen vragen hier aan Jezus: wanneer hebben wij dan zo gehandeld? Uit hun vraag blijkt dat ze zich niet bewust zijn van hun liefde die zij aan Hem betoond hebben.

En wat Jezus dan doet is eigenlijk de verborgen relatie van hun werken tot Zijn persoon onthullen. En niet alleen door hun werken, maar juist door hun relatie met Jezus, een relatie die zichtbaar werd in hun werken, zijn ze rechtvaardigen voor God.

Jezus zegt in dit gedeelte expliciet: ‘Als je mij wilt ontmoeten, ontmoet mij dan in het gezicht van de hongerige, de dorstige, de naakte, de vreemde, de zieke en de gevangene.’

Aan de slag!

Being with. Dat is wat er van ons wordt gevraagd. Zijn met iemand, luisteren naar de ander, de ander zien. En natuurlijk vanuit daar mogen we best mooie plannen maken, mogen we best gaan handelen. In de Bijbel wordt ook gesproken over eten en drinken geven. Maar het begint bij being with. Naar de ander toe komen, de ander zien. Mag dat ons startpunt zijn. Om vanuit daar te gaan, met het zicht op die ander, en door die ander heen ook op Jezus.

Deel deze overdenking

  1. Elise schreef:

    Wat een rake blog! Vooral de woorden; “En toch, zegt hij dan, we zullen moeten wennen aan eenvoudig zijn met de ander, met God, de schepping en onszelf, iets dat we om allerlei redenen mijden.” Het zou de basis moeten zijn van elke relatie, elke ontmoeting, met onszelf en met ieder ander, het zou ‘zo simpel’ moeten zijn.. maar wat zal de wereld hier intens veel mooier van worden.♡

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap