Het kerstverhaal zichtbaar in Hosea

25

dec

Elise de Vries

Het kerstverhaal is je vast bekend. Jezus werd geboren bij een maagd in een stal. Er kwamen wijzen uit het Oosten op bezoek nadat zij een ster hadden gevolgd. Zij brachten het kindje Jezus geschenken. De herders werden in het veld verrast door een engelenkoor dat hen het nieuws van de geboorte bracht. Deze gebeurtenissen, die we vieren met kerst, waren een begin in Gods reddingsplan. God zond zijn zoon Jezus naar de aarde als mens (én tegelijkertijd God) om onze doodstraf te ondergaan. Om weer op te staan uit de dood en zo de weg tussen God en de mens vrij te maken. Dat prachtige reddingsplan kwam niet uit de lucht vallen! Al veel eerder maakte God het bekend. Hosea, een profeet rond 800 voor Christus, beschreef het kerstverhaal al. Laten we vandaag lezen uit het bijbelboek Hosea.

Hosea was een profeet die woorden van God doorgaf aan het volk van Israël. Het Bijbelboek Hosea speelt zich af in een tijd dat Israël van God is afgeweken. Ze aanbidden afgoden en vertrouwen op andere volken in plaats van op God. Afspraken komen ze niet na, ze vormen een ontrouw en onbetrouwbaar volk. Hun hoop is gelegd in spullen. We zien dat Hosea eerst een paar hoofdstukken schrijft over deze afvalligheid van Israël, waarna de meeste hoofdstukken gewijd worden aan het naderende oordeel. Hij legt uit dat de dood volgt op zonde. Daardoor lijkt het een deprimerend boek. De laatste hoofdstukken geven echter een boodschap van hoop: het volk Israël zal zich bekeren. Gods reddingsplan – en dus ook het kerstverhaal – klinkt door het hele boek.

Ontrouw als thema van het Bijbelboek Hosea

Het begin van het spreken van de HEERE door Hosea. De HEERE zei tegen Hosea: Ga! Neem voor u een vrouw van de hoererijen en kinderen van de hoererijen, want het land wendt zich in schandelijke hoererij van de HEERE af.
– Hosea 1:2 (HSV)

In het begin van het Bijbelboek Hosea wordt gesproken over de hoererij van Israël. Over het algemeen wordt er gezegd dat dit symbool staat voor de ontrouw van het volk naar God toe. De relatie tussen het volk Israël en God was een verbond (Genesis 17:1-10), net als een huwelijk. Israël hield zich daar niet aan. Ze pleegden eigenlijk overspel door hun vertrouwen in andere zaken te leggen.

Met de komst van Jezus kwam er voor alle gelovigen een nieuw verbond (Hebreeën 8:1-7; 1 Korinthe 11:23-26; Jeremia 33:31-33). Het is voor ons dus ook relevant wat Gods reactie is op de ontrouw van het volk Israël.

God blijft trouw

God ziet de ontrouw, spreekt over de ontrouw én doet iets aan de ontrouw.

Daarom, zie, Ik ga uw weg met dorens omheinen, Ik zal haar met een muur omgeven, zodat zij haar paden niet zal kunnen vinden. Zij zal haar minnaars najagen, maar hen niet inhalen; hen zoeken, maar hen niet vinden. Dan zal zij zeggen: Ik ga, ik keer terug naar mijn vorige Man, want toen had ik het beter dan nu.
– Hosea 2: 5-6 (HSV)

God weet dat we teleurgesteld worden als we onze hoop buiten Hem leggen. Alle afgoden, in de tekst beschreven als minnaars, kunnen niet hetzelfde bieden als Hij. God trekt daarom niet de stekker uit de relatie. Hij houdt zich aan het verbond en kijkt (uit) naar het moment dat ze zich zullen bekeren. Dat doet Hij vanwege zijn grote onvoorwaardelijke liefde. Die liefde is groter dan wij als mensen kennen, lezen we in het Bijbelboek Hosea:

Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama, met u doen als met Zeboïm? Mijn hart keert zich in Mij om, al Mijn medelijden is opgewekt. Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen, Ik zal niet terugkeren om Efraïm te gronde te richten. Want Ik ben God, en geen mens, de Heilige in uw midden, en in de stad zal Ik niet komen.
– Hosea 11: 8-9 (HSV)

De steden Adama en Zeboïm lagen bij Sodom en Gomorra. In de tijd van Abram waren deze verwoest vanwege hun zonde (Deuteronomium 29:22). God kan het niet over zijn hart verkrijgen dat te doen bij zijn volk. Daarom heeft Hij een plan…

Het kerstverhaal

Dan komt nu – eindelijk – de link met kerst. God weet dat de mens niet foutloos is, zoals te zien was bij de Israëlieten. Daarom kan Hosea ook al profeteren over Gods plan om alle zonden te vergeven. We lezen in het Bijbelboek Hosea deze woorden van God:

Bekeer u, Israël, tot de HEERE, uw God, want u bent gestruikeld door uw ongerechtigheid. (…) Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want Mijn toorn heeft zich van hem afgewend. (…) Zij zullen opnieuw in zijn schaduw zitten, koren verbouwen en in bloei staan als de wijnstok; zijn gedachtenis zal zijn als de wijn van Libanon.
– Hosea 14: 2, 5, 8 (HSV)

Bij God is het dus altijd mogelijk om terug te keren. Er is verzoening en voorziening bij Hem. Het Bijbelboek Hosea wordt door Paulus gebruikt om uit te leggen dat Jezus ons de overwinning geeft over zonde. In 1 Korinthe 25 citeert hij Hosea 13:14.

Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning? De prikkel nu van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.
– 1 Korinthe 15: 55-57 (HSV)

Jezus’ redding is voor iedereen beschikbaar (Johannes 3:16). Daarvoor kwam hij ruim 2000 jaar geleden op aarde als een baby. Om jou te verlossen van de macht van de zonde. Je hoeft het alleen maar te vragen. Wat een wonderlijk kerstverhaal!

Aan de slag!

Neem deze kerstdagen een moment van bezinning op basis van het bijbelboek Hosea. Ben jij op bepaalde wijze ontrouw aan God? De woorden uit Hosea 14:3 kunnen je helpen dat in gebed te verwoorden: ‘Heer, neem alle ongerechtigheid weg, neem het goede aan.’

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap