Het gebed van Hanna – deel 2

01

apr

Vivian Straver

In de overdenking van gisteren kon je al lezen over het gebed van Hanna. Als je dit nog niet gelezen hebt, raad ik je aan ‘m hier te lezen. In het eerste deel konden we een aantal lessen halen uit het gebed van Hanna voor je eigen gebedsleven: allereerst, we mogen God aanbidden, zelfs met frisse tegenzin. Ten tweede: wees eerlijk in je gebed! En als derde les zagen we dat we concreet mogen bidden en mogen volharden in het gebed. In de overdenking van vandaag kijken we nog steeds naar Hanna, maar dan naar het resultaat van haar gebed – want dat is er, en hoe! Ben jij je bewust van de verhoring(en) van je gebed? Hanna wel! En wij mogen leren van de manier waarop zij daarmee om gaat.  

In ons eigen gebedsleven zijn we misschien geneigd om snel voorbij een gebedsverhoring te leven, áls we het al opmerken. Maar God luistert naar onze gebeden, en gaat ermee aan de slag. De tekst uit Lukas 11 is gemakkelijk te lezen vanuit ons eigen perspectief – laten wij bidden, zoeken en kloppen. Maar heb je er wel eens bij stilgestaan dat er altijd Iemand zorgt dat wij kunnen ontvangen, dat wij kunnen vinden en dat er voor ons open gedaan wordt? Iemand die deze tekst al naleefde voordat deze was opgeschreven, was Hanna.  

“En Ik zeg u: Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop en er zal voor u open gedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en wie klopt, voor hem zal er open gedaan worden.”
(Lukas 11:9-10)

De gebedsverhoring van Hanna 

Hanna zat midden in een heftig gebed in de tempel toen de hogepriester Eli naar haar toe kwam. Hij dacht dat zij gek geworden was. Toen Hanna opkeek van de grond, vertelde ze hem over haar verdriet en haar verlangen naar een zoon – dat wat ze zojuist bij God had neergelegd. Eli antwoordt haar: ‘Ga in vrede, en de God van Israël zal u geven wat u van Hem gebeden hebt.’ (1 Samuël 1:17) Opgewekt ging Hanna de volgende dag terug naar huis, en ze ging waarschijnlijk weer door met haar dagelijkse bezigheden. Vervolgens lezen we over de geboorte van haar zoon!  

“Het gebeurde na verloop van dagen dat Hanna zwanger werd. Zij baarde een zoon, en gaf hem de naam Samuel, want, zei ze, ik heb hem van de HEERE gebeden. (…) Daarna, toen hij van de borst af was, nam zij hem met zich mee, met een driejarige jonge stier, een efa meel en een kruik wijn. Zij bracht hem in het huis van de HEERE in Silo, toen de jongen nog heel jong was. Zij slachtten de stier en brachten de jongen bij Eli. En zij zei: Och, mijn heer, zo waar u zelf leeft, mijn heer, ik ben die vrouw die hier bij u stond om tot de HEERE te bidden. Ik bad om deze jongen, en de HEERE heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. Daarom heb ik hem ook voor al de dagen dat hij op aarde is, aan de HEERE overgegeven; hij is van de HEERE gebeden. En hij boog zich daar voor de HEERE neer.”
(1 Samuël 1:20-21) 

Hanna is zeker niet vergeten dat zij gebeden heeft om haar zoon, en laat dit ook terugkomen in de naam voor hem: Samuel – letterlijk betekent dit: ‘God heeft gehoord’. Zij erkent op elke manier dat haar zoon van God afkomstig is, en besluit daarom om hem terug te geven aan God. Wanneer hij niet meer afhankelijk is van zijn moeder brengt zij Samuël naar de tempel om hem daar te laten dienen. Ik ben geen moeder, maar ik kan me ergens wel indenken hoe ontzettend lastig het moet zijn om je kind zo ver weg te brengen en achter te laten! Ieder jaar zou zijn familie nog wel terugkomen voor het jaarlijkse offer – maar dat is niet te vergelijken. Hanna was God zó dankbaar dat ze durfde te erkennen dat haar zoon niet van haar was, maar aan God behoorde.  

Wij mogen het voorbeeld van Hanna navolgen! Misschien niet door onze gebedsverhoringen zó letterlijk bij God terug te brengen – maar we kunnen makkelijk beginnen door te erkennen dat de verhoring van God komt. Is de plek waar je woont, die lieve partner in je leven, de plek waar je werkt, of wat-dan-ook een verhoring van jouw gebed tot God? Kijk dan naar Hanna: je mag genieten zo lang het kan, maar klamp je er niet aan vast, en durf het te laten gaan wanneer God denkt dat dat goed is. Het is immers niet van jou, maar uiteindelijk van Hem. Lastig? Zeker! Maar geloof me, voor Hanna was het vast ook niet eenvoudig haar zoon te laten gaan.  

Aan de slag! 

Ik wil je uitdagen om in jouw gebedsleven een stukje meer te gaan lijken op Hanna. Haar smekende gebed is concreet en ze houdt vol – met resultaat! Ben jij je bewust van dat wat jouw gebed teweeg kan brengen?  

  • Nee? Maak een ‘prayer box’, waarin je je gebedspunten stopt. Wanneer je na een tijdje weer eens terugkijkt in de box, zal je zien hoe je gebeden worden verhoord!  
  • Ja? Prachtig! Zie het voorbeeld van Hanna als bemoediging om deze houding vast te houden. Lees Samuël 2:1-9, waar Hanna God aanbidt nadat haar gebed verhoord is.  

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap